Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Graaf over bericht "75-plussers blijven in onzekerheid: mag ik nu wel of niet autorijden?"
Vragen van het lid Van der Graaf (ChristenUnie) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «75-plussers blijven in onzekerheid: mag ik nu wel of niet autorijden?» (ingezonden 16 augustus 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
5 september 2019)
Inleiding
In de brief aan uw Kamer van 3 juli 2019 is aangekondigd dat er een oplossing is gevonden
voor 75-plussers die tijdig zijn begonnen en wiens rijbewijs buiten hun schuld om
verlopen is of dreigt te verlopen door de lange doorlooptijden bij het CBR. Een administratieve
verlenging van de geldigheidsduur van het rijbewijs met maximaal 1 jaar is onder voorwaarden
mogelijk. Momenteel wordt hard gewerkt om dit middels een AMvB te realiseren.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «75-plussers blijven in onzekerheid: mag ik nu wel of
niet autorijden?»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u het probleem dat er een grote groep 75-plussers is van wie het rijbewijs
vóór 1 december 2019 verloopt, ondanks dat zij aan hun verplichtingen in het kader
van de herkeuring en vernieuwing van hun rijbewijs hebben voldaan?
Antwoord 2
Ja. Ik krijg nog steeds veel brieven van burgers die worden geconfronteerd met een
lange doorlooptijd bij het CBR en die als gevolg daarvan met een verlopen rijbewijs
zitten. Ik heb het CBR daarom gevraagd passende maatregelen te treffen en mij van
de resultaten daarvan op de hoogte te houden. De afgelopen periode zijn diverse verbeteringen
doorgevoerd; spoed- en voorrangsprocedures zijn in gang gezet voor mensen die tijdig
zijn begonnen met hun aanvraag en er wordt hard gewerkt aan de invoering van de AMvB
administratieve verlenging van het rijbewijs voor 75-plussers.
Vraag 3
Wat vindt u van de oproep van het Verbond van Verzekeraars aan hun leden om coulant
te zijn ten aanzien van mensen met een verlopen rijbewijs? Erkent u dat deze stap
voor veel onduidelijkheid kan zorgen voor bezitters van een verlopen rijbewijs en
ertoe kan leiden dat deze mensen denken dat het dan ook niet strafbaar is om met een
verlopen rijbewijs achter het stuur te stappen?
Antwoord 3
Dat verbaast mij, aangezien je strafbaar bent als je rijdt met een ongeldig rijbewijs
en de Minister van Justitie en Veiligheid mij heeft laten weten dat een gedoogconstructie
vanuit handhavingsperspectief niet mogelijk is.
Vraag 4
Erkent u dat veel mensen met een verlopen rijbewijs nu onzekerheid ervaren omdat hen
niet duidelijk is of hun verzekeraar zich ook coulant gaat opstellen in geval van
schade en zich ongelijk behandeld voelen wanneer hun verzekeraar er niet voor kiest
om deze coulance toe te passen?
Antwoord 4
De regelgeving is helder; rijden met een ongeldig rijbewijs is strafbaar. Om 75-plussers
tegemoet te komen werken we nu aan de administratieve verlenging zodat zij in afwachting
van de beoordeling door het CBR over hun rijgeschiktheid kunnen blijven rijden.
Vraag 5
Erkent u dat de oorzaak van deze onduidelijkheid, onzekerheid en rechtsongelijkheid
ligt in het feit dat de overheid achterblijft in het oplossen van dit probleem?
Antwoord 5
Voor het probleem van de lange doorlooptijden bij het CBR waardoor het rijbewijs van
mensen (bijna) verloopt, zijn diverse verbeteringen in gang gezet. Zo wordt een nieuw
ICT-systeem geïmplementeerd en wordt gewerkt aan uitbreiding van de medische beoordelingscapaciteit.
Want iedere dag dat mensen buiten hun schuld om zonder rijbewijs zitten, is er één
teveel. Op verzoek van de Tweede Kamer behandelt het CBR de aanvragen van sommige
groepen – mits zij hun aanvraag tijdig hebben ingediend – met voorrang, zoals mensen
met een (bijna) verlopen rijbewijs die een rijbewijs nodig hebben voor hun werk, de
spoedprocedure voor beroepschauffeurs.
Vraag 6
Erkent u dat deze groep geen slachtoffer zou mogen worden van dit gebrekkige handelen
door het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR)? Bent u bereid te voorzien
in een oplossing op korte termijn voor deze groep mensen?
Antwoord 6
Het is vreselijk dat burgers worden geconfronteerd met een lange doorlooptijd bij
het CBR en als gevolg daarvan met een verlopen rijbewijs. De gevolgen hiervan voor
mensen zijn vaak enorm ingrijpend. Daarom bereid ik een wetsvoorstel voor dat een
administratieve verlenging van rijbewijzen van deze groep mogelijk maakt.
Vraag 7
Erkent u ook dat het daarom van groot belang is dat de eerder aangekondigde administratieve
verlenging van deze rijbewijzen zo spoedig mogelijk in werking treedt? Ziet u mogelijkheden
om deze administratieve verlenging eerder dan 1 december 2019 in werking te laten
treden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Net als u wil ik een zo snel mogelijke oplossing voor de mensen die tijdig zijn begonnen
met hun aanvraag en als gevolg van de lange doorlooptijden nu geconfronteerd worden
met een (bijna) verlopen rijbewijs. Momenteel wordt daarom hard gewerkt om de AMvB
en de uitvoering ervan op een zo kort mogelijke termijn te realiseren. Gestreefd wordt
naar een invoering van de AMvB op 1 december 2019. Voor het doorlopen van het proces
tot aan de inwerkingtreding is echter tijd nodig. Na bespreking in de ministerraad
zal de AMvB bij voorhang aan uw Kamer worden voorgelegd. Daarna dient het voorstel
beoordeeld te worden door de Raad van State, die wij zullen vragen dit voorstel met
spoed te behandelen. Daarnaast hebben CBR en RDW tijd nodig om hun systemen en werkwijzen
inzake de administratieve verlenging aan te passen en op elkaar af te stemmen.
Vraag 8
Deelt u de mening dat er tot het in werking treden van de aangekondigde administratieve
verlenging een coulanceregeling, zoals omschreven in de aangenomen motie Schonis/Von
Martels (Kamerstuk 29 398, nr. 688), op de kortst mogelijke termijn in werking zou moeten treden, teneinde de eerdergenoemde
onduidelijkheid, onzekerheid en rechtsongelijkheid zo snel mogelijk weg te nemen?
Antwoord 8
Momenteel wordt hard gewerkt aan een oplossing. In mijn brief aan uw Kamer met mijn
reactie op de aangenomen moties van 29 augustus 2019 zet ik uiteen waarom coulance
betrachten voordat de aangepaste regelgeving in werking treedt helaas niet mogelijk
is.
Vraag 9
Welke stappen gaat u zetten om bovengenoemde coulanceregeling zo snel mogelijk in
werking te laten treden? Gaat u het eerder genoemde streven van 1 oktober 2019 halen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Zoals ik eerder aangaf wordt gestreefd naar een invoering van de AMvB op 1 december
2019. De verwachting is dat de AMvB binnenkort besproken zal worden in de ministerraad.
Daarna wordt het concept naar de Kamer gestuurd en gaat de termijn van 30 dagen lopen.
De Kamer kan er zelf op toezien dat eerder dan 30 dagen na toezending ingestemd kan
worden met het voorstel, vanwege de spoed. Daarna dient het voorstel beoordeeld te
worden door de Raad van State. Het CBR en de RDW zijn tegelijkertijd hard aan het
werk om de uitvoering eveneens gereed te hebben op 1 december 2019.
Vraag 10
Bent u bereid op korte termijn te werken aan een oplossing voor 75-minners die wegens
een beperking of andere gezondheidsreden een gezondheidsverklaring moeten afleveren
bij het CBR alvorens een rijbewijs of rijbewijsverlenging te krijgen, maar nu door
lange wachttijden zonder geldig rijbewijs zitten of binnenkort dreigen te zitten?
Antwoord 10
Daar zijn we nu druk mee bezig. De oplossing van het administratief verlengen van
de geldigheidsduur van het rijbewijs van 75-plussers creëert ruimte voor het CBR om
zich prioritair te richten op de meest risicovolle groepen, ook in de groep 75-minners.
Het CBR geeft aan dat er door de administratieve verlenging ruimte ontstaat om in
te lopen op de andere dossiers (vooral de tussentijdse meldingen en de examenkandidaten).
Vraag 11
Erkent u dat ook deze groep geen slachtoffer zou mogen worden van dit gebrekkige handelen
door het CBR en er nu ongelijke behandeling dreigt tussen deze twee groepen?
Antwoord 11
Het is vreselijk dat burgers worden geconfronteerd met een lange doorlooptijd bij
het CBR en als gevolg daarvan met een verlopen rijbewijs. Voor zowel de 75-plussers
als alle andere aanvragers hanteert het CBR het principe dat de mensen wiens rijbewijs
als eerste verloopt en die tijdig met hun aanvraag zijn begonnen, ook als eerste worden
geholpen. De administratieve verlenging biedt het CBR ruimte om de aanvragen van alle
groepen tijdig te kunnen afhandelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.