Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 267 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (PbEU L 150) (Implementatiewet wijziging EU-kaderrichtlijn afvalstoffen)
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
ARTIKEL IV
ARTIKEL V
ARTIKEL VI
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is ter implementatie van
Richtlijn (EU) 2018/851 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot
wijziging van Richtlijn 2008/98/EG betreffende afvalstoffen (PbEU L 150), de Wet milieubeheer
en enkele andere wetten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk
gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut
voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Wet milieubeheer wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:
a. De volgende begrippen en de daarbij behorende begripsomschrijvingen worden in de
alfabetische rangschikking ingevoegd:
bioafval:
biologisch afbreekbaar tuin- en plantsoenafval, levensmiddelenafval en keukenafval
afkomstig van huishoudens, kantoren, restaurants, groothandels, kantines, cateringfaciliteiten
en winkels en vergelijkbare afvalstoffen van de levensmiddelenindustrie;
regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid:
regels die ervoor zorgen of een besluit dat er voor zorgt dat dat degene die stoffen,
mengsels of producten in de handel brengt geheel of gedeeltelijk de financiële of
organisatorische verantwoordelijkheid draagt voor het beheer van de van die stoffen,
mengsels of producten overgebleven afvalstoffen;
b. In de begripsomschrijving «beheer van afvalstoffen» wordt na «nuttige toepassing»
ingevoegd «, met inbegrip van sortering,».
c. In de begripsomschrijving «preventie» wordt «schadelijke stoffen» vervangen door
«gevaarlijke stoffen».
2. Het zesde en zevende lid komen te luiden:
6. Stoffen, mengsels of voorwerpen die het resultaat zijn van een productieproces dat
niet in de eerste plaats is bedoeld voor de productie van die stoffen, mengsels of
voorwerpen worden niet als afvalstoffen maar als bijproducten beschouwd indien wordt
voldaan aan de volgende voorwaarden:
a. het is zeker dat de stoffen, mengsels of voorwerpen zullen worden gebruikt;
b. de stoffen, mengsels of voorwerpen kunnen onmiddellijk worden gebruikt zonder enige
verdere behandeling anders dan die welke bij normale productie gangbaar is;
c. de stoffen, mengsels of voorwerpen worden geproduceerd als een integraal onderdeel
van een productieproces; en
d. verder gebruik is rechtmatig, inhoudende dat de stoffen, mengsels of voorwerpen voldoen
aan alle voorschriften inzake producten, milieu en gezondheidsbescherming voor het
specifieke gebruik en dat gebruik niet zal leiden tot over het geheel genomen ongunstige
effecten voor het milieu of de menselijke gezondheid.
7. Bij ministeriële regeling kan Onze Minister bepalen dat een specifieke soort stoffen,
mengsels of voorwerpen niet als afvalstoffen maar als bijproducten worden beschouwd,
indien wordt voldaan aan criteria voor de toepassing van de voorwaarden, bedoeld in
het zesde lid, op die soort stoffen, mengsels of voorwerpen, voor zover voor die soort
stoffen, mengsels of voorwerpen geen criteria zijn vastgesteld krachtens artikel 5,
tweede lid, van de kaderrichtlijn afvalstoffen.
4. Onder vernummering van het achtste tot en met dertiende lid tot elfde tot en met
zestiende lid worden drie leden ingevoegd, luidende:
8. Afvalstoffen die een behandeling van recycling of andere nuttige toepassing hebben
ondergaan, worden niet langer als afvalstoffen beschouwd, indien zij voldoen aan de
volgende voorwaarden:
a. de stoffen, mengsels of voorwerpen zijn bestemd om te worden gebruikt voor specifieke
doelen;
b. er is een markt voor of vraag naar de stoffen, mengsels of voorwerpen;
c. de stoffen, mengsels of voorwerpen voldoen aan de technische voorschriften voor de
specifieke doelen en aan de voor producten geldende wetgeving en normen; en
d. het gebruik van de stoffen, mengsels of voorwerpen heeft over het geheel genomen geen
ongunstige effecten voor het milieu of de menselijke gezondheid.
9. Bij ministeriële regeling kan Onze Minister, in overeenstemming met de in artikel
6, tweede lid, van de kaderrichtlijn afvalstoffen opgenomen vereisten, bepalen dat
een specifieke soort afvalstoffen die een behandeling van recycling of andere nuttige
toepassing heeft ondergaan niet langer als afvalstoffen worden beschouwd, indien wordt
voldaan aan criteria voor de toepassing van de voorwaarden, bedoeld in het achtste
lid, op die soort afvalstoffen, voor zover voor die soort afvalstoffen geen criteria
zijn vastgesteld krachtens artikel 6, tweede lid, van de kaderrichtlijn afvalstoffen.
Bij het vaststellen van de criteria wordt rekening gehouden met eventuele nadelige
effecten voor het milieu en de menselijke gezondheid van de stoffen, mengsels of voorwerpen
die het resultaat zijn van de handeling van recycling of andere nuttige toepassing.
10. Bij ministeriële regeling wordt aangegeven welke stoffen, mengsels of voorwerpen
in ieder geval, onverminderd het bepaalde in het achtste en negende lid, worden aangemerkt
als afvalstoffen, indien de houder zich daarvan ontdoet, voornemens is zich daarvan
te ontdoen of zich daarvan moet ontdoen.
5. In het twaalfde lid (nieuw) wordt «zevende of achtste lid» vervangen door «elfde
lid».
6. In het vijftiende lid (nieuw) vervalt «onderscheidenlijk een wijziging van een ingevolge
artikel 5 of 6 van de kaderrichtlijn vastgestelde maatregel» en «onderscheidenlijk
het eerste en zesde lid» en wordt «tiende lid» vervangen door «dertiende lid».
B
Artikel 9.5.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het derde lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. om geheel of gedeeltelijk de financiële of financiële en organisatorische verantwoordelijkheid
voor de inname en het beheer van die stoffen, mengsels of producten overgebleven afvalstoffen
te dragen, waarbij, in het geval van een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid,
de verplichtingen die daaruit voortvloeien tevens kunnen worden uitgevoerd door een
organisatie die namens diegene de regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
nakomt;
2. Het derde lid, onderdeel e, komt te luiden:
e. openbaar beschikbare informatie te verstrekken over:
1°. de mate waarin die stoffen, preparaten of producten geschikt zijn voor hergebruik
en recycleerbaar zijn;
2°. voorzieningen die er op gericht zijn om die stoffen, mengsels of producten in te nemen
voor hergebruik of nuttig toepassing; en
3°. afvalpreventiemaatregelen.
C
Aan artikel 10.1a, eerste lid, onder h, wordt, onder vervanging van de punt aan het
slot van onderdeel 2° door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
3°. stoffen die bestemd zijn voor gebruik als voedermiddelen als omschreven in artikel 3,
tweede lid, onderdeel g, van Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement
en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van
diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement
en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG
van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG
van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie (PbEU L 229) en die geen dierlijke
bijproducten bevatten of daaruit bestaan.
D
In artikel 10.26, eerste lid, vervallen, onder vervanging van de puntkomma aan het
slot van onderdeel c door punt, onderdelen d en e.
E
Artikel 10.29, tweede lid, tweede volzin, komt te luiden:
Indien zulks noodzakelijk is om de nuttige toepassing van afvalstoffen te faciliteren
of te verbeteren wordt bij algemene maatregel van bestuur de verplichting opgenomen
om daarbij aangegeven huishoudelijke afvalstoffen gescheiden en niet gemengd met afvalstoffen
of materialen die niet dezelfde eigenschappen bezitten, in te zamelen, waarbij tevens
kan worden bepaald onder welke voorwaarden afwijking van die verplichting mogelijk
is.
F
Artikel 10.47, derde lid, komt te luiden:
3. Indien zulks noodzakelijk is om de nuttige toepassing van afvalstoffen te faciliteren
of te verbeteren wordt bij algemene maatregel van bestuur de verplichting opgenomen
om daarbij aangegeven bedrijfsafvalstoffen gescheiden en niet gemengd met afvalstoffen
of materialen die niet dezelfde eigenschappen bezitten, in te zamelen, waarbij tevens
kan worden bepaald onder welke voorwaarden afwijking van die verplichting mogelijk
is.
G
1. In het opschrift van titel 15.10 wordt «Afvalbeheersbijdragen» vervangen door «Afvalbeheerbijdragen».
2. In de artikelen 15.35 tot en met 15.38 en 15.40 en 15.41 wordt «afvalbeheersbijdrage»
telkens vervangen door «afvalbeheerbijdrage».
H
Artikel 15.36 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «doelmatig beheer van afvalstoffen» ingevoegd «en in overeenstemming
met artikel 8bis van de kaderrichtlijn afvalstoffen».
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Artikel 9.5.2, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande
dat de regels, bedoeld in dat lid, tevens kunnen worden gesteld ten aanzien van de
uitvoering van een regeling voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die is
opgelegd middels een algemeen verbindend verklaarde overeenkomst.
I
In artikel 22.1, tiende lid, wordt «zijn niet van toepassing» vervangen door «is niet
van toepassing» en vervalt «en hoofdstuk 10, met uitzondering van titel 10.7,».
ARTIKEL II
In de artikelen 49, eerste lid, en 50, vijfde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 wordt
«afvalbeheersbijdrage» vervangen door «afvalbeheerbijdrage».
ARTIKEL III
Artikel 15.36 van de Wet milieubeheer, zoals dat artikel luidde voor inwerkingtreding
van artikel I, onderdeel H van deze wet, blijft tot 5 januari 2023 van toepassing
op regelingen voor uitgebreide producentenverantwoordelijkheid die voor 4 juli 2018
zijn vastgesteld.
ARTIKEL IV
Indien het bij koninklijke boodschap van 29 juni 2018 ingediende voorstel van wet
tot aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over
de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht
voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet) (34 986), tot wet is of wordt verheven en artikel 2.45, onderdeel B, van die wet later in
werking treedt dan artikel I, onderdeel A, van deze wet, wordt artikel 2.45, onderdeel
B, van die wet (wijziging artikel 1.1 van de Wet milieubeheer) als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel 7 komt te luiden:
7. Het vijfde tot en met vijftiende lid worden vernummerd tot derde tot en met dertiende
lid.
2. De onderdelen 9 en 10 komen te luiden:
9. In het tiende lid (nieuw) wordt «elfde lid» vervangen door «negende lid».
10. In het dertiende lid (nieuw) wordt «dertiende lid» vervangen door «elfde lid».
ARTIKEL V
1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 juli 2020, met uitzondering van artikel I,
onderdeel D. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven
op of na 1 juli 2020, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
2. Artikel I, onderdeel D, treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen
tijdstip.
ARTIKEL VI
Deze wet wordt aangehaald als: Implementatiewet wijziging EU-kaderrichtlijn afvalstoffen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.