Nota van wijziging : Nota van wijziging
35 245 Wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en de Wet toezicht trustkantoren 2018 in verband met de implementatie van richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU (PbEU 2018, L 156) (Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn)
Nr. 7
NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 16 oktober 2019
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel I, onderdeel G, wordt «onder vernummering van het tweede tot en met het
vierde lid tot het derde tot en met het vijfde lid» vervangen door «onder vernummering
van het tweede tot en met het vijfde lid tot het derde tot en met het zesde lid».
B
In artikel I, onderdeel P, komt artikel 23d, derde lid, te luiden:
3. De Nederlandsche Bank kan de registratie van een aanbieder als bedoeld in artikel
23b doorhalen indien:
a. de aanbieder hierom verzoekt;
b. de aanbieder bij het verzoek tot registratie onjuiste of onvolledige gegevens heeft
verstrekt, en kennis omtrent de juiste en volledige gegevens ertoe zou hebben geleid
dat De Nederlandsche Bank niet tot registratie zou zijn overgegaan;
c. de aanbieder relevante omstandigheden of feiten heeft verzwegen op grond waarvan,
zo zij voor het tijdstip waarop de registratie heeft plaatsgevonden zich hadden voorgedaan
of bekend waren geweest, De Nederlandsche Bank niet zou zijn overgegaan tot registratie;
d. de aanbieder niet voldoet aan de bij of krachtens deze wet of de Sanctiewet 1977
gestelde regels;
e. de aanbieder niet voldoet aan de verplichting tot betaling van een bedrag op grond
van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019;
f. de aanbieder geen diensten heeft verleend binnen een termijn van zes maanden na
registratie;
g. de aanbieder zijn dienstverlening heeft beëindigd, dan wel zijn dienstverlening
gedurende meer dan zes maanden heeft gestaakt;
h. de aanbieder de onderneming ten behoeve waarvan de registratie heeft plaatsgevonden,
geheel of gedeeltelijk overdraagt;
i. de aanbieder in staat van faillissement is komen te verkeren;
j. doorhaling of beëindiging heeft plaatsgevonden van de inschrijving van de aanbieder
in het handelsregister bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Handelsregisterwet
2007;
k. de aanbieder is opgehouden te bestaan.
C
In artikel I, onderdeel P, komt artikel 23e te luiden:
Artikel 23e
1. Een aanbieder als bedoeld in artikel 23b meldt schriftelijk aan de Nederlandsche
Bank een voornemen tot wijziging van:
a. de identiteit van degenen die het beleid van de aanbieder bepalen of mede bepalen;
b. de identiteit van degenen die al dan niet middellijk een gekwalificeerde deelneming
houden in de aanbieder.
2. Een wijziging als bedoeld in het eerste lid wordt niet doorgevoerd dan nadat de
Nederlandsche Bank hiervoor toestemming heeft gegeven.
3. Een aanbieder als bedoeld in artikel 23b meldt onverwijld schriftelijk aan de Nederlandsche
Bank een wijziging van:
a. de formele en feitelijke zeggenschapsstructuur van de groep waartoe de aanbieder
behoort;
b. de antecedenten van degenen die het beleid van de aanbieder bepalen of mede bepalen;
c. de antecedenten van degenen die een gekwalificeerde deelneming houden in de aanbieder
alsmede de omvang van de desbetreffende gekwalificeerde deelneming;
d. de formele en feitelijke zeggenschapsstructuur of de bedrijfsvoering van de aanbieder;
e. een wijziging van de omvang van de desbetreffende gekwalificeerde deelneming;
f. overige bij ministeriële regeling te bepalen gegevens.
4. De houder van een gekwalificeerde deelneming verschaft een aanbieder als bedoeld
in artikel 23b alle informatie die noodzakelijk is om te voldoen aan dit artikel.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld
over de bij de in het eerste en derde lid bedoelde kennisgeving te verstrekken gegevens.
D
In artikel I, onderdeel P, wordt artikel 23h als volgt gewijzigd:
1. In het derde lid wordt na «de Nederlandsche Bank» ingevoegd «of de stichting Autoriteit
Financiële Markten».
2. Het vijfde lid komt te luiden:
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met
betrekking tot de wijze waarop wordt vastgesteld of de betrouwbaarheid van een persoon
buiten twijfel staat en welke feiten en omstandigheden daarbij in aanmerking worden
genomen, alsmede regels met betrekking tot de misdrijven die, indien begaan door die
persoon, met het oog op de belangen die de wet beoogt te beschermen, tot de vaststelling
leiden dat de betrouwbaarheid van die persoon niet buiten twijfel staat.
E
Na artikel IV wordt een artikel ingevoegd, luidende:
ARTIKEL IVA
In artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt «28, 33, 34 en 38» vervangen door «23b, 23e, 23g, 23h, 23i, 23j, 28, 33, 34 en 38».
TOELICHTING
A
In dit onderdeel wordt een foutieve vernummering hersteld.
B
Het voorgestelde artikel I, onderdeel P, artikel 23d, derde lid, bevat verschillende
gronden voor het doorhalen van de registratie. Met deze wijziging worden deze gronden
uitgebreid en in lijn gebracht met de gronden voor intrekking van een vergunning in
de Wet toezicht trustkantoren 2018. In de eerste plaats kan DNB de registratie doorhalen
indien de aanbieder daarom verzoekt. Onderdeel b regelt dat DNB de registratie kan
doorhalen indien naderhand blijkt dat de aanbieder onjuiste of onvolledige gegevens
heeft aangeleverd bij de registratie. Voorts kan DNB de registratie doorhalen indien
de aanbieder relevante feiten heeft verzwegen, bijvoorbeeld met betrekking tot de
betrouwbaarheid en geschiktheid van dagelijks beleidsbepalers. Onderdeel d heeft betrekking
op de situatie dat de aanbieder niet (langer) voldoet aan de bij of krachtens de Wwft
of de Sanctiewet 1977 gestelde regels. In beginsel zal DNB bij de uitoefening van
haar toezicht de in hoofdstuk 4 geregelde formele maatregelen aanwenden, wanneer er
een tekortkoming in de naleving van deze wetten wordt geconstateerd. In voorkomende
gevallen kan het echter zijn dat de tekortkoming of overtreding dermate ernstig is
dat DNB overweegt om de registratie van de aanbieder door te halen. Dit kan bijvoorbeeld
aan de orde zijn indien een aanbieder zich actief aan het toezicht probeert te onttrekken
of de toezichthouder misleidt. Op grond van onderdeel e kan de toezichthouder de registratie
intrekken indien betaling op grond van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019
verschuldigde toezichtkosten door de aanbieder uitblijft. Het betreft de kosten die
jaarlijks door DNB in rekening worden gebracht aan de aanbieders die zijn geregistreerd
bij DNB. Onderdelen f en g voorzien in de situatie dat de aanbieder die geregistreerd
is geen diensten meer aanbiedt: de aanbieder maakt geen aanvang met zijn dienstverlening
of hij beëindigt die dienstverlening definitief. Ook wanneer een aanbieder gedurende
een periode van ten minste zes maanden geen diensten verleent, bestaat voldoende grond
voor doorhalen van de registratie. De onderdelen h en i zien op overdracht van onderneming
en faillissement van de aanbieder. De tekst van deze onderdelen is ontleend aan artikel
1:104, eerste lid, onderdelen g en j, van de Wft. Onderdeel j bepaalt dat indien de
aanbieder niet langer is ingeschreven in het handelsregister de registratie voor het
verlenen diensten door de aanbieder eveneens kan worden doorgehaald. Door aan te sluiten
bij inschrijving in het handelsregister, kan de toezichthouder eenvoudiger beoordelen
of er grond bestaat voor het doorhalen van de registratie dan het geval is bij de
beoordeling van de onder f, g en h genoemde gevallen. Onderdeel k maakt mogelijk dat
DNB zelf kan overgaan tot het doorhalen van de registratie indien de aanbieder niet
langer bestaat.
C
Dit onderdeel wijzigt de regels in artikel 23e omtrent het melden van gewijzigde gegevens
door een geregistreerde aanbieder aan DNB. Nieuw is dat in het eerste lid gegevens
zijn opgenomen waarvan een voornemen tot wijziging aan DNB gemeld moet worden. Het
gaat om essentiële gegevens waarbij DNB eerst toestemming moet hebben gegeven voordat
de wijziging doorgevoerd mag worden. Het gaat hierbij onder meer om de identiteit
van dagelijks beleidsbepalers waarvan DNB eerst de geschiktheid en betrouwbaarheid
moet hebben kunnen beoordelen. Verder zijn wijzigingen in een gekwalificeerde deelneming
relevant. Het gaat dan om zowel een wijziging in de houders van een deelneming als
wijzigingen in de omvang van deelnemingen. In het derde lid zijn de gegevens opgenomen
waar geen instemming voor nodig is, maar die na wijziging onverwijld aan DNB moeten
worden gemeld. Bij ministeriële regeling kunnen nog aanvullende gegevens worden opgenomen.
Om te bewerkstelligen dat meldingen tijdig worden gedaan, worden op grond van het
vierde lid houders van een gekwalificeerde deelneming verplicht mee te werken om een
aanbieder alle benodigde informatie te verstrekken.
D
Artikel 23h week op twee punten onbedoeld af van soortgelijke bepalingen over de betrouwbaarheid
en geschiktheid in andere wetten, zoals de Wet op het financieel toezicht en de Wet
toezicht trustkantoren 2018. Om verwarring te voorkomen wordt de tekst van artikel
23h in lijn gebracht met de tekst van die bepalingen.
E
In artikel IVA wordt voorzien in een aanpassing van de Wet op de economische delicten.
In de Wet op de economische delicten is een aantal bepalingen van de Wwft strafbaar
gesteld. Met dit artikel worden hier toevoegingen aan gedaan. Bij de strafbaarstelling
van overtredingen van voorschriften waarin met dit wetsvoorstel nieuw is voorzien,
is zoveel mogelijk aangesloten bij de strafbaarstelling van soortgelijke voorschriften
uit, met name, de Wet toezicht trustkantoren 2018.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën