Schriftelijke vragen : De export van cybersurveillance technologie
Vragen van de leden Van Ojik en Diks (beiden GroenLinks) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de export van cybersurveillance technologie (ingezonden 18 juli 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Berucht Chinees veiligheidsministerie gebruikt
Nederlandse software die emoties leest»?1
Vraag 2
Vindt u het wenselijk dat Nederlandse bedrijven dergelijke technologie leveren aan
het Chinese Ministerie van Openbare Veiligheid, wetende dat dit ministerie een belangrijke
rol speelt bij het opzetten van de surveillancestaat in China en het onderdrukken
van minderheden en tegenstanders van het regime?
Vraag 3
Vindt u het wenselijk dat Nederlandse bedrijven dergelijke technologie leveren aan
Chinese bedrijven?
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de reactie van de Chinese autoriteiten dat de technologie slechts
wordt gebruikt voor trainingsdoeleinden? Vindt u dit geloofwaardig?
Vraag 5
In hoeverre is de export van cybersurveillance technologie onderhevig aan een vergunningplicht?
Vraag 6
Wat is de huidige stand van zaken van de discussie in de Europese Raad over het voorstel
van de Europese Commissie uit 2016 om de dual use-verordening te herzien?
Vraag 7
In uw brief van 29 augustus 2018 schreef u dat het voorstel van de Europese Commissie
nog vraagt om verdere uitwerking en een duidelijke afbakening van het begrip cybersurveillance
technologie en dat Nederland zich inzet voor een controlelijst voor cybersurveillance
technologie2; vindt u dat gezichtsherkenningssoftware en emotieherkenningssoftware moeten worden
opgenomen op de controlelijst?
Vraag 8
Welke mogelijkheden ziet u om de Nederlandse export van cybersurveillance technologie
aan landen waar zulke technologie mogelijk wordt ingezet bij mensenrechtenschendingen,
aan banden te leggen, zolang consensus in de Europese Raad over herziening van de
dual use-verordening uitblijft?
Vraag 9
Welke mogelijkheden ziet u op dit moment om een catch-all beschikking af te geven
voor de export van cybersurveillance technologie en zo een ad-hoc vergunningplicht
op te leggen?
Vraag 10
Welke mogelijkheden ziet u om, onder 5.4.4 in het hoofdstuk »30.06.00 Strategische
goederen» uit het Handboek VGEM3, bij ministeriële regeling een vergunningplicht in te stellen op de uitvoer van cybersurveillance
technologie naar landen met autoritaire regimes waar de technologie mogelijk wordt
gebruikt bij mensenrechtenschendingen?
Indieners
-
Gericht aan
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Indiener
A. van Ojik, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
L.I. Diks, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.