Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dam over de berichten 'Sint Maarten niet ver verwijderd van een blokkade internationaal betalingsverkeer' en 'FATF geeft Sint Maarten ervan langs'
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Financiën over de berichten «Sint Maarten niet ver verwijderd van een blokkade internationaal betalingsverkeer» en «FATF geeft Sint Maarten ervan langs» (ingezonden 7 juni 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Financiën (ontvangen 15 juli 2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2018–2019, nr. 3218.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de berichten «Sint Maarten niet ver verwijderd van een blokkade
internationaal betalingsverkeer» en «FATF geeft Sint Maarten ervan langs»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Is het waar dat de Financial Action Task Force (FATF) de aangesloten landen zal oproepen
het internationale betalingsverkeer met Sint Maarten te blokkeren als het zijn wetgeving
niet op orde brengt?
Welke consequenties kan dit hebben voor het betalingsverkeer op Bonaire, Saba en Sint
Eustatius, aangezien de banken die actief zijn op de BES-eilanden vrijwel volledig
bestaan uit bijkantoren van financiële ondernemingen met zetel op Curaçao of Sint
Maarten? Kunt u hierbij met name ingaan op de dagelijkse consequenties voor burgers
van deze eilanden?
Antwoord 2 en 3
Zoals opgenomen in de beantwoording van eerdere schriftelijke vragen2 betekent een openbare waarschuwing – mocht de Caribbean Financial Action Task Force
(CFATF) deze afgeven – dat Sint Maarten wordt beschouwd als een land dat wegens zijn
strategische tekortkomingen een risico vormt voor het internationale financiële systeem.
De lidstaten worden dan opgeroepen om tegenmaatregelen te nemen. Deze kunnen inhouden
dat internationale banken dan extra voorzorgsmaatregelen moeten nemen bij het betalingsverkeer
met Sint Maarten. In het uiterste geval kunnen zij afzien van het doen van transacties
met het Caribische land. Beide gevolgen zouden ernstige repercussies kunnen hebben
voor het buitenlands betalingsverkeer.
De bankensector op de BES-eilanden bestaat vrijwel volledig uit bijkantoren van banken
met zetel op Curaçao of Sint Maarten. Op dit moment leidt de situatie op Sint Maarten
niet tot beperkingen voor het bancaire verkeer op de BES-eilanden. Het is niet uit
te sluiten dat wanneer Sint Maarten zou worden beschouwd als een land dat wegens zijn
strategische tekortkomingen een risico vormt voor het internationale financiële systeem,
buitenlandse banken extra voorzorgsmaatregelen zullen moeten treffen of in het uiterste
geval moeten afzien van het doen van transacties met banken die onderdeel uitmaken
van banken op Sint Maarten. Voor burgers kan dit betekenen dat zij hiervan hinder
ondervinden als zij internationale transacties willen doen, namelijk dat deze transacties
tijdelijk moeilijk uitvoerbaar zijn. Als dit scenario zich manifesteert, dan geldt
dit voor één bijkantoor, namelijk het bijkantoor van de Windward Island Bank (WIB)
op Sint Eustatius, die haar zetel heeft op Sint Maarten. In zijn brief van 3 juni
jl. heeft de Minister van Financiën aangegeven dat het functioneren van de bancaire
dienstverlening en het betalingsverkeer op de BES-eilanden de aandacht heeft. Signalen
van problemen in de bancaire of betaaldienstverlening worden in overleg met lokale
partijen en autoriteiten opgepakt, en eind dit jaar wordt uw Kamer over de voortgang
geïnformeerd.3
Vraag 4 en 5
Is het waar dat Sint Maarten om maatregelen te voorkomen tot september nog zes wetten
moet invoeren? Zo ja, is Sint Maarten in staat dit wetgevingsproces tijdig tot een
goed einde te brengen?
Welke maatregelen zijn er genomen naar aanleiding van het feit dat Sint Maarten een
internationaal centrum is voor het via casino’s witwassen van uit drugs-, mensen-
en wapenhandel verkregen winsten die worden doorgesluisd naar onder meer organisaties
die gelinkt worden aan terrorisme (zoals sinds 2005 in achtereenvolgende officiële
rapporten gesignaleerd wordt)?
Antwoord 4 en 5
In 2018 heeft de CFATF afspraken gemaakt met Sint Maarten over de invoering en wijziging
van zes cruciale wetten tegen witwassen en terrorismefinanciering. Begin mei hebben
de Staten van Sint Maarten alsnog enkele wetten aangenomen, te weten de Landsverordening
aanmeldingsplicht van grensoverschrijdende geldtransporten, de Landsverordening meldpunt
ongebruikelijke transacties en de Landsverordening bestrijding witwassen en terrorismefinanciering.
De CFATF dient nog na te gaan of deze wetgeving overeenstemt met de FATF-aanbevelingen.
Als autonoom land binnen het Koninkrijk is Sint Maarten zelf verantwoordelijk voor
de invoering daarvan. De komende maanden zal hoge prioriteit gegeven moeten worden
aan de verankering van de aanbevelingen van de FATF in wet- en regelgeving. Dit omvat
onder meer wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafrecht en het
Wetboek van Strafvordering. De regering van Sint Maarten heeft zich verbonden aan
het doorvoeren van de door de CFATF gewenste aanpassingen.
Vraag 6 en 7
Welke resultaten heeft het Team Bestrijding Ondermijning op Sint Maarten, dat de banden
tussen de onderwereld en het openbaar bestuur moet blootleggen, tot nu toe opgeleverd?
Heeft Sint Maarten ter zake een beroep gedaan op technische of ambtelijke bijstand
van Nederland?
Antwoord 6 en 7
Zoals opgenomen in de beantwoording van de vragen 8 en 11 van het lid Van der Linde
en Bosman4, ondernemen ik en mijn ambtsgenoten van Justitie en Veiligheid en van Financiën het
nodige om Sint Maarten te ondersteunen bij het tegengaan van witwassen en terrorismefinanciering.
Uit het jaarverslag 2018 van Hoofdstuk IV Koninkrijksrelaties blijkt dat de continuering
van Team Bestrijding Ondermijning effectief is gebleken.5 Zo heeft onder andere strafrechtelijke vervolging plaatsgevonden in een onderzoek
naar fiscale misstanden in de haven van Sint Maarten en is een Sint Maartense parlementariër
aangehouden op verdenking van corruptie, omkoping en witwassen. Tevens is een onderzoek
gestart naar de strafbare handelingen rondom de aanbesteding van contracten die verband
houden met afvalverwerking in Sint Maarten. Daarbij is bijzondere aandacht voor ambtelijke
corruptie, zoals het aannemen van steekpenningen en omkoping van ambtenaren. Verder
zijn, zoals per brief van 17 juni 2019 aan de Kamer gemeld6, de Minister van Justitie en Veiligheid en ik van plan de Kamer zo mogelijk voor
de begrotingsbehandeling van Hoofstuk IV Koninkrijksrelaties te informeren over een
actueel beeld van de resultaten en het effect van de aanpak van het Team Bestrijding
Ondermijning.
Vraag 8
Is er voorzien in een noodscenario mocht zich de situatie voordoen dat het daadwerkelijk
tot een blokkade van internationaal betalingsverkeer komt en dat dit weerslag zal
hebben op de het financiële verkeer op Saba, Sint Eustatius en Bonaire?
Antwoord 8
Zoals de Minister van Financiën in zijn brief van 3 juni jl. aangaf, heeft het functioneren
van de bancaire dienstverlening en het elektronisch betalingsverkeer op de BES reeds
de aandacht.7 Mijn ambtsgenoot van Financiën is hierover in gesprek met lokale partijen en autoriteiten
en informeert uw Kamer eind dit jaar over de voortgang. De situatie op Sint Maarten
en de mogelijke gevolgen voor het bijkantoor op Sint Eustatius zullen hierin worden
meegenomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.