Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over journalistiek onderzoek naar kleine gasvelden in Noord-Nederland
Vragen van lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het journalistiek onderzoek naar kleine gasvelden in het Noordoosten van Nederland (ingezonden 12 juli 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 16 september
2019).
Vraag 1
Kent u het onderzoek van 11 juli 2019 van vier regionale omroepen over het onderzoek
naar kleine gasvelden?1 Wat is daarop uw reactie?
Antwoord 1
Nee, het onderzoek ken ik niet. Ik heb wel kennis genomen van de berichten in de media
daarover.
Vraag 2 en 3
Waarom hebt u besloten meer gas te winnen dan eerder vergund was?
Waarom besluit u de periode van de winning in te korten?
Antwoord 2 en 3
De veronderstelling dat er meer aardgas gewonnen wordt uit kleine velden dan oorspronkelijk
vergund en dat de kleine velden versneld worden leeggehaald, is onjuist. Ook uit de
jaarverslagen die TNO jaarlijks publiceert blijkt dat de totale gasproductie uit de
kleine velden elk jaar afneemt.
In 2018 bedroeg de productie uit de kleine gasvelden op land 5,1 miljard Nm3 en is hiermee 0,9 Nm3 lager dan in 2017. De productie uit gasvelden op het continentaal plat bedroeg in
2018 11,1 miljard Nm3 en is hiermee 1,2 miljard Nm3 lager dan in 2017. De gasproductie op land en het continentaal plat liggen hiermee
in 2018 respectievelijk 14,6% en 9,5% lager dan in 2017. Het meest recente jaarverslag
van TNO is te vinden https://www.nlog.nl/nieuws/jaarverslag-delfstoffen-en-aardwarmte-2018-o….
Voor een individueel veld kan dit anders zijn. Indien een mijnbouwbedrijf veranderingen
en/of overschrijdingen ten opzichte van bestaande winningsplannen verwacht, moet er
een gewijzigd winningsplan worden ingediend.
Ook worden soms nieuwe gasvelden, waarvoor eerder een opsporings- en winningsvergunning
is afgegeven, in productie genomen. Dit zijn veelal velden die eerder ontdekt zijn,
maar nu pas in productie worden genomen.
In een winningsplan beschrijft een mijnbouwbedrijf een aantal scenario’s hoe de winning
van het gasveld naar verwachting zal verlopen. De scenario’s beschrijven de verwachte
productievolumes per jaar, het verwachte aantal jaren dat de winning in beslag zal
nemen en het totale maximaal te winnen aardgas uit het veld. De totale drukdaling
in het veld, de gassamenstelling en de snelheid waarmee de druk daalt, zijn enkele
parameters die uiteindelijk bepalend zijn voor de daadwerkelijk behaalde productievolume
en de productieduur.
Als ik van een mijnbouwbedrijf een gewijzigd winningsplan ontvang, beoordeel ik dit
winningsplan mede op basis van de adviezen van TNO, Staatstoezicht op de Mijnen (SodM),
de Technische commissie bodembeweging (Tcbb) en de decentrale overheden en leg ik
het ontwerp-instemmingsbesluit ter inzage voor zienswijzen.
Vraag 4
Waarom worden oude putten niet afgesloten, maar juist weer in gebruik genomen?
Antwoord 4
Bestaande productieputten worden afgesloten op het moment dat de putten geen functie
meer kunnen hebben. Wanneer er nog aardgas uit het veld gewonnen kan worden, worden
putten in stand gehouden om (her)gebruikt te kunnen worden. Een put kan bijvoorbeeld
tijdelijk niet gebruikt worden, omdat de druk in de transportleiding hoger is dan
de druk in het gasveld. Op het moment dat de druk in de gasleiding weer is gedaald,
kan de put weer opengezet worden en het resterende gas uit het gasveld gewonnen worden.
Eveneens kan een put gebruikt worden om een sidetrack te kunnen boren naar een ander
deel van het veld, zonder dat er een geheel nieuwe boorput aangelegd hoeft te worden.
Uiteraard ziet SodM erop toe dat de integriteit van de (her)gebruikte putten gewaarborgd
is.
Vraag 5
Hoeveel gas wordt er per veld gewonnen? Welk afbouwplan is er per veld? Kunt u dat
in een overzicht weergeven?
Antwoord 5
De hoeveelheid aardgas die maandelijks per gasveld gewonnen wordt, wordt sinds 2003
gepubliceerd op www.nlog.nl. Het mijnbouwbedrijf moet uiterlijk vier weken na iedere kalendermaand deze gegevens
verstrekken. TNO zorgt dat deze gegevens uiterlijk vier weken daarna worden gepubliceerd,
zoals is vastgelegd in het Mijnbouwbesluit. De maximale hoeveelheid aardgas die gewonnen
mag worden uit een gasveld, is beschikbaar op nlog.nl onder het tabblad data/productie-
en injectiedata.
In mijn brief van 30 mei 2018 (Kamerstuk 33 529, nr. 469) over kleine gasvelden heb ik het verloop van de gaswinning uit kleine velden geschetst,
inclusief een figuur die een overzicht geeft op de afnemende productie.
Vraag 6
Geldt het meer en sneller winnen van gas alleen voor het Noordoosten, of ook voor
de rest van Nederland? Kunt u gegevens van overige velden ook in het overzicht uit
vraag vijf meenemen?
Antwoord 6
De veronderstelling dat er «meer en sneller» aardgas wordt gewonnen in Nederland is
onjuist. Dit neemt niet weg dat er kleine gasvelden zijn waarvan de winning recent
is opgestart of nog opgestart moet worden. Zie ook de antwoorden op vragen 2 en 3.
Vraag 7
Wat gaat u doen voor omwonenden die zich grote zorgen maken?
Antwoord 7
Ik besef dat de gaswinning in Nederland zeer gevoelig ligt, ook uit de kleine velden.
Hierbij zijn veiligheid en de afhandeling van schade belangrijke factoren. Ik begrijp
deze zorgen heel goed. Dat wat in Groningen is gebeurd, heeft ook impact op de gaswinning
in de rest van Nederland. Ook al zijn de risico’s anders en is de omvang niet vergelijkbaar,
neemt dit vaak niet de zorgen weg. Het is belangrijk om vooraf duidelijkheid te krijgen
over de risico’s. Daarom moeten mijnbouwmaatschappijen een risicoanalyse te maken
die onder meer door SodM en de Mijnraad wordt beoordeeld. Omwonenden worden, voordat
ik een besluit neem, in de gelegenheid gesteld een reactie te geven. Tijdens informatieavonden
kunnen zij vragen stellen aan mensen van mijn ministerie, SodM, TNO en de mijnbouwmaatschappij
zelf. Verder werk ik aan een nieuwe website rond de vergunningaanvragen. Ook is de
vindbaarheid van informatie op de websites van TNO en KNMI verbeterd en heeft TNO
wijzigingen en verduidelijkingen aangebracht in het jaarverslag «Delfstoffen en aardwarmte
in Nederland».
Een mijnbouwmaatschappij krijgt alleen toestemming om gas te winnen als het veilig
kan. En als er toch sprake is van schade door de gaswinning, dan moet vooraf duidelijkheid
bestaan over de afhandeling hiervan. Ik werk aan een landelijke aanpak van de schadeafhandeling
voor kleine velden.
Vraag 8
Hoe verklaart u de uitkomsten van dit onderzoek na uw belofte in uw brief van 30 mei
2018 (Kamerstuk 33 529, nr. 469), waarin u aangeeft te kiezen voor een gestage afbouw voor de kleine velden?2
Antwoord 8
Zie de beantwoording op vragen 2 en 3.
Vraag 9
Welke lessen uit Groningen heeft u geleerd die u in die brief noemt? Hoe heeft u die
lessen toegepast?
Antwoord 9
De aangehaalde brief gaat over de gaswinning uit de kleine velden in het licht van
de energietransitie. In deze brief geef ik aan naar de lessen uit de Groningse praktijk
te kijken die ook op kleine velden toegepast kunnen worden. Een van deze lessen betreft
de noodzaak voor een adequate, uniforme en onafhankelijke schadeafhandeling. Momenteel
wordt de landelijke aanpak van schadeafhandeling voor mijnbouwactiviteiten buiten
Groningen (en Norg) uitgewerkt. Een ander punt waarop voor de kleine velden lering
is getrokken uit de Groningse praktijk is dat voorafgaand aan de winning voor nieuwe
gasvelden op land en bij essentiële wijzigingen in de productie van bestaande gasvelden
op land, met een Seismische Risico Analyse (SRA), nauwkeurig in kaart wordt gebracht
wat de effecten en risico’s zijn. En ook dat daarover open en transparant en in een
vroegtijdiger stadium met burgers en decentrale overheden wordt gecommuniceerd.
Vraag 10
Wat betekent in uw brief: «alleen als het veilig kan?»
Antwoord 10
De brief benadrukt het belang van veiligheid en constateert daarbij tegelijk het feit
dat risico’s nooit helemaal weggenomen kunnen worden. Veiligheid kan worden omschreven
als een situatie waarin, na het uitvoeren van preventieve en mitigerende maatregelen,
het resterende veiligheidsrisico een aanvaardbaar laag niveau heeft in verhouding
tot de maatschappelijke waarde van desbetreffende activiteit. Ik heb mijn oordeel
over veiligheid van de gaswinning uit kleine velden gebaseerd op de inschatting van
deskundigen (TNO, Tcbb, SodM). In de praktijk blijkt dat gaswinning uit kleine velden
inderdaad veilig is.
Vraag 11
Wat is terechtgekomen van de belofte in uw brief dat er werd gezorgd voor financiële
zekerheden, zodat operators te zijner tijd kunnen voldoen aan hun verwijderingsverplichting?
Antwoord 11
Door afnemende olie- en gasreserves in de ondergrond en de transitie naar een duurzame
energievoorziening zal in de komende 10 tot 20 jaar een aanzienlijk deel van de olie-
en gasinfrastructuur (mijnbouwwerken, platforms, putten, kabels en pijpleidingen)
moeten worden verwijderd, tenzij er mogelijkheden zijn voor hergebruik, zoals opslag
van CO2, de productie van waterstof of geothermie. Er zijn voldoende waarborgen nodig om
zeker te stellen dat mijnbouwbedrijven over de nodige financiële middelen beschikken
om de infrastructuur te kunnen verwijderen. Ik heb daartoe een voorstel tot wijziging
van de Mijnbouwwet in voorbereiding. Dit wetsvoorstel heb ik inmiddels voor advies
voorgelegd aan de Raad van State. Na ontvangst hiervan zal ik dit wetsvoorstel zo
spoedig mogelijk indienen bij uw Kamer. Ik verwacht dat dit, afhankelijk van het advies
van de Raad van State, in oktober 2019 zal zijn. Met dit wetsvoorstel worden de bestaande
artikelen in de Mijnbouwwet over het verwijderen en hergebruiken van mijnbouwwerken
en de in dat kader door mijnbouwondernemingen te stellen financiële zekerheden verduidelijkt,
geactualiseerd en aangevuld. Het wetsvoorstel voorziet in een systeem van transparante
en robuuste financiële waarborgen en adequate monitoring daarvan ter nadere invulling
van de bestaande bepalingen.
Vraag 12
Wat is terechtgekomen van de belofte in uw brief dat er werd gezorgd voor het verbeteren
van de schadeafhandeling? Wat merken inwoners in Nederland met schade van de onafhankelijke,
landelijke afhandeling van mijnbouwschades? Hoeveel mensen hebben hier al gebruik
van gemaakt en zijn tevreden met die afhandeling?
Antwoord 12
Ik heb uw Kamer het afgelopen jaar met zes brieven3 geïnformeerd over mijn vorderingen om te komen tot de gewenste onafhankelijke landelijke
afhandeling van mijnbouwschades. Deze brieven illustreren de ambitie om deze schadeafhandeling
nu voor eens en altijd goed te regelen, maar ook de complexiteit van dit traject.
Alhoewel ik verwacht dat de Commissie Mijnbouwschade niet eerder dan medio 2020 operationeel
zal kunnen zijn, span ik mij in de tussentijd ook in voor een goede afhandeling van
oude schademeldingen.
Vraag 13
Wat is terechtgekomen van de belofte in uw brief dat er een bijdrage aan de omgeving
werd geleverd? Kunt u praktische voorbeelden noemen waar mensen gecompenseerd zijn
voor de last die zij ondervinden van de gaswinning?
Antwoord 13
Het leveren van een bijdrage aan de omgeving door mijnbouwprojecten past binnen de
gedragscode «Gaswinning kleine velden» zoals die door NOGEPA is opgesteld en is ondertekend
door de mijnbouwbedrijven. Praktische voorbeelden van bijdragen aan de omgeving zijn
te vinden op de websites van de mijnbouwbedrijven.
Zoals uiteengezet in mijn brief van 8 juli 2019 (Kamerstuk 32 849, nr. 188) stimuleer ik tevens omgevingsprocessen die leiden tot een verbeterde afstemming
tussen de lokale inspanningen van de mijnbouwonderneming en de behoeften van omwonenden
en tot gebiedsarrangementen. In een dergelijk omgevingsproces wordt onder andere ingegaan
op hoe mijnbouwontwikkelingen van waarde kunnen zijn voor het winningsgebied.
Het opstellen van een zogenaamd projectafstemmingsprogramma bij nieuwe activiteiten
voor de gaswinning uit kleine velden, zoals dat nu al gedaan wordt door de mijnbouwonderneming
samen met de omgeving en is opgenomen in de gedragscode van de sector, past in deze
context. Alhoewel er dus concrete resultaten worden geboekt, is de vormgeving van
het omgevingsproces ook nog volop in beweging. Hierin worden lessen uit relevante
pilots ook meegenomen. Ik denk hierbij aan de lessen die voortvloeien uit de in januari
2019 succesvol afgeronde besluitvorming over de pilot zoutwinning Harlingen en de
nog lopende omgevingspilot rond de eventuele gaswinning Ternaard.
Vraag 14
Wat is terechtgekomen van de belofte in uw brief dat de lokale overheden werden betrokken
bij de gaswinning en de bredere energietransitie? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 14
Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer van 21 december 2018 zet ik nadrukkelijk
in op een betere communicatie met gemeenten en met inwoners. Deze afstemming krijgt
concreet vorm in onder andere de diverse overleggen die gevoerd worden met lokale
overheden als onderdeel van de vergunningprocedures rond mijnbouwaanvragen. Daarnaast
vindt periodiek informeel overleg plaats in het bestuurlijk platform mijnbouwgemeenten,
waarbij wordt getracht de behoeften vanuit gemeenten en de inspanningen vanuit het
Ministerie van Economische Zaken en Klimaat ten aanzien van het gebruik van de diepe
ondergrond beter op elkaar af te stemmen. Momenteel onderzoek ik ook de wensen en
mogelijkheden voor verdere reguliere afstemming met mijnbouwgemeenten hierover. Ook
over het landelijk schadeprotocol, waaraan op dit moment hard wordt gewerkt, vindt
afstemming plaats met gemeenten.
Tot slot zal de komende periode ook in het kader van de Regionale Energie Strategieën
nog uitvoerig worden gesproken met lokale en regionale overheden over hun rol in de
bredere energietransitie.
Vraag 15
Kunt u in een schema overzichtelijk maken hoeveel het gas in het Groningenveld de
afgelopen zeven jaar is afgebouwd? Kunt u in dat schema overzichtelijk maken hoeveel
gas er in dezelfde periode uit kleine velden is gehaald? Kunt u tevens meenemen in
dat schema wat de opbrengsten zijn geweest en wat de prognose is voor komende vijf
jaar?
Antwoord 15
In de jaarverslagen van mijn ministerie die aan uw Kamer worden gestuurd zijn de gasbaten
en de volumes over meerdere jaren overzichtelijk terug te vinden. Ook worden jaarlijks
in de Rijksbegroting de prognoses over meerdere jaren gepresenteerd.
Onderstaande tabellen zijn hier een samenvatting van.
Tabel aardgasbaten en volumes1
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
Aardgasbaten (in k€)
11.839.743
13.342.665
10.505.291
6.424.910
1.926.754
2.373.989
1.461.955
Volume kleine velden (in mld Nm3)1
26
26
24
22
20
18
16
Volume Groningenveld (in mld Nm3)1
48
54
42
28
28
24
19
X Noot
1
Getallen zijn afgerond.
Tabel prognoses aardgasbaten en volumes1
2019
2020
2021
2022
2023
2024
Aardgasbaten (in mld€)
1,55
1,47
1,10
0,80
0,56
0,36
Volume kleine velden (in mld Nm3)1
16
16
14
12
10
10
Volume Groningenveld (in mld Nm3)1
18
15
11
7
4
3
X Noot
1
De cijfers voor het Groningenveld (baten én volume) zijn nog gebaseerd op de raming
van GTS van 31 januari 2019. Het kabinet streeft ernaar de gaswinning uit het Groningenveld
zo snel mogelijk te beperken en onderzoekt nu mogelijkheden om al volgend gasjaar
de gaswinning nog verder te beperken. Een verdere versnelling van het basispad zal
vervolgens in de volumes en de aardgasbaten worden verwerkt.
X Noot
1
Getallen zijn afgerond.
Vraag 16
Baseert u uw besluiten op lagere inkomsten uit het Groningenveld? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 16
De verminderde gaswinning uit het Groningenveld staat volledig los van de gaswinning
in de kleine velden. Van afwenteling van de verminderde gaswinning in Groningen op
andere gebieden is geen sprake.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.