Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Staatloze asielzoeker hoopt op uitweg uit niemandsland’
Vragen van het lid Groothuizen (D66) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Staatloze asielzoeker hoopt op uitweg uit niemandsland» (ingezonden 16 september 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Staatloze asielzoeker hoopt op uitweg uit niemandsland»?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de uitspraak van de Raad van State?2
Vraag 3
In hoeverre gaat u navolging geven aan deze uitspraak van de Raad van State en zo
ja, hoe?
Vraag 4
Wat betekent deze uitspraak voor de toekomstige besluiten van de Dienst Terugkeer
en Vertrek (DT&V) om al dan niet een positief zwaarwegend advies aan de Immigratie
en Naturalisatie Dienst (IND) op te stellen, waarmee de DT&V de IND adviseert ambtshalve
een vergunning op basis van het buitenschuldbeleid te verlenen?
Vraag 5
Bent u nog steeds van mening dat het voldoende duidelijk is waaraan vreemdelingen
moeten voldoen om aan te tonen dat zij voldoende hebben ondernomen om te vertrekken,
gelet op deze nieuwe uitspraak van de Raad van State? Zo nee, wat gaat u doen teneinde
deze onduidelijkheid op te lossen?
Vraag 6
Wanneer gaat u in gesprek met de IND en DT&V om te bepalen hoe in bredere zin navolging
gegeven gaat worden aan de uitspraak van de Raad van State? Wanneer wordt de Tweede
Kamer op de hoogte gesteld van de resultaten van deze gesprekken?
Vraag 7
Deelt u de mening dat er een oplossing gevonden moet worden voor de vreemdelingen
die, ook al willen ze zelf terugkeren, niet kunnen terugkeren naar een land van herkomst
of van een eerder verblijf, terwijl zij ook niet in Nederland mogen verblijven?
Vraag 8
Herinnert u zich uw antwoorden op eerdere schriftelijke Kamervragen over het bericht
«IND voorkomt principiële uitspraak over staatlozen in Nederland»?3
Vraag 9
Hoe verhoudt uw antwoord dat «in paragraaf B8/4 van de Vreemdelingencirculaire 2000
de voorwaarden genoemd [worden] die een vreemdeling voor het bewerkstelligen van zijn
terugkeer moet hebben ondernomen», zich tot de uitspraak van de Raad van State dat
«Hij [de Staatssecretaris] heeft daarmee in het geheel niet gemotiveerd aan welke
vereisten de vreemdeling nog moet voldoen om wél een verblijfsvergunning op grond
van het buitenschuldbeleid te krijgen. Dit klemt te meer gelet op de vele inspanningen
en pogingen die de vreemdeling al heeft verricht om zijn vertrek naar Benin te realiseren»?
Vraag 10
Hoeveel casussen «buiten schuld» zijn er de afgelopen jaren geweest waarin een advocaat
melding heeft gemaakt van staatloosheid?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Groothuizen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.