Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Hul over interne chaos bij het Commissariaat voor de Media
Vragen van het lid Van den Hul (PvdA) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over interne chaos bij het Commissariaat voor de Media (ingezonden 19 juli 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 5 september
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3507.
Vraag 1, 2 en 3
Wat klopt er van het bericht dat er interne chaos is bij toezichthouder Commissariaat
voor de Media en dat de organisatie stuurloos is?1
Klopt het dat werknemers spreken van onderling wantrouwen en een gevoel van onveiligheid,
en dat er onder hen een opvallend hoog verloop is van 20% per jaar?2
Hoe beoordeelt u het vertrouwen dat de top van het Commissariaat voor de Media verdient,
nu de algemeen directeur vorige week per direct is vertrokken, er voor de vorige maand
afgezwaaide voorzitter nog geen opvolger is, een ander collegelid is geschorst en
de enige overgebleven bestuurder van het Commissariaat voor de Media bij zijn herbenoeming
in 2018 voor u een berisping heeft verzwegen?
Antwoord 1, 2 en 3
Het Commissariaat voor de Media (hierna: Commissariaat) verkeert door verschillende
oorzaken in een fase die extra aandacht vergt. Er is geen sprake van een stuurloze
situatie, de organisatie werkt door aan de taken die het Commissariaat heeft. Door
een uitbreiding van het mandaatbesluit is erin voorzien dat besluiten over de reguliere
bedrijfsvoering gewoon doorgang kunnen vinden ondanks het aftreden van de voorzitter
per 1 juli 2019 en het ontslag van een commissaris. Zaken die bestuursrechtelijke
besluitvorming op college-niveau vereisen, worden aangehouden totdat er een nieuwe
voorzitter is. De verwachting is dat op korte termijn een nieuwe voorzitter kan worden
benoemd en dat ook de bestuursrechtelijke besluitvorming dan weer op de gebruikelijke
wijze kan plaatsvinden. Ik heb op dit moment voldoende vertrouwen dat het Commissariaat
zijn taken kan uitvoeren.
Het klopt dat er een hoog personeelsverloop is. Het Commissariaat laat de oorzaken
daarvan onderzoeken.
Vraag 4
Bestaat er een rechtvaardiging voor de afwijkende vertrekregeling voor de voorzitter
die overeenkomt met vijf maal haar jaarsalaris? Zo ja, welke?
Antwoord 4
Zoals ik in mijn visiebrief over de publieke omroep van 14 juli 2019 heb aangekondigd,
bezie ik de bezoldigingsnormen in de mediasector. Op dit moment bezie ik de huidige
rechtspositieregeling van het Commissariaat omdat deze ook naar mijn mening niet meer
past in de huidige tijd. Ik ben van plan om de regeling zo snel mogelijk te herzien.
Overigens kan ik u melden dat de inmiddels per 1 juli 2019 afgetreden voorzitter geen
beroep zal doen op de wachtgeldregeling.
Vraag 5
Ziet u, met de kennis van nu, de schorsing eind april van een collegelid vanwege een
vertrouwensbreuk na publicatie van zijn roman over de mores in Hilversum nog altijd
als een adequate maatregel? Zo ja, welke overwegingen liggen daaraan ten grondslag?
Antwoord 5
Ja. Op basis van zorgvuldig onderzoek is mij gebleken dat herstel van de vertrouwensbreuk
niet mogelijk is. Ik heb daarbij ook de recente berichtgeving in beschouwing genomen.
Bij brief van 1 augustus 2019 heb ik uw Kamer op de hoogte gesteld van mijn besluit
om betrokkene te ontslaan.
Vraag 6
Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het algemeen overleg van 11 september
2019 over de Visiebrief mediabeleid?
Antwoord 6
Ja.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Kwint (SP),
ingezonden 17 juli 2019 (vraagnummer
2019Z15210
) en het lid Sneller (D66), ingezonden 18 juli 2019 (vraagnummer
2019Z15236).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.