Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Gerven en Hijink over de podcast 'Met 30 jaar zorg-ervaring terug naar school door de wet BIG 2'
Schriftelijke vragen van de leden Van Gerven en Hijink (beiden SP) aan de Minister voor Medische Zorg over de podcast «Met 30 jaar zorg-ervaring terug naar school door de wet BIG 2» (ingezonden 12 augustus 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 4 september 2019).
         
Vraag 1
            
Wat is uw reactie op Podcast De Dag: «Met 30 jaar zorg-ervaring terug naar school
               door de wet BIG 2»?1 2
Antwoord 1
            
Ik betreur het dat er onrust binnen de beroepsgroep is ontstaan en dat er tal van
               aannames worden gedaan rondom het wetsvoorstel BIG II die niet juist zijn. Ook in
               de podcast worden aannames gedaan die geen grondslag vinden in het wetsvoorstel. Een
               concreet voorbeeld dat in de podcast wordt genoemd is dat een verpleegkundige na invoering
               van het wetsvoorstel geen injectie meer zou mogen plaatsen, maar dat dit alleen nog
               maar door een regieverpleegkundige zou mogen worden gedaan. Zoals ik eerder heb benadrukt
               worden er géén taken en bevoegdheden afgenomen van de huidige groep verpleegkundigen.
               Zo blijft een verpleegkundige, net als nu, functioneel zelfstandig bevoegd om te injecteren.
               Daar is geen toezicht of tussenkomst van een regieverpleegkundige voor nodig.
            
Vraag 2
            
Klopt het dat het onderscheid tussen hbo-opgeleide verpleegkundigen, de vernieuwde
               beroepsprofielen en de nieuwe, beperktere functieomschrijving voor verpleegkundigen
               afgestudeerd voor 2012 kan leiden tot een lager salaris voor deze groep?
            
Antwoord 2
            
Met een verwijzing naar de beantwoording van vraag 1 merk ik op dat het wetsvoorstel
               BIG niet beoogt om taken of bevoegdheden van de verpleegkundige af te nemen. Verder
               merk ik op dat de vaststelling van het salaris een aangelegenheid is tussen werkgever
               en werknemer. Het Ministerie van VWS is daar geen partij in.
            
Vraag 3
            
Gaat de overgangsregeling voor de mbo- en inservice-opgeleide verpleegkundigen (Wet
               BIG-II) over het maken van een kwaliteitsslag of is het een bezuinigingsmaatregel?
            
Antwoord 3
            
De wens vanuit de beroepsgroep om een onderscheid te maken tussen de mbo- en de hbo-opgeleide
               verpleegkundige is ingegeven vanuit het oogpunt van kwaliteit van zorg. Partijen hebben
               mij gevraagd dit onderscheid via de wet te regelen, omdat het hen niet lukte deze
               discussie de afgelopen 40 jaar te beslechten. De beroepsgroep wil met dit onderscheid
               verpleegkundigen beter inzetten op taken waarin ze deskundig zijn en waarvoor ze zijn
               opgeleid. Dit zou – naast het verhogen van kwaliteit – bij moeten dragen aan het verhogen
               van het werkplezier. Van een bezuinigingsmaatregel is derhalve geen sprake.
            
Vraag 4
            
Welke doelen van het hoofdlijnenakkoord zullen worden gehaald en hoeveel geld zal
               er bespaard worden met de invoering van de Wet BIG-II?
            
Antwoord 4
            
Het huidige wetsvoorstel BIG-II is geen onderdeel van het hoofdlijnenakkoord medisch-specialistische
               zorg 2019–2022. Verder verwijs ik u graag naar de beantwoording van vraag 3.
            
Vraag 5
            
Klopt het dat ruim 80% van de ruim 180.000 verpleegkundigen in Nederland niet aan
               het hbo is afgestudeerd na 2012 en deze groep dus de negatieve gevolgen van deze wet
               zal ondervinden?
            
Antwoord 5
            
De schatting is dat ongeveer 20.000 verpleegkundigen in het BIG-register geregistreerd
               staan die na 2012 zijn afgestudeerd aan de Hbo-opleiding verpleegkunde. De conclusie
               dat de andere verpleegkundigen dus de negatieve gevolgen zal ondervinden, deel ik
               niet. Zoals ik kenbaar heb gemaakt bij de beantwoording van vraag 1 worden er met
               het wetsvoorstel beslist geen taken of bevoegdheden afgenomen.
            
Vraag 6
            
Deelt u de mening dat de kans groot is dat deze wet de kwaliteit van de zorg niet
               ten goede zal komen, aangezien veel verpleegkundigen taken niet meer mogen uitvoeren
               waar zij dat eerst nog wel mochten en de kans groot is dat veel ervaring en kennis
               in de sector verloren gaat?
            
Antwoord 6
            
Uiteraard is het altijd de bedoeling dat wij werken aan de verbetering van de kwaliteit
               van de zorg, daar spannen wij ons dagelijks voor in. Verder verwijs ik u naar de beantwoording
               van vraag 1, waar uiteen wordt gezet dat het huidige wetsvoorstel BIG II niet is gemaakt
               om taken en bevoegdheden af te nemen van de verpleegkundigen.
            
Vraag 7
            
Bent u bereid dit voorstel in te trekken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
            
Zoals ik eerder kenbaar heb gemaakt is het wetsvoorstel op verzoek van en na veel
               overleg met onder andere vertegenwoordigers van de beroepsgroep, werkgevers en werknemers
               tot stand gekomen. Strikt genomen hoeft het onderscheid niet in de wet te worden opgenomen.
               De beroepsgroep en sociale partners kunnen dit zelf ook in CAO’s of kwaliteitsstandaarden
               regelen. Zij hebben mij gevraagd het onderscheid via de wet te regelen, omdat het
               partijen niet lukte deze discussie de afgelopen 40 jaar te beslechten. Gelet op alle
               recente ontwikkelingen zie ik het huidige wetsvoorstel rondom de regieverpleegkundige
               in deze vorm niet vliegen. Prof. dr. A.H.G. Rinnooy Kan zal daarom verkennen welk
               draagvlak er is en welke andere opties – zoals CAO’s of kwaliteitsstandaarden – er
               zijn om functiedifferentiatie te bewerkstelligen. Wat mij betreft staan alle opties
               open.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.