Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Laçin over de brandstofstoring bij Aircraft Fuel Supply (AFS)
Vragen van het lid Laçin (SP) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de chaos op Schiphol door de brandstofstoring (ingezonden 31 juli 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
            26 augustus 2019).
         
Vraag 1
            
Wat is uw reactie op de brandstofstoring van woensdag 24 juli jongstleden en de grote
               chaos die dat op Schiphol tot gevolg heeft gehad?
            
Antwoord 1
            
Mijn ministerie staat hierover in contact met AFS en Schiphol en volgt de ontwikkelingen
               op de voet. Hierbij is het goed om te melden dat er een onafhankelijk onderzoek is
               ingesteld door AFS en Schiphol naar de oorzaak van de brandstofstoring. Het onderzoek
               wordt uitgevoerd door TNO. Dit onderzoek zal zich ook richten op de brandstoring bij
               AFS die heeft plaatsgevonden op 9 augustus 2019.
            
Vraag 2
            
Wat is uw reactie op de wijze waarop tijdens de storing met reizigers aanwezig op
               of onderweg naar de luchthaven is gecommuniceerd?
            
Antwoord 2
            
Schiphol heeft een eigen evaluatie van de gebeurtenissen tijdens de storing opgesteld.
               Op basis hiervan gaat Schiphol in gesprek met alle sectorpartijen hoe het crisismanagement
               en de communicatie (inclusief reizigersopvang, verzorging, slaapplaatsen etc.) kunnen
               worden verbeterd. Mijn ministerie zal geïnformeerd worden over de uitkomsten.
            
Vraag 3
            
Wat vindt u van het feit dat Schiphol stelt niet aansprakelijk te zijn voor de gevolgen
               van de storing?1
Antwoord 3
            
De oorzaak van de storing in de brandstofvoorziening is nog niet bekend. Pas als die
               bekend is komen vraagstukken met betrekking tot schuld, verwijtbaarheid en aansprakelijkheid
               aan de orde.
            
Vraag 4
            
Bent u het met luchtvaartjurist Croon eens dat Schiphol op grond van artikel 8.25a
               van de Wet luchtvaart wel degelijk een zorgplicht heeft en voorzieningen had moeten
               treffen? Kunt u uw antwoord toelichten?
            
Antwoord 4
            
Artikel 8.25a in samenhang met artikel 8.3 van de Wet luchtvaart bepaalt dat de exploitant
               van de luchthaven, met het oog op het waarborgen van de continuïteit van de luchthaven,
               verplicht is tot exploitatie van de luchthaven en daartoe de voorzieningen treft die
               nodig zijn voor een goede afwikkeling van het luchthavenluchtverkeer en het daarmee
               samenhangende personen- en goederenvervoer op de luchthaven. Hieronder valt ook de
               brandstofvoorziening. Volgens de memorie van toelichting bij dit artikel (Kamerstuk
               28 074, nr. 3) gaat het om het nemen van maatregelen ter instandhouding van de luchthaven, zoals
               onderhoudswerkzaamheden en tevens het doen van nodige investeringen of andere bedrijfsbeslissingen
               die de exploitatie van de luchthaven ten goede komen, waarbij onder meer te denken
               valt aan het aanleggen van start- en landingsbanen, terminals, voorrijwegen, parkeerfaciliteiten
               en aansluitingen op openbaarvervoervoorzieningen. De oorzaak van de storingen in de
               brandstofvoorziening is nog niet bekend.
            
Vraag 5
            
Wat vindt u van het feit dat het bedrijf Aircraft Fuel Supply (AFS) tot op heden nog
               geen commentaar heeft gegeven over de storing, en dat Schiphol alleen schriftelijk
               heeft gereageerd waar ze anders zo graag voor de camera verschijnen?
            
Antwoord 5
            
Communicatie over het incident en de oorzaak is een eigen verantwoordelijkheid van
               deze organisaties. Zij bepalen zelf hun communicatiebeleid.
            
Vraag 6
            
Vindt u het verantwoordelijk dat op een van de heetste dagen van het jaar tienduizenden
               gestrande reizigers urenlang niks te eten of te drinken kregen uitgereikt? Kunt u
               uw antwoord toelichten?
            
Antwoord 6
            
Op grond van de passagiersrechtenverordening hebben passagiers na een aantal uren,
               afhankelijk van de afstand van de bestemming, recht op eten en drinken, in redelijke
               verhouding tot de wachttijd, en indien noodzakelijk een hotelovernachting. De verordening
               legt de verplichting hierin te voorzien bij de luchtvaartmaatschappijen. Zoals ik
               reeds bij vraag 2 heb aangegeven heeft Schiphol een eigen evaluatie van de gebeurtenissen
               tijdens de storing opgesteld. Op basis hiervan gaat Schiphol in gesprek met alle sectorpartijen
               over het crisismanagement en de communicatie (inclusief reizigersopvang, verzorging,
               slaapplaatsen etc.). Mijn ministerie zal geïnformeerd worden over de uitkomsten.
            
Vraag 7
            
Wat gaat u er als verantwoordelijk Minister aan doen om te voorkomen dat in de toekomst
               bij storingen dit soort afschuifgedrag wordt vertoond ten koste van de reiziger?
            
Antwoord 7
            
Schiphol en AFS hebben gezamenlijk TNO als onafhankelijk partij aangesteld om onderzoek
               te doen naar de toedracht van de verstoringen. Het is op dit moment nog niet bekend
               wanneer deze evaluatie is afgerond. AFS en Schiphol hebben TNO wel verzocht om de
               directe aanleiding zo snel mogelijk te achterhalen zodat direct eventuele extra maatregelen
               getroffen kunnen worden waardoor de kans op herhaling geminimaliseerd kan worden.
            
Vraag 8
            
Kunt u garanderen dat reizigers in redelijkheid gecompenseerd worden voor de kosten
               en misgelopen of vertraagde vluchten door deze storing? Zo ja, per wanneer kunnen
               gedupeerde reizigers hun geld zien? Zo nee, waarom niet?
            
Antwoord 8
            
De oorzaak van de storingen in de brandstofvoorziening is nog niet bekend. Pas als
               die bekend is komen vraagstukken met betrekking tot schuld, verwijtbaarheid en aansprakelijkheid
               aan de orde. Daarnaast verschilt van geval tot geval of een reiziger voor compensatie
               een beroep kan doen op de passagiersrechtenverordening, de pakketreizenrichtlijn en/of
               het Verdrag van Montreal, waarbij het ervan afhangt of sprake is van overmacht (buitengewone
               omstandigheden) voor de luchtvaartmaatschappijen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
