Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Beckerman over dat er mogelijk meer versterkingen nodig zijn door onnauwkeurige metingen
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over dat er mogelijk meer versterkingen nodig zijn door onnauwkeurige metingen (ingezonden 11 juli 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Infrastructuur
en Waterstaat (ontvangen 11 september 2019).
Vraag 1
Kent u het artikel van 10 juli 2019 van RTV Noord over mogelijk meer noodzakelijke
versterkingen?1 Wat is daarop uw reactie?
Antwoord 1
Ja, wij zijn bekend met het artikel. Wij vinden het buitengewoon onfortuinlijk dat
het verschil tussen de metingen met de twee netwerken tot onzekerheid over de versterkingsopgave
leidt. Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) geeft aan dat het mogelijk is dat er meer
gebouwen zullen moeten worden opgenomen en beoordeeld om vast te stellen of versterking
nodig is. SodM geeft tegelijkertijd aan dat dit niet leidt tot een andere prioritering
en daarmee geen effect heeft op de volgorde die op dit moment is vastgelegd in de
lokale plannen van aanpak. Daarmee loopt de uitvoering van de versterking geen vertraging
op.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de berekening van risico’s die de Nederlandse Aardolie Maatschappij
(NAM) gaat doen, veel te lang op zich laat wachten? Erkent u dat dit de onzekerheid
bij Groningers nog meer doet toenemen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Waar onzekerheid bestaat over de data of het gebruik daarvan, moet deze zo snel en
zorgvuldig mogelijk worden weggenomen. SodM heeft aangegeven dat de audit van het
gehele seismische meetsysteem 12 tot 18 maanden in beslag neemt en dat deze tijd nodig
is voor de genoemde zorgvuldigheid. SodM adviseert ook geen onmiddellijke aanpassing
van de versterkingsoperatie en geeft aan dat de geconstateerde verschillen tussen
de metingen verkregen met twee netwerken niet leiden tot een andere prioritering en
daarmee geen effect heeft op de volgorde die op dit moment is vastgelegd in de lokale
plannen van aanpak. Daarmee loopt de uitvoering van de versterking geen vertraging
op.
Als bij nadere analyse inderdaad blijkt dat meer gebouwen moeten worden opgenomen
in de versterkingsoperatie, zal dat gebeuren bij de jaarlijkse actualisatie van de
lokale plannen van aanpak.
Vraag 3
Wat gaat u tot die tijd doen voor de gedupeerde Groningers? Bent u bereid woningen
van mensen die een versterkingsadvies hadden voordat u de versterking stil legde,
alsnog te laten versterken? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunnen deze inwoners dan hun
eigen lokale aannemer kiezen?
Antwoord 3
De versterking is niet stilgelegd en wordt versneld conform de brief van 26 juni jl.
(Kamerstuk 33 529, nr. 664). Het Rijk heeft samen met de regio aanvullende afspraken gemaakt over huizen die
al voor de nieuwe aanpak zijn beoordeeld. Zo is bijvoorbeeld afgesproken, conform
het SodM-advies, dat de huizen met een (licht) verhoogd risicoprofiel uit de zogenaamde
1581-batch (die meer dan 400 huizen behelst) wordt uitgevoerd en herbeoordeeld. De
uitvoering van de versterking vindt plaats conform het reguliere proces. We werken
nu aan een variant waarbij de lessen uit de programma Eigen initiatief worden betrokken.
Vraag 4
Wanneer gaat u de Kamer informeren over de rollen en verantwoordelijkheden van het
Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut (KNMI) en de NAM, evenals over de rolverdeling
tussen beide, wie de regie heeft en hoe de kwaliteit wordt geborgd, zoals het Staatstoezicht
op de Mijnen (SodM) adviseert in haar rapport?2
Antwoord 4
Zoals in de brief van 10 juli jl. (Kamerstuk 2019Z14913) toegezegd nemen wij dit advies van SodM over. Aangezien er grote samenhang bestaat
met de evaluatie van het KNMI naar het interne werkproces, willen wij eerst de resultaten
hiervan afwachten voordat wij uitspraken doen over rolverdeling en verantwoordelijkheden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat zal u begin dit najaar over de
evaluatie informeren.
Vraag 5
Hoe verklaart u dat vlak na het bericht dat mogelijk meer woningen versterkt moeten
worden, een bericht verscheen dat de NAM en woningcorporaties de stekker uit de versterkingsoperatie
trekken?3 Wat is hierop uw reactie?
Antwoord 5
Wij hechten eraan te benadrukken dat het stoppen van het genoemde proefproject volledig
losstaat van het geconstateerde dempingseffect in een deel van het seismisch meetnetwerk.
Het staat partijen vrij om onderling afspraken te maken, waarbij de aspecten van woningrenovatie,
verduurzaming en versterking samen komen. Nu het genoemde proeftraject is gestopt,
betekent dit uiteraard niet dat de woningen die nog niet aan de veiligheidsnorm voldoen,
niet worden versterkt. Deze komen aan de beurt tijdens de reguliere versterkingsoperatie.
Vraag 6
Wat gaat u doen om huurders in Groningen gerust te stellen? Wat gaat u doen om deze
huurders te compenseren voor hun gebrek aan veiligheid? Welke compensatie krijgen
huurders voor de tijd die zij er in gestoken hebben?
Antwoord 6
Zoals in het antwoord op vraag 3 aangegeven is de versterking niet stilgelegd, de
versterking wordt versneld. Woningen die niet aan de veiligheidsnorm voldoen worden
versterkt. Dat geldt evengoed voor huurwoningen. Daarover zijn en worden afspraken
gemaakt met woningcorporaties in het aardbevingsgebied.
De manier waarop woningcorporaties huurders betrekken en compenseren, is opgenomen
in hun individuele sociale statuten. Voor deze compensatie zijn en worden separate
afspraken gemaakt met de woningcorporaties in het aardbevingsgebied.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.