Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 248 Wijziging van de Scheepvaartverkeerswet en enige andere wetten in verband met verdere flexibilisering van de loodsplicht (Loodsplicht nieuwe stijl)
ARTIKEL I
ARTIKEL II. WIJZIGING LOODSENWET
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE ARBEIDSTIJDENWET
ARTIKEL IV. WIJZIGING AANPASSINGSWET ZBO’S IENM AAN DE KADERWET ZBO’S
ARTIKEL V. EVALUATIEBEPALING
ARTIKEL VI. INWERKINGTREDING
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is dat de Scheepvaartverkeerswet
en enige andere wetten te wijzingen om ter bevordering van de veiligheid op de scheepvaartwegen
de loodsplichtwetgeving te herzien door onder andere de invoering mogelijk te maken
van een Pilotage Exemption Certificate (PEC);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
De Scheepvaartverkeerswet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 3, eerste lid, wordt «de artikelen 4, 11 en 12» vervangen door «de artikelen
4, 10, vierde lid, 11 en 12».
B
Artikel 10 komt te luiden:
Artikel 10
1. De kapitein van een zeeschip maakt tijdens de vaart op de scheepvaartwegen die deel
uitmaken van een zeehavengebied, gebruik van de diensten van een loods.
2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder zeehavengebied verstaan de scheepvaartwegen
die deel uitmaken van een zeehaven, die de aanloop daarnaar vormen of de verbinding
vormen tussen zeehavens.
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden de in het eerste lid bedoelde
zeehavengebieden en scheepvaartwegen nader aangeduid.
4. Onverminderd het eerste lid maakt de kapitein van een zeeschip in ieder geval in
bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen omstandigheden, ook op
andere daarvoor aangewezen scheepvaartwegen gebruik van de diensten van een loods.
5. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt het gezag aangewezen dat op
een in die maatregel aan te geven wijze belast wordt met de uitvoering van deze paragraaf
en de daarop berustende bepalingen.
C
Artikel 11 komt te luiden:
Artikel 11
1. Van de verplichting, bedoeld in artikel 10, eerste lid, kan ten aanzien van een of
meerdere aangewezen scheepvaartwegen in een zeehavengebied bij of krachtens algemene
maatregel van bestuur:
a. aan de kapitein van een zeeschip behorend tot een bepaalde categorie zeeschepen vrijstelling
worden verleend;
b. aan de kapitein vrijstelling, respectievelijk ontheffing, worden verleend voor een
zeeschip indien de kapitein of eerste stuurman tijdens de vaart op de betreffende
scheepvaartweg, voldoet aan de bij of krachtens die maatregel gestelde eisen wat betreft
opleiding, kundigheid en ervaring of aan andere bij of krachtens die maatregel vastgestelde
eisen;
c. worden bepaald dat bij wijze van experiment, onder bij of krachtens die maatregel
te bepalen voorwaarden, van de onderdelen a en b, kan worden afgeweken, om te onderzoeken
of er mogelijkheden zijn om in andere gevallen dan bij of krachtens die onderdelen
is bepaald, vrijstelling of ontheffing te verlenen.
2. Onverminderd het eerste lid kunnen personen die op grond van het eerste lid zijn
vrijgesteld of ontheven van de verplichting gebruik te maken van de diensten van een
loods, in bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen, niettemin worden
verplicht van de diensten van een loods gebruik te maken.
3. Bij de behandeling van een aanvraag voor het verlenen van een vrijstelling of ontheffing
als bedoeld in het eerste lid, de periodieke controle daarop en de intrekking daarvan
kunnen persoonsgegevens worden verwerkt. De verwerking vindt plaats om te kunnen beoordelen
of aan de wettelijke vereisten voor de afgifte van een ontheffing en de daaraan verbonden
voorschriften en beperkingen wordt voldaan. Het gezag dat bevoegd is de ontheffing
te verlenen, is verantwoordelijk voor deze verwerking.
4. Aan een besluit tot vrijstelling, respectievelijk ontheffing, als bedoeld in het
eerste lid, onderdeel b, kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.
D
Artikel 12 komt te luiden:
Artikel 12
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden voor kapiteins regels gesteld
over operationele zaken betreffende het loodsen, waaronder het gelijktijdig gebruik
van de diensten van meer dan één loods en het gebruik maken van de diensten van een
loods vanaf de wal of vanaf een ander schip.
E
Artikel 14a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid, wordt «en verklaringen van vrijstelling als bedoeld in artikel
10, tweede lid, onderdeel b,» vervangen door «en van vrijstellingen, respectievelijk
ontheffingen als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel b».
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De tarieven voor de kosten verbonden aan de deelname aan de opleidingen en de examens
die door de regionale loodsencorporaties op grond van artikel 13 van de Loodsenwet,
worden verzorgd in het kader van het verlenen van een vrijstelling of ontheffing,
bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, worden vastgesteld bij besluit van
de Autoriteit Consument en Markt overeenkomstig hoofdstuk VIA van de Loodsenwet en
de daarop gebaseerde bepalingen.
F
Artikel 15, eerste en tweede lid, komen te luiden:
1. De kapitein die gebruik maakt van de diensten van een loods, dan wel de eigenaar
of rompbevrachter van het schip waarvoor gebruik wordt gemaakt van de diensten van
een loods, is gehouden loodsgeld te betalen.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op de kapitein of gezagvoerder van een Scheldevaarder
als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van het Scheldereglement.
G
Artikel 31, zesde lid, komt te luiden:
6. Niet-nakoming van de verplichtingen, bedoeld in artikel 10, vierde lid en 11, tweede
lid, alsmede overtreding van de regels, gesteld krachtens artikel 12, en van de voorschriften
verbonden aan een besluit genomen krachtens artikel 11, eerste lid, onderdeel b, met
een zeeschip of een schip als bedoeld in artikel 13 wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste twee maanden of geldboete van de derde categorie.
H
De eerste volzin van artikel 36, eerste lid, komt te luiden: Bij algemene maatregel
van bestuur kan worden bepaald dat de artikelen 10, eerste en vierde lid, 15c, eerste
lid, en 17 alsmede de krachtens de artikelen 4, 11, eerste en tweede lid en 12 gestelde
regels die in die maatregel zijn aangegeven, niet of slechts met beperkingen van toepassing
zijn op Nederlandse of daarmee in die maatregel gelijk te stellen oorlogsschepen,
die zich bevinden in de territoriale zee of daarop aansluitende Nederlandse scheepvaartwegen
die in die maatregel zijn aangewezen.
I
In artikel 52, eerste lid, wordt «artikel 11, eerste lid», vervangen door «artikel
11, eerste en tweede lid».
J
De bijlage vervalt.
ARTIKEL II. WIJZIGING LOODSENWET
De Loodsenwet wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 4, derde lid, wordt «artikel 11, onderdeel b, van de Scheepvaartverkeerswet»
vervangen door «artikel 10, vierde lid, van de Scheepvaartverkeerswet».
B
Artikel 13, eerste lid, onderdeel b, komt te luiden:
b. het ten behoeve van de verlening van een vrijstelling of ontheffing van de loodsplicht,
bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de Scheepvaartverkeerswet, leveren
van een aandeel bij de opleiding en examinering van personen die een dergelijke ontheffing
aanvragen.
ARTIKEL III. WIJZIGING VAN DE ARBEIDSTIJDENWET
In artikel 2:9, eerste lid, van de Arbeidstijdenwet vervalt «of in de haven van Scheveningen,».
ARTIKEL IV. WIJZIGING AANPASSINGSWET ZBO’S IENM AAN DE KADERWET ZBO’S
Artikel VIII van de Aanpassingswet zbo’s IenM aan de Kaderwetwet zbo’s vervalt.
ARTIKEL V. EVALUATIEBEPALING
Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat zendt binnen vijf jaar na de inwerkingtreding
van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten
van deze wet in de praktijk.
ARTIKEL VI. INWERKINGTREDING
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.