Verslag van een bijeenkomst : Verslag van de 28ste jaarlijkse zitting van de Parlementaire Assemblee van de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE PA), Luxemburg 4 t/m 8 juli 2019
22 718 OVSE-Assemblée
AD/ Nr. 44 VERSLAG VAN DE 28STE JAARLIJKSE ZITTING
Vastgesteld 16 juli 2019
1. Inleiding
Van 4-8 juli 2019 vond de 28ste jaarvergadering («Annual Session) van de Parlementaire Assemblee van de Organisatie
voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE PA) plaats in Luxemburg. Zo’n 270
parlementariërs uit 55 landen uit Noord-Amerika, Europa en Centraal-Azië kwamen bijeen
voor deze bijeenkomst met als thema het stimuleren van duurzame ontwikkeling om veiligheid
te bevorderen: de rol van parlementen. Het Nederlandse parlement werd op deze bijeenkomst
vertegenwoordigd door de Tweede Kamerleden Van den Bosch (VVD, delegatieleider) en Bouali (D66). Aangezien de delegatie in september opnieuw wordt samengesteld in verband
met de aanstelling van een nieuwe Eerste Kamer, droeg dit bij aan de beperkte omvang
van de afvaardiging.
Centraal stonden de drie rapporten van de vaste commissies van de assemblee, analoog
aan de drie «dimensies» van de OVSE: politiek en veiligheid, economie & milieu, en
mensenrechten & democratie. Daarnaast bespraken deze commissies in totaal zestien
«supplementary items», resoluties, die door individuele leden van de assemblee waren
ingediend. De Nederlandse delegatie heeft zich vooral gericht op de commissie voor
politieke zaken en veiligheid, en de commissie voor mensenrechten en democratie. In
deze twee commissies vonden de belangrijkste politieke discussies plaats, die voornamelijk
gingen over de voortdurende conflicten tussen Georgië en Rusland inzake Zuid-Ossetië
en Abchazië, de Russische bezetting van de Krim, de Nakarno-Karabach kwestie en schending
van mensenrechten in onder meer de Russische Federatie en Turkije. Verliet de Russische
delegatie vorig jaar bij de stemming over de slotverklaring demonstratief de vergadering,
dit jaar stemde de Russische delegatie die op de laatste dag was gereduceerd tot een
lid tegen de Luxemburg-verklaring. Het Russische lid probeerde nog met procedurele
redenen, namelijk de assemblee zou niet over voldoende quorum beschikken, de stemming
te frustreren en ongeldig te laten verklaren. Deze procedurele kwestie werd door voorzitter
Tsereteli, op basis van informatie van het secretariaat, terzijde geschoven. De president
hamerde er richting de Russische delegatie op niet telkens het proces te frusturen,
daarbij verwijzende naar de opstelling van deze delegatie vorig jaar in Berlijn. De
slotverklaring1 werd uiteindelijk door de assemblee met een overgrote meerderheid aangenomen, met
tegenstemmen van de Russische en de Turkse delegatie. Wederom toonde deze jaarvergadering
de gespannen internationale verhoudingen tussen Rusland en het Westen. Rusland stond
vrijwel geïsoleerd in haar standpunten tijdens de vergadering.
De delegatie werd en marge van de interparlementaire conferentie zeer hartelijk ontvangen
door de Nederlandse ambassadeur, de heer Schaapveld, die ook aanwezig was tijdens
de openingssessie op 4 juli. De assemblee werd op zaterdagavond 6 juli verwelkomd
door de Minister van Buitenlandse Zaken, de heer Asselborn, in de abdij Neumunster
in de stad Luxemburg. Ook sprak de delegatie met twee leden van de Open Dialogue Foundation
over de recente mensenrechtensituatie in Kazachstan. In de aanloop van de presidentiele
verkiezingen in juli jongstleden heeft er een massa-arrestatie plaatsgevonden van
duizenden vreedzame protesteerders, daarmee werd hen de vrijheid van vergadering en
vrijheid van meningsuiting ontnomen. Specifieke aandacht werd gevraagd voor een paar
individuen die langdurig word vastgehouden. Men gaf ook aan dat de EU missie in Kazachstan
weinig actie onderneemt over de geuite zorgen over de verslechterende mensenrechtensituatie.
De delegatie gaf aan dit te melden bij hun collega’s in het Europees parlement en
te melden bij Minister Blok van Buitenlandse Zaken.
2. Vergadering Standing Committee
Op 4 juli vond de vergadering van het Standing Committee plaats. Dit is bijeenkomst
van delegatieleiders, waar iedere sessie van de OVSE PA traditioneel mee begint. Geen
van de delegatieleden kon hieraan deelnemen, wel was Nederland op ambtelijk niveau
aanwezig. Het Standing Committee heeft onder andere de taak om de ingediende «supplementary
items» toe te delen aan de drie vakcommissies. Zoals vorig jaar ook het geval was,
maakte de Russische delegatie, bij monde van het Doemalid Pyotr Tolstoy, bezwaar tegen
het in behandeling nemen van een Oekraïense resolutie over de militarisering door
de Russische Federatie van de tijdelijk bezette autonome Republiek van de Krim en
de stad Sebastopol, Oekraïne, de Zwarte Zee en de Zee van Azov en daarnaast tegen
een Georgische resolutie over de veiligheid en mensenrechtensituatie in de Georgische
gebieden Abchazië en Tsinvali/Zuid-Ossetië. Volgens de heer Tolstoy zou het telkenmale
herhalen van zetten niets uitmaken en derhalve zou het niet besproken hoeven te worden
in de assemblee. Het Oekraïense lid en indiener van de eerste resolutie, de heer Gerasymov,
refereerde naar de recente dodelijke aanslag op een medische specialist door vuur
van de door Rusland gesteunde separatisten en onderstreepte daarmee dat er wel degelijk
sprake is van militarisering van de Krim. Ook de Georgische indiener, mevrouw Katsarava
pleitte voor het behoud van haar resolutie op de agenda als zijnde een reminder van
de niet-vervulde verplichtingen. Het Standing Committee stemde vervolgens toch voor
agendering van de Oekraïense en Georgische resoluties in de eerste commissie inzake
politieke zaken en veiligheid (met, respectievelijk, 35 voor en 2 tegenstemmen en
26 voor en 1 tegenstem).
Het Standing Committee gaf middels een geheime stemming de huidige secretaris generaal,
de heer Montella, mandaat om zijn termijn met vijf jaar te verlengen (met 55 voor
en 2 tegenstemmen).
Penningmeester, mevrouw Barnett uit Duitsland gaf een toelichting op de begroting
van de assemblee voor het komende financiële jaar. Zij stelde voor om de begroting
aan te passen met een verhoging van EUR 186.499,-, vanwege een kleine stijging in
de omvang van de staf, extra kosten vanwege de jaarvergadering in Vancouver in 2020
en extra staf in het kader van mediastrategie en zichtbaarheid. Concreet betekent
dit een stijging van 5% van het budget en daarmee ook van de contributies van alle
aangesloten parlementen. Zonder discussie stemde het Standing Committee unaniem in
met deze budget- en contributieverhoging.
President Tsereteli blikte terug op zijn activiteiten in het afgelopen jaar en verwees
hierbij naar het bezoek aan Nederland in het voorjaar van 2019. Hij stipte aan dat
hij de Voorzitters van beide Kamers, mevrouw Arib en mevrouw Broekers-Knop had gesproken
evenals de Nederlandse delegatie bij de OVSE PA. Ook noemde hij nog het verzoek van
de Nederlandse delegatie om een rol te spelen in bemiddeling tussen twee OVSE landen.
Ook merkte hij op dat het termijn van de huidige OVSE PA ambassadeur, de heer Nothelle,
eindigt in 2020, waarvoor een opvolger gezocht moet worden.
Ook de secretaris-generaal legde verantwoording af van zijn werkzaamheden van de afgelopen
periode, waarbij onder meer is gewerkt aan het versterken van het functioneren van
de OVSE PA en het introduceren van nieuwe media instrumenten, zoals de «OSCE PA Events»
app.
Voorts gaf de voorzitter van de derde commissie, de Zwitserse mevrouw Kiener Nellen,
een uitvoerig mondeling verslag op haar bezoek aan Oekraïne, waarbij ze werd vergezeld
door rapporteur Hadjiyianni uit Cyprus. Zij vestigde de aandacht op de Entry-Exit
Checkpoint in Stanytsia Luhanska. Dit is de enige overgang in de Luhansk regio, waarbij
voetgangers een afstand van twee kilometer moeten afleggen over een verwoeste brug
die provisorisch is vervangen met twee steile houten stellingen. Dagelijks steken
hier 9.000 mensen over, onder meer om hun maandelijkse pensioen in ontvangst te nemen
of om familie te ontmoeten. Met name voor ouderen en minder-valide personen is dit
een uitputtingsslag en de Special Monitoring Mission to Ukraine heeft al diverse incidenten
van mensen met acute gezondheidsproblemen en overlijden gerapporteerd. Het Russische
lid, de heer Tolstoy reageerde hierop met zijn teleurstelling uit te spreken dat niet
de andere, de Russische zijde, is gehoord. Volgens hem gaat het hier om een erge humanitaire
situatie waarbij de Oekraïense autoriteiten blokkades opwerpen en aanslagen uitvoeren
tegen de Oekraïense burgers.
Mevrouw Cederfelt, Zweeds parlementslid en vicepresident van de assemblee informeerde
de leden over de voortgang van haar rapport inzake het onderzoek naar de moord op
Boris Nemtsov. Tijdens de Wintersessie in Wenen is zij aangesteld tot rapporteur en
zij zal de assemblee tijdens de jaarvergadering in de zomer van 2020 in Canada rapporteren.
Zij heeft als taak te rapporteren over de omstandigheden van de moord op de politicus
in 2015 en de doeltreffendheid van het onderzoek door de Russische autoriteiten. Zij
organiseerde later in de week hierover ook een side-event, waarbij de rapporteur namens
de Raad van Europa Parlementaire Assemblee de heer Zingeris uit Litouwen was uitgenodigd.
De heer Zingeris is eind juni aangesteld om een rapport op te stellen waarin de Russische
autoriteiten worden opgeroepen onderzoek naar de moord op Nemtsov te heropenen gezien
een aantal serieuze zorgen over de onafhankelijkheid van het onderzoek. Dit was een
speciale bijeenkomst dat druk werd bezocht en waarbij beide Nederlandse delegatieleden
ook aanwezig waren.
Tot slot werd aangekondigd dat de jaarvergadering in 2020 in Vancouver, Canada plaatsvindt,
voor de herfstsessie («Autumn Session) in oktober 2020 wordt nog gezocht naar een
gastland. In 2021 organiseert Roemenië de zomer- en Ierland de herfstsessie (in respectievelijk
Boekarest en Dublin).
3. Commissie I: Political Affairs and Security
Elke commissie had een resolutie onder rapporteurschap van een parlementslid opgesteld
rond het thema «Advancing Sustainable Development to Promote Security: The Role of
Parliaments». Het Russische lid, de heer Slutsky, gaf in de eerste discussieronde
al aan de ontwerpresolutie van deze commissie, opgesteld door het Ierse parlementslid
Farrell, onacceptabel te vinden. Het taalgebruik bood volgens hem geen ruimte tot
samenwerking. Volgens hem had de Special Monitoring Mission to Ukraine diverse rapporten
opgesteld waaruit bleek dat er geen Russische militaire aanwezigheid was in Oekraïne.
Ten aanzien van de Krim, merkte hij op dat dit gebied is terug geleverd aan Rusland
en dat dit een realiteit is.
Op verzoek van de Russen werd met steun van een grote meerderheid, inclusief Oekraïne,
een paragraaf geschrapt waarin bezorgdheid werd uitgesproken over het gebrek aan voortgang
in het bereiken van een constructieve dialoog in de conflictgebieden binnen de OVSE
regio, in Abchazië en de Tsinvali-regio/Zuid-Ossetië; Donetsk en Luhansk regio’s als
mede op de Krim en Sebastopol; en de Nagarno-Karabach regio en de zeven districten
van Azerbaijan. Tegelijkertijd behield de resolutie een passage, ondanks protest van
de Russen, over een oproep aan de Russische autoriteiten tot het beëindigen van militaire
vijandelijkheden in Oost-Oekraïne, de bezetting van de Krim en terugtrekking van de
Russische militaire krachten uit Oekraïne. Op voorstel van de Amerikanen werd in de
resolutie opgenomen dat men teleurgesteld is over het verbreken van de verplichtingen
door de Russische Federatie van haar verplichtingen onder het INF-Verdrag. Veel discussie
was er tussen de Armeense en Azerbeidjaanse delegatie over Nagarno-Karabach. Op voorstel
van de heer Van den Bosch werd in de resolutie ook opgenomen dat cybersecurity een
prioriteit binnen de OVSE behouden dient te blijven, aangezien cybercriminaliteit
een van de snelst groeiende bedreigingen is voor de internationale veiligheid. Volgens
Van den Bosch kan in een resolutie over veiligheidszaken, waarbij er wel wordt verwezen
naar terrorisme en extreem geweld en de opkomende invloed van China, cybersecurity
als prioriteit niet ontbreken. Hiervoor was unanieme steun binnen de commissie. De
resolutie werd met 66 stemmen voor, 3 tegen en 2 onthoudingen aangenomen. Rusland
behoorde tot de tegenstemmers van de resolutie. De Nederlandse delegatieleden stemden
voor de resolutie.
In deze commissie werden voorts vijf «supplementary items» behandeld:
1. The Militarisation by the Russian Federation of the Temporarily Occupied Autonomous
Republic of Crimea and the City of Sevastopol, Ukraine, the Black Sea, and the Sea of Azov (dhr. Gerasymov, Oekraïne)
2. The Challenges Related to Returning and Relocating Foreign Terrorist Fighters (dhr.Voridis,
Griekenland)
3. The Security and Human Rights Situation in Abkhazia, Georgia and the Tskhinvali Region/South
Ossetia, Georgia (mevr. Katsarava, Georgië)
4. Energy Security in the OSCE Area (mevr. Miliute, Litouwen)
5. Good practices for States Related to Private Military and Security Companies (dhr.
Hiltpold, Zwitserland)
Al deze vijf resoluties kregen voldoende steun door de leden in de politieke commissie.
4. Commissie II: Economic Affairs, Science, Technology and Environment
In deze commissie werden, naast de officiële commissieresolutie, vier «supplementary
items» behandeld en aangenomen. Het ging om de volgende resoluties:
1. Strategic Foresight for Science, Technology and Innovation for Sustainable Development
(dhr. Pirshtuk, Wit-Rusland)
2. The Integratino of Gender and Youth Perspectives in Efforts to Combat Climate Change
(mevr. Fry, Canada)
3. Digitalisation as an Advantage for Gender Policies (mevr. Miladinovic, Servië)
4. Promoting Energy Security by Ensuring Access to Sustainable Energy (dhr. Aldag, Canada)
5. Commissie III: Democracy, Human Rights and Humanitarian Questions
De officiële resolutie van de derde commissie behandelde de mensenrechtensituatie
binnen de OVSE-regio. De heer Bouali was tevreden met de stevige standpunten van de
OVSE collega’s richting Rusland en Turkije inzake mensenrechten binnen de OVSE-regio.
Volgens hem was het goed dat een grote meerderheid gender en LGBTI-kwesties, de positie
van Roma en Sinti en de vrijheid van media en bescherming van journalisten benadrukten.
De resolutie werd met 54 stemmen voor, 6 tegen (van Russische en Turkse leden) en
3 onthoudingen aangenomen. De Nederlandse delegatie stemde voor de resolutie die was
opgesteld door het Cypriotische lid Hadjiyianni.
De resoluties («supplementary items») die in deze commissie werden behandeld, waren:
1. Educating Schoolchildren to Avoid Human Trafficking (dhr. Smith, Verenigde Staten)
2. Neontal Care as a Social Development Target (mevr. Taverna, Italië)
3. Combating Xenophobia, Aggressive Nationalism and Related Intolerance (dhr. Turov,
Russische Federatie)
4. A call for Stronger OSCE Action Against Increased Discriminatino of Christians in
certain OSCE participating States, as well as Adherents of Other Minority Faiths (dhr.
Söder, Zweden)
De resolutie over de strijd tegen xenofobie, agressief nationalisme en gerelateerde
intolerantie van het Russische lid Turov werd weggestemd met 25 stemmen tegen, 11
voor en 13 onthoudingen. Er was veel kritiek op de resolutie vanuit de Amerikaanse,
Britse, Litouwse en Oekraïense delegatie vanwege het ontbreken van een veroordeling
van communisme. Ook zou volgens de Amerikanen Rusland zelf haar eigen agressief nationalisme
in Oekraïne en Georgië niet erkennen.
In de bespreking van de resolutie van het Zweedse lid Söder over een oproep voor meer
actie van de OVSE tegen toenemende discriminatie van Christenen alsmede ook van aanhangers
van andere minderheids-godsdiensten wilde de heer Bouali met steun van de Belgische
delegatie de resolutie aanpassen met het ook verwijzen naar Joden en Islam in de titel
en rest van de resolutie. Dit voorstel kreeg niet voldoende steun. Het lid Bouali
stemde voorts tegen de resolutie, het lid Van den Bosch onthield zich van stemming.
De resolutie werd met 33 stemmen voor, 14 tegen en 11 onthoudingen aangenomen.
6. Plenaire vergadering
In de afrondende stemming op 8 juli over de slotverklaring van de 28ste jaarvergadering
van de OVSE PA maakte het nog enige overgebleven lid van de Russische delegatie, de
heer Ryzhak, meerdere malen bezwaar tegen het in stemming brengen de slotverklaring.
Het zou ontbreken aan een quorum, een meerderheid van de totale OVSE PA leden. Volgens
president Tsereteli was dit niet het geval en moest het lid ophouden met het proces
te frustreren zoals de Russische delegatie het vorig jaar ook probeerde. Eerder had
de heer Ryzhak aangegeven te hopen op nieuw leiderschap in Oekraïne, met president
Zelensky hetgeen zou kunnen leiden tot vooruitgang. De resoluties die in de assemblee
waren aangenomen, met name over Oekraïne en de Georgische regio’s reflecteerden zijns
inziens niet met de werkelijkheid. De Turkse delegatie maakte bezwaar naar een verwijzing
in de tekst naar de noodsituatie in het land (artikel 147). Omdat de noodsituatie
al een jaar is opgeheven, vond de delegatie het opnemen ervan niet gerechtvaardigd.
De assemblee stemde met 94 stemmen voor, 7 tegen en 11 onthoudingen over de slotverklaring.
De Russische en Turkse delegatie stemden tegen. De verklaring bestaat uit de drie
resoluties van de vakcommissies en 15 «supplementary items», waar voldoende steun
voor werd gevonden.
Voorts werd er op 8 juli teruggeblikt op enkele verkiezingswaarnemingsmissies, die
de assemblee de afgelopen tijd georganiseerd had. Het ging daarbij om verkiezingen
in Moldavië, Oekraïne en Kazachstan. Sinds de OVSE PA Wintervergadering zijn meer
dan 250 leden als waarnemer bij verkiezingen uitgezonden. In het afgelopen jaar heeft
de OVSE PA in totaal 11 verkiezingen waargenomen. Verder sprak een aantal hoge functionarissen
de plenaire vergadering toe. Op donderdag 4 juli opende president Tsereteli de jaarvergadering
met te verwijzen naar het oprichtingsdocument van de OVSE, «the Helsinki Final Act»,
van meer dan veertig jaar geleden, waarin wordt opgeroepen tot een sterkere rol van
de Verenigde Naties in het versterken van vrede en het bevorderen van oplossingen
voor internationale problemen. Hij lichtte toe dat de duurzaamheidsdoelen van de Verenigde
Naties en de rol van nationale parlementen het centrale thema is van deze bijeenkomst
en hij riep op tot implementatie van de doelen. Vervolgens verwees de President van
de Kamer van Volksvertegenwoordigers van Luxemburg, de heer Etgen, in zijn welkomstwoord
naar het belang van veiligheid in tijden van klimaatverandering, energiezaken, schaarste
van natuurlijke hulpbronnen en duurzame ontwikkeling. Volgens hem gaat het hierbij
om het idee in de toekomst conflicten te voorkomen als we onze duurzaamheidsdoelen
serieus nemen. De Luxemburgse premier, de heer Bettel, sprak in zijn speech tijdens
de opening over de rechtstaat als onderdeel van de essentie van wat het betekent om
Europeaan te zijn. Hij benadrukte het belang van mensenrechten en de noodzaak voor
parlementsleden om respect voor diversiteit te bevorderen. «Vrede is altijd als een
vruchtbaar jong boompje dat we zullen verliezen als we er niet voor zorgen. Laten
we nooit onze geschiedenis vergeten en leren van onze vele fouten,» aldus Bettel.
Tot slot sprak de heer Hoyer (Verenigde Staten), een van de oprichtende leden, over
de noodzaak multilaterale instituties te versterken ter bescherming van democratie.
Hij onderstreepte dat de beste manier om antidemocratische krachten van binnenuit
en van buitenaf te bestrijden is om te laten zien dat democratie werkt en om het vertrouwen
in de electorale regering te herstellen. Na de openingsspeeches, nam de plenaire vergadering
alvast twee «supplementaire items» aan:
1. The Role of Civil Society – Individuals and Non-Governmental Organisations – in Realising
the Aims and Aspirations of the OSCE (dhr. Hastings, Verenigde Staten)
2. The Role of National Parliaments in Preventing and Combating Corruption in the OSCE
Area (mevr. Cederfelt, Zweden en mevr. Charalambides, Cyprus).
Aan het einde van de vergadering op 11 juli werd de uitslag van de stemming over de
president meegedeeld, waarbij de zittende president, de heer Tsereteli uit Georgië
het opnam tegen mevrouw Barnett uit Duitsland. Tsereteli kreeg met 120 stemmen versus
84 voor mevrouw Barnett de steun van de meerderheid van de assemblee om zijn termijn
met één jaar voort te zetten. Ook zijn er nieuwe vicepresidenten per acclamatie aangestelde,
het zijnde mevrouw De Sena, Portugal, de heer Dobre, Roemenië en de heer Guliyev,
Azerbaijan. De heer Juel-Jensen uit Denemarken volgt mevrouw Barnett op als penningmeester
voor de 2020 en 2021 sessies. Ook zijn de posities van voorzitter, vicevoorzitter
en rapporteur van de drie vakcommissies ingevuld.
De voorzitter van de delegatie, Van den Bosch
De griffier van de delegatie, Bakker-de Jong
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. van den Bosch, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
F. Bakker-de Jong, adjunct-griffier