Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de Voorjaarszitting 2018
19 291 NAVO Parlementaire Assemblee
AA/ Nr. 59 HERDRUK1 VERSLAG VAN DE VOORJAARSZITTING 2019
Vastgesteld 2 september 2019
1. Inleiding
In het kasteel van de Slowaakse hoofdstad Bratislava vond van 31 mei tot en met 3 juni
2019 de jaarlijkse Voorjaarszitting van de NAVO Parlementaire Assemblee plaats. Het
was in twee opzichten een jubileumsessie: er werd stil gestaan bij het feit dat zeventig
jaar geleden de NAVO is opgericht en daarnaast bij het vijftienjarige NAVO-lidmaatschap
van Slowakije. Van de vaste NAVO-delegatie van de Staten-Generaal namen de Eerste
Kamerleden Van Kappen (VVD), Knip (VVD), Martens (CDA) en Vlietstra (PvdA) deel, evenals de Tweede Kamerleden Koopmans (VVD, delegatieleider), Bruins Slot (CDA) en Diks (GL). Aangezien de delegatie naar aanleiding van de Eerste Kamerverkiezingen opnieuw
zal worden samengesteld, was het voor een aantal leden de laatste keer dat zij het
Nederlandse parlement in de NAVO Assemblee vertegenwoordigden. Van de heer Van Kappen,
de heer Knip en mevrouw Martens, die allen de afgelopen jaren bestuursfuncties in
de Assemblee hebben bekleed, werd dan ook gepast afscheid genomen.
Een rode draad in de debatten over de vijftien commissierapporten was de paraatheid
van het Atlantisch bondgenootschap om met een assertief Rusland te kunnen omgaan.
Daarnaast werd uitgebreid gesproken over de veiligheidsimplicaties van nieuwe communicatietechnologie
tegen de achtergrond van een groeiende invloed van China in deze sector. Twee andere
thema's, die door alle debatten heen liepen, waren het naderend einde van het Intermediate Nuclear Forces (INF)-verdrag en de verdediging van westerse waarden, met name waar tegenstanders
het functioneren van democratische instituties en verkiezingsprocessen proberen te
beïnvloeden. Thema's die specifiek vanuit de Nederlandse delegatie aan de orde werden
gesteld, betroffen een offensieve cybercapaciteit, investeringen om «killer drones»
te kunnen bestrijden en het verbeteren van de financiële transparantie van de NAVO.
En marge van de conferentie had de delegatie een ontmoeting met de Nederlandse ambassadeur
in Slowakije, de heer Henk Cor van der Kwast, die de Kamerleden van een nuttige briefing
voorzag.
2. Standing Committee
Het bestuur van de Assemblee, waarin alle delegatieleiders vertegenwoordigd zijn,
sprak onder meer over de activiteitenplanning van de komende periode. Daarbij werd
besloten om dit jaar geen speciaal seminar te organiseren direct voorafgaand aan de
NAVO-top van regeringsleiders op 3 en 4 december in Londen. Aangezien de Annual Session van de Assemblee van 11 tot en met 14 oktober ook al in de Britse hoofdstad plaatsvindt,
is er daarmee voldoende gelegenheid om kort van tevoren met NAVO-functionarissen en
Britse regeringsvertegenwoordigers te spreken over de voorbereiding van de top.
Er werd gesproken over de ratificatie van het NAVO-lidmaatschap van Noord-Macedonië
en, voor de tweede keer, over een algemene herziening van het reglement van orde van
de Assemblee. Een discussiepunt bij dat laatste was de status van politieke groepen
en de vraag of hierover iets in het reglement zou moeten worden opgenomen, zoals bij
sommige andere assemblees het geval is. Een meerderheid van het bestuur leek hier
niet voor te voelen. Men erkende dat het van belang was om de verschillende politieke
stromingen in de Assemblee op evenredige wijze vertegenwoordigd te laten zijn in bestuursfuncties,
maar meende dat de huidige informele afspraken op dit punt goed werken. Naar aanleiding
van de discussie in het standing committee zal een definitieve herziene versie van
het reglement tijdens de Annual Session in Londen dit najaar ter vaststelling worden voorgelegd.
De heer Koopmans bepleitte de noodzaak om tot een betere verantwoording van de NAVO-financiën
te komen. Hij had dat in eerdere vergaderingen ook al gedaan. Andere delegaties, zoals
de Britse, delen de zorgen van de heer Koopmans op dit punt en besloten werd om hierover
in gesprek te blijven met de secretaris-generaal van de NAVO. In oktober zal de Assemblee
hem op dit punt bevragen; de secretaris-generaal zal hierover tijdig worden geïnformeerd,
zodat hij zich kan voorbereiden op een concrete beantwoording.
3. Plenaire zitting
NAVO secretaris-generaal Stoltenberg was deze keer verhinderd om met de Assemblee
in debat te gaan en werd vervangen door de assistent secretaris-generaal voor politieke
zaken en veiligheidsbeleid, Alejandro Alvargonzalez. Hij sprak in de plenaire zitting
op maandag 3 juni over de belangrijkste actuele uitdagingen voor het bondgenootschap.
Hij stelde daarbij dat sommige tegenstanders van de NAVO zich niet zozeer richten
op ondermijning van haar militaire strijdkrachten, als wel op die van het democratische
model dat de NAVO verdedigt. De NAVO viert dit jaar haar 70-jarig jubileum. Hoewel
er in de wereld veel veranderd is sinds de oprichting, past het niet om de lessen
van de geschiedenis te vergeten, aldus de heer Alvargonzalez. Hij stond stil bij de
grootste en langste NAVO-operatie in Afghanistan en de strijd tegen ISIS. Hoewel ISIS
geen gebied meer controleert, blijft er een reële dreiging vanuit gaan, meende hij.
De verslechterende relatie met Rusland was de derde uitdaging die hij noemde. Het
voortdurende agressieve gedrag van de Russen op tal van terreinen vond hij zeer zorgelijk.
Samen met een verschuiving in het wereldwijde machtsevenwicht door de opkomst van
China en de veranderende aard van nieuwe technologieën, maakt dit dat onze vrede en
democratie niet langer vanzelfsprekend zijn. De NAVO is de meest succesvolle politieke
en militaire alliantie in de geschiedenis, omdat het zich altijd aan veranderingen
heeft weten aan te passen. Ook nu weer, zei Alvargonzalez, versterken we onze paraatheid.
Tegelijkertijd blijft de weg naar dialoog met Rusland open. De gecompliceerde situatie
tussen Rusland en de NAVO is niet onvermijdelijk, vond hij. Communicatie blijft van
belang, al is het maar om ongelukken te voorkomen.
De assistent secretaris-generaal wees erop dat de NAVO een netwerk van veertig partners
heeft, inclusief een uniek complementair partnerschap met de Europese Unie. Europese
defensie-initiatieven zijn dan ook geen probleem voor de NAVO; hij zag daarin eerder
kansen om beide organisaties te versterken. Vooruitblikkend op de NAVO-top in december
zag hij een mogelijkheid om de eenheid van het bondgenootschap te herbevestigen en
de tussenstand op te maken voor de tal van missies, operaties en initiatieven die
de paraatheid van de NAVO moeten vergroten.
De president van Slowakije, Andrej Kiska, benoemde de cruciale rol van parlementariërs
in het adresseren van de uitdagingen voor de NAVO. Hij wees daarbij op politieke wil: het is de plicht van politici om aan burgers uit te leggen dat, als men een veilig
Europa wil, er geïnvesteerd moet worden in defensie. Zonder adequate middelen stellen de beste plannen niets voor. In de meeste landen besluiten parlementen over
de begroting en dus over de middelen die beschikbaar worden gesteld voor defensie.
Tot slot kunnen parlementariërs besluiten om belemmeringen weg te nemen voor de mogelijkheid om te reageren. Als Rusland binnen een paar uur zijn troepen kan inzetten, moet de NAVO dat ook
kunnen. Parlementen zouden daarom wetgeving moeten aannemen voor een efficiënte militaire
mobiliteit, een militair Schengen. President Kiska sloot af met een pleidooi om het
open-deur-beleid voor Oekraïne en Georgië te handhaven. Hij herinnerde eraan hoe het
perspectief op NAVO-lidmaatschap zijn eigen land had geholpen om het pad van hervormingen
te blijven bewandelen. Van Slowaakse regeringszijde werd door verschillende overige
sprekers verder benadrukt dat Slowakije in 2022 aan de afgesproken NAVO-norm zal voldoen
door 2% van het bruto nationaal product aan defensie te besteden.
De voorzitter van de OVSE Parlementaire Assemblee, George Tsereteli, was uitgenodigd
als gastspreker, waarmee de goede samenwerking tussen beide Assemblees werd onderstreept.
Er is overlap tussen beide organisaties, zowel qua thematiek als qua leden. Beide
Assemblees hebben te maken met een erosie van internationale kernprincipes en fundamentele
rechten, aldus Tsereteli. De NAVO en de OVSE streven beide naar een versterking van
veiligheid en democratie en daarvoor is een nieuwe focus op effectief multilateralisme
nodig. Het doel van beide organisaties is hetzelfde: een veilig, zeker en ongedeeld
Europa. De Europese veiligheid wordt aangevallen, zei de voorman van de OVSE PA, en
hij noemde daarbij met name Georgië en Oekraïne. Deze landen liggen aan de grens van
de NAVO, maar in het hart van de OVSE. Tsereteli riep op tot actie om te voorkomen
dat de conflicten daar escaleren. De OVSE Assemblee kan de NAVO helpen om de dialoog
met Rusland te voeren, zei hij, een dialoog die parallel aan afschrikking moet plaatsvinden.
Madeleine Moon, de Britse voorzitter van de NAVO Assemblee, benoemde in haar speech
de verschillen en onenigheden tussen de bondgenoten. Deze zijn niet nieuw, benadrukte
zij, en zij zijn tactisch van aard, niet strategisch. Er bestaat discussie over hoe
de huidige uitdagingen geadresseerd moeten worden, niet over de aard van de uitdagingen
zelf. De Westerse democratische waarden vormen het kompas waarmee deze meningsverschillen
overbrugd kunnen worden. Mevrouw Moon noemde vijf prioriteiten, die zij in de komende
periode voor de Assemblee zag. Ten eerste was dat de versterking van de trans-Atlantische
band; ten tweede de toetreding van Noord-Macedonië tot de NAVO; ten derde de erkenning
van de essentiële rol van partnerschappen in het stabiliseren van gebied buiten de
grenzen van de NAVO; ten vierde het adresseren van uitdagingen aan de zuidgrens van
het bondgenootschap; en tot slot de veranderende veiligheidsdynamiek in het hoge Noorden.
4. Commissierapporten
De vijf vakcommissies van de Assemblee bespraken in totaal vijftien rapporten2. Na verwerking van het commentaar uit de commissies zullen deze rapporten in tweede
ronde besproken worden tijdens de Annual Session in Londen in oktober 2019:
– NATO @ 70: Reaffirming the Alliance's Values (civiele commissie, rapporteur Ulla Schmidt, Duitsland)
– Ukraine: Five Years after the Revolution of Dignity (civiele commissie, rapporteur Jane Cordy, Canada)
– Border Security (civiele commissie, rapporteur Lord Jopling, Verenigd Koninkrijk)
– A New Era for Nuclear Deterrence? Modernisation, Arms Control, and Allied Nuclear
Forces (defensiecommissie, rapporteur Joseph Day, Canada)
– NATO Exercises – Evolution and Lessons learned (defensiecommissie, rapporteur Lara Martinho, Portugal)
– Evolving Security in the North Atlantic (defensiecommissie, rapporteur Nicholas Soames, Verenigd Koninkrijk)
– Economics Sanctions as a Tool of Foreign Policy (economische commissie, rapporteur Christian Tybring- Gjedde, Noorwegen)
– North American and European Approaches to Digital Markets and Cyber Security (economische commissie, rapporteur Jean-Marie Bockel, Frankrijk)
– The Republic of North Macedonia: Political Change, NATO Accession and Economic Transition
(economische commissie, rapporteur Ausrine Armonaite, Litouwen)
– Security and Stability in Africa – Challenges and Opportunities for NATO (politieke commissie, rapporteur Julio Miranda Calha, Portugal)
– NATO-Russia Relations – a Snapshot (politieke commissie, rapporteur Raynell Andreychuk, Canada)
– NATO @ 70: Why the Alliance Remains Indispensable (politieke commissie, rapporteur Gerald E. Connolly, Verenigde Staten)
– NATO in the Cyber Age: Strengthening Security & Defence, Stabilising Deterrence (wetenschapscommissie, rapporteur Susan Davis, Verenigde Staten)
– Artificial Intelligence: Implications for NATO's Armed Forces (wetenschapscommissie, rapporteur Matej Tonin, Slovenië)
– NATO Anti-Submarine Warfare: Rebuilding Capability, Preparing for the Future (wetenschapscommissie, rapporteur Leona Alleslev, Canada)
5. Interventies Nederlandse delegatie
In de defensiecommissie stelde de Slowaakse Minister van Defensie, Peter Gajdos, dat
zijn land in 2022 aan de 2%-norm zal voldoen, die de NAVO-lidstaten met elkaar hebben
afgesproken. De heer Van Kappen vroeg hem hoe de steun onder de Slowaakse bevolking
is voor de NAVO. Minister Gajdos antwoordde dat hem geen peilingen bekend waren waaruit
blijkt hoe de publieke opinie over het bondgenootschap is. Maar de inzet van de Slowaakse
regering is pro-NAVO en pro-EU en de hoop is dat dit op stabiele steun van de bevolking
kan rekenen. De heer Van Kappen vroeg verder of Slowakije werkt aan een offensieve
cybercapaciteit. Minister Gajdos stelde dat het eerst zaak was dat Slowakije zijn
defensiecapaciteit op orde krijgt. Maar daarbij gold volgens hem dat de aanval de
beste verdediging is.
In de politieke commissie vroeg de heer Koopmans aan de Amerikaanse rapporteur Connolly
om in zijn rapport NATO @ 70: Why the Alliance Remains Indispensable aandacht te besteden aan NAVO-landen die de eigen democratie ondermijnen of met Rusland
flirten. De heer Connolly deelde de inschatting van de heer Koopmans dat aan dat soort
landen een signaal moet worden gegeven en dat zelfdiscipline en elkaar hierop aanspreken,
van groot belang zijn. In reactie op een presentatie van de Nederlandse onderzoeker
Tim Sweijs van The Hague Centre for Strategic Studies vroeg de heer Koopmans naar
de beste manier om de verspreiding van («killer») drones tegen te gaan. Hoe verdedigen
wij ons hiertegen en welke strategie moeten wij daarop toepassen? Volgens de heer
Sweijs zou de proliferatie van dergelijke drones het beste bestreden kunnen worden
door de productieketen te controleren en een benadering op verschillende niveaus met
een «coalition of the willing». Ook zag hij mogelijkheden in investeringen in lowtech electro-magnetische oorlogvoering.
De heer Knip presenteerde het rapport The Republic of North Macedonia: Political Change, NATO Accession and Economic Transition namens zijn Litouwse collega Armonaite in de economische commissie. Daarbij beschreef
hij de relatie van Noord- Macedonië met de NAVO van de afgelopen twintig jaar. Technisch
was het land al in 2008 gereed voor toetreding tot het bondgenootschap, maar het conflict
met Griekenland over de naamskwestie verhinderde dit tot in juni 2018 een oplossing
werd gevonden. De verwachting is dat NAVO-lidmaatschap de interne stabiliteit van
Noord-Macedonië zal bevorderen en dat het zal leiden tot versterkte hervormingen en
nieuwe buitenlandse investeringen. Met het aantreden van een nieuwe regering in 2017,
een oplossing van de naamskwestie en een vriendschapsverdrag met Bulgarije is het
land op de goede weg. Niettemin signaleerde de heer Knip nog een aantal uitdagingen.
Verdere economische transitie vergt een grote focus op wettelijke en juridische hervormingen.
De politieke polarisatie blijft groot. Etnische spanningen zullen blijven bestaan
en met zowel Servië als Rusland onderhoudt het land gecompliceerde relaties. Corruptie
en een hoge werkeloosheid vormen belangrijke problemen voor de Noord-Macedonische
economie. Een brain drain en een slecht onderwijsniveau maken dat het land achterblijft
in ontwikkeling. Veel vooruitgang kan verwacht worden als het land zijn wetgeving
aanpast op het EU acquis. Het rapport riep er dan ook toe op zo snel mogelijk onderhandelingen
te beginnen over de toetreding van Noord-Macedonië tot de EU. Ook werden alle parlementen
van de NAVO-lidstaten opgeroepen de toetreding van het land tot de NAVO zo snel mogelijk
te ratificeren. Er moet meer gedaan worden tegen de desinformatiecampagne die Rusland
in Noord- Macedonië voert. Ook zou het land meer werk moeten maken van corruptiebestrijding,
grotere onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, mediavrijheid en dialoog tussen
de verschillende etnische en religieuze groepen, zo besloot de heer Knip.
Voor mevrouw Martens was de vergadering van de wetenschapscommissie de laatste onder
haar voorzitterschap. Zij heeft de collega's in die commissie hartelijk bedankt voor
de collegiale sfeer en de inhoudelijke en constructieve bijdragen.
De voorzitter van de delegatie, Koopmans
De griffier van de delegatie, Westerhoff
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.M.G. Koopmans, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A.W. Westerhoff, griffier