Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over de landelijke risico’s door gevaarlijke gasleidingen
Vragen van lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de landelijke risico’s door gevaarlijke gasleidingen (ingezonden 7 juni 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 12 juli 2019).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het rapport van het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) naar
aanleiding van de gasexplosie in Den Haag?1 Wat is daarop uw reactie?
Antwoord 1
Ja. Ik dank SodM voor dit rapport en denk dat SodM hiermee een belangrijke bijdrage
levert aan dit onderwerp. Het rapport stelt dat de bestaande afspraken over deze gasleidingen
herzien moeten worden. Ik deel deze mening.
Vraag 2
Waar kunnen inwoners terecht met hun zorgen wanneer ze op het kaartje hebben gezien
dat ze boven een gevaarlijke leiding wonen? Wat gaat u doen om de ontstane onrust
weg te nemen?
Antwoord 2
De informatie voor burgers is door de netbeheerders gezamenlijk opgezet. Alle netbeheerders
bieden via hun websites toegang tot een digitale kaart zodat inwoners de stand van
zaken met betrekking tot de sanering kunnen zien. Indien inwoners zorgen hebben kunnen
zij contact opnemen met de desbetreffende netbeheerder. De betrokken burgers bij de
gebeurtenis in Den Haag zijn in een besloten bijeenkomst geïnformeerd.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het om slechts 2,5% van het totaal aantal kilometers gasleiding
gaat, maar toch een zeer groot probleem is?
Antwoord 3
Het betreft inderdaad een klein percentage van het gehele bestand aan gasleidingen
in Nederland. De risico’s van grijs gietijzeren en asbestcement leidingen zijn bekend
en worden door de netbeheerders afdoende beheerst. Juist uit voorzorg en in het kader
van het verhogen van de veiligheid heeft SodM de netbeheerders gevraagd een maximale
inspanning te leveren de sanering alsnog te versnellen.
De aanbeveling van SodM is om de grijs gietijzeren en de asbestcement leidingen in
heel Nederland zo snel mogelijk te vervangen. Ik onderschrijf het advies van SodM
aan de netbeheerders en dit zal ik ook richting de netbeheerders uitdragen.
Vraag 4
Wat gaat u doen om dit grote gevaar op korte termijn op te lossen? Gaat u snel met
de netbeheerders in gesprek? Voor welke datum moeten alle leidingen vervangen zijn?
Antwoord 4
SodM houdt toezicht op deze aanpak en doet samen met de netbeheerders verdiepend onderzoek
naar de oorzaken van scheuren en breuken in dit type leidingen. De doelstelling is
om op basis van het verdiepende onderzoek dit jaar, in overleg met de betreffende
gemeenten en waterleidingbedrijven, een versneld uitvoeringsplan te hebben. Ik vertrouw
erop dat deze aanpak effectief zal blijken voor het beheersen van de risico’s. Ook
zullen de grijs gietijzeren en asbestcement gasleidingen in dichtbevolkt gebied vaker
worden geïnspecteerd en versneld worden vervangen. SodM heeft de netbeheerders verzocht
hierover goed te communiceren met bewoners.
De doelstelling is om dit jaar helderheid op basis van het verdiepende onderzoek te
krijgen en, in overleg met de betreffende gemeenten en waterleidingbedrijven, een
versneld uitvoeringsplan te hebben. Dit laat onverlet dat de in 2010 afgesproken einddatum
van 2040 een harde einddatum is. Ik vertrouw erop dat deze aanpak effectief zal blijken
voor het beheersen van de risico’s en in 2019 helderheid zal geven over de datum waarop
alle grijs gietijzeren leidingen vervangen zullen zijn.
Vraag 5
Welke knelpunten, in praktische of financiële zin, ziet u om deze problematiek sneller
op te lossen? Hoe kunnen die knelpunten worden weggenomen?
Antwoord 5
Ik verwacht maximale inzet van de netbeheerders om deze leidingen zo snel mogelijk
te vervangen. Mochten er knelpunten ondervonden worden door de netbeheerders en/of
gesignaleerd worden door SodM, ben ik bereid deze aan te pakken.
Vraag 6
Wie is aansprakelijk voor de explosie zoals die in februari in Den Haag plaatsvond?
Wie is er aansprakelijk voor eventueel toekomstige explosies?
Antwoord 6
In Nederland zijn de netbeheerders verantwoordelijk voor de veiligheid van het gastransport.
De netbeheerder dient een doeltreffend kwaliteitsborgingssysteem voor de uitvoering
van de op grond van de gaswet aan hem toegekende taken te hanteren.
Uit het onderzoek over de gebeurtenis in de Jan van der Heijdenstraat van het Openbaar
Ministerie (strafrechtelijk) en uit het onderzoek van SodM (publiekrechtelijk) blijkt
dat er geen sprake is van verwijtbaar handelen.
Wel kan een netbeheerder privaatrechtelijk aansprakelijk gesteld worden.
Vraag 7
Zijn er meer gasexplosies geweest die het gevolg waren van het gevaarlijke gasnetwerk?
Antwoord 7
In 2001 en 2008 hebben zich gasexplosies voorgedaan in grijs gietijzeren leidingen.
In Nederland hebben we van grijs gietijzeren leidingen gesteld dat het gebruik naar
de toekomst niet langer wenselijk is. SodM refereert naar deze explosies in haar onderzoek.
Vraag 8
Hoe wordt er beoordeeld welke leidingen een lager en welke een hoger risico hebben?
Antwoord 8
Zoals in het rapport van SodM is aangegeven, zijn in 2010 afspraken met netbeheerders
gemaakt om het risico op falen van hun grijs gietijzeren en asbestcement leidingen
op basis van minimaal vier criteria in te schatten, namelijk dat de grijs gietijzeren
en asbestcement leidingen liggen:
1. in bebouwd gebied, waardoor bij het falen van de leiding het risico op slachtoffers
of grote materiële schade groot is;
2. in zakkende grond, waardoor het risico op falen door grondzetting groot is;
3. in gebieden, waar veel bouwactiviteiten plaatsvinden, of waar de ondergrond zwaarbelast
wordt door verkeer;
4. in gebieden, waar de grondsamenstelling aanleiding geeft tot bovenmatige corrosie
van de leidingen.
De netbeheerders hebben deze vier criteria gehanteerd en hebben sindsdien deze methodiek
verder verrijkt met omgevingsinformatie over omstandigheden die risico verhogend zijn.
Vraag 9
Is de prioritering van aanpak van onveilige leidingen gebaseerd op veiligheid en/of
op andere aspecten?
Antwoord 9
De prioritering, zoals benoemd in het antwoord op vraag 8, is gebaseerd op veiligheid.
Vraag 10
Wat is uw reactie op de prioriteitstelling die door Stedin is toegepast? Hoe is dit
bij andere netwerkbeheerders?
Antwoord 10
SodM concludeert dat Stedin op hoofdlijnen de juiste prioriteitsstelling heeft gevolgd.
Stedin heeft de prioritering sinds 2010 op eigen initiatief verder verfijnd en verbeterd.
SodM maakt hierbij de kanttekening dat 4,3 km grijs gietijzer leidingen ten onrechte
nog niet gesaneerd is.
Ik constateer verder dat in het rapport andere netbeheerders geen onderwerp van onderzoek
zijn geweest. SodM geeft aan dat bij een inspectie in 2016 geen manco’s in prioriteitsstelling
bij andere netbeheerders is geconstateerd.
Vraag 11
Moet een andere prioritering worden gegeven? Wat gaat u doen om er voor te zorgen
dat alle aanbevelingen van SodM worden uitgevoerd?
Antwoord 11
Afhankelijk van verdiepend onderzoek naar de oorzaken van scheuren en breuken in dit
type leidingen zal SodM bezien in hoeverre een andere prioritering wenselijk is. Ik
ga ervan uit dat de aanbevelingen van SodM door de netbeheerders opgevolgd worden.
Vraag 12
Wilt u de Kamer zo spoedig mogelijk informeren over alle stappen die u gaat zetten
en de uitkomsten van overleg met netbeheerders en toezichthouder? Neemt u daarin de
plannen voor inwoners mee?
Antwoord 12
Met de beantwoording van deze vragen heb ik de stappen geschetst die nodig zijn en
gezet zullen worden. Ik zal uw Kamer informeren, als de netbeheerders en/of SodM aangeven
dat aanvullende acties nodig zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.