Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over het bericht dat er onrust heerst binnen het Commissariaat voor de Media
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat er onrust heerst binnen het Commissariaat voor de Media (ingezonden 17 juli 2019).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 5 september
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 3502.
Vraag 1
Wat is het gevolg voor de te nemen besluiten van het Commissariaat voor de Media,
nu het merendeel van de bestuurders zijn opgestapt?1
Antwoord 1
Er was al voorzien in het aftreden van de voorzitter van het Commissariaat voor de
Media (hierna: Commissariaat) vanwege het verstrijken van haar wettelijke benoemingstermijn
per 1 juli 2019. Door een uitbreiding van het mandaatbesluit kunnen besluiten over
de reguliere bedrijfsvoering gewoon doorgang vinden. Zaken die bestuursrechtelijke
besluitvorming op college-niveau vereisen, worden aangehouden totdat er een nieuwe
voorzitter is. De verwachting is dat deze op korte termijn kan worden benoemd zodat
de bestuursrechtelijke besluitvorming weer op de gebruikelijke wijze kan plaatsvinden.
Vraag 2 en 3
Wat zijn de regels omtrent nevenfuncties bij het Commissariaat?
Worden die regels nogmaals tegen het licht gehouden nu duidelijk is dat sommige nevenfuncties
op gespannen voet staan met werkzaamheden van het Commissariaat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Regels omtrent nevenfuncties van leden van publiekrechtelijke zbo’s zoals het Commissariaat
zijn opgenomen in de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen (artikel 13). Een lid van
een zbo mag geen nevenfuncties bekleden die ongewenst zijn met het oog op een goede
vervulling van zijn functie of de handhaving van zijn onafhankelijkheid of van het
vertrouwen daarin. Een lid van een zbo dient het voornemen tot het aanvaarden van
een nevenfunctie te melden bij de Minister en alle nevenfuncties moeten openbaar gemaakt
worden. Daarnaast heeft het Commissariaat een eigen Gedragscode Integriteit Commissariaat voor de Media
https://www.cvdm.nl/wp-content/uploads/2019/07/Gedragscode-Integriteit-…. Op grond daarvan bestaat een meldplicht indien werkzaamheden, betaald of onbetaald,
de belangen van het Commissariaat kunnen raken. Verder bepaalt de code dat nevenwerkzaamheden
waardoor een goede vervulling van de functie of het goed functioneren van de openbare
dienst niet in redelijkheid zou zijn verzekerd, verboden zijn. Dat is het geval bij
ongeoorloofde belangenverstrengeling, botsing van belangen, schade aan het aanzien
van het ambt en onvoldoende beschikbaarheid voor de functie bij het Commissariaat.
Zodra een nieuwe voorzitter in functie is, zal ik met het Commissariaat nader overleggen
hoe optimale transparantie en toetsing van nevenfuncties bereikt kunnen worden. Daarbij
zullen de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en de eigen code van het Commissariaat
in beschouwing worden genomen.
Vraag 4
Wanneer wordt de veel te riante wachtgeldregeling aangepast? Bent u voornemens dit
onder de huidig geldende WNT-normen te laten vallen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zoals ik in mijn visiebrief over de publieke omroep van 14 juli 2019 heb aangekondigd,
bezie ik de bezoldigingsnormen in de mediasector. Op dit moment bezie ik de huidige
rechtpositieregeling van het Commissariaat omdat deze ook naar mijn mening niet meer
past in de huidige tijd. Ik ben van plan om de regeling zo snel mogelijk te herzien.
Overigens kan ik u melden dat de inmiddels per 1 juli 2019 afgetreden voorzitter van
het Commissariaat geen beroep zal doen op de wachtgeldregeling.
Vraag 5, 6 en 7
Wat zijn de regels voor vertrekkende toezichthouders die naar bedrijven gaan waar
zij toezicht op hebben gehouden?
Deelt u de mening dat het voor toezichthouders essentieel is dat (de schijn van) belangenverstrengeling
tegengegaan moet worden?
Worden deze regels aangescherpt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5, 6 en 7
Het is voor toezichthouders zoals het Commissariaat inderdaad essentieel dat (de schijn
van) belangenverstrengeling wordt voorkomen.
Op de medewerkers van het Commissariaat zijn de rechtspositieregels voor rijksambtenaren
van toepassing. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het Algemeen Rijksambtenarenreglement
(ARAR) en de Gedragscode Integriteit Rijk (GIR) zijn bepalingen opgenomen omtrent
belangenverstrengeling, geheimhoudingsverplichtingen en een afkoelingsperiode bij
een gevoelige overstap naar ander werk.2
Verder heeft het Commissariaat in zijn eigen Gedragscode Integriteit van het Commissariaat voor de Media ook bepalingen hierover opgenomen. Voor alle medewerkers en voormalig medewerkers
geldt een geheimhoudingsplicht, ook nadat zij het Commissariaat hebben verlaten. In
het geval medewerkers overstappen naar een bedrijf in de mediasector of een andere
marktpartij kunnen in de aanloop daar naar toe al voorzorgsmaatregelen worden getroffen.
Bijvoorbeeld dat betrokkene zich bij het Commissariaat uit bepaalde besluitvormingsprocessen
of zaken terugtrekt en ontzegging van de toegang tot (delen van) het netwerk en de
systemen van het Commissariaat.
Naleving van de genoemde regels biedt afdoende waarborg om (de schijn van) belangenverstrengeling
tegen te gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.