Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over de uitspraak van de Raad van State over het verhalen van de opruimkosten van gedumpt drugsafval
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de uitspraak van de Raad van State over het verhalen van de opruimkosten van gedumpt drugsafval (ingezonden 28 februari 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat),
mede namens de ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(ontvangen 8 juli 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State dat de kosten van het opruimen van door onbekenden gedumpt drugsafval
niet verhaald mogen worden op de grondeigenaar?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat gaat deze uitspraak in de praktijk betekenen?
Antwoord 2
De uitspraak betekent dat de particulieren niet hoeven te betalen voor het opruimen
van drugsafval, tenzij er sprake is van overtreding van een wettelijke verplichting
die op die particulier rust.
Vraag 3
Is de veronderstelling juist, dat wanneer opruimkosten voor rekening van de overheid
blijven het risico veel minder groot is dat grondeigenaren het drugsafval gaan verslepen
met alle risico’s van dien?
Antwoord 3
Het is niet bekend of hier een causaal verband ligt. De Raad van State heeft bepaald
dat gemeenten de kosten voor het opruimen van drugsafval niet mogen verhalen op de
particuliere eigenaren van de grond als die er niets mee te maken hebben, tenzij de
particuliere eigenaar een wettelijke verplichting heeft overtreden.
Vraag 4
Wat is de stand van zaken van het overleg tussen Rijk en provincies over een eventuele
landelijke regeling voor het vergoeden van de kosten voor het opruimen van gedumpt
drugsafval?
Antwoord 4
Als voorzitter van een interbestuurlijke werkgroep drugsdumpingen heeft IPO een extern
bureau opdracht gegeven om onderzoek te doen naar de kosten van en de financieringsmogelijkheden
voor het opruimen van drugsdumpingen. Hieruit is het instellen van een schadefonds
naar voren gekomen als optie om verder te verkennen.
Vraag 5
Bent u voornemens nog dit jaar met een landelijke regeling voor volledige vergoeding
van opruimkosten te komen, waarbij zowel Rijk als provincies een bijdrage leveren?
Antwoord 5
Gelet op de verantwoordelijkheden in het voorkomen van mogelijke schade voor volksgezondheid
en milieu, ligt hier de verantwoordelijkheid bij regionale en lokale overheden. Provincies
kunnen nog vooruit met de reeds beschikbaar gestelde middelen en kunnen particulieren
snel helpen met raad, daad en financiële compensatie voor de directe opruimkosten.
De meeste provincies hebben inmiddels provinciale subsidieregelingen ingesteld, die
overigens worden gevoed door de resterende € 1,2 miljoen vanuit het Rijk.
Het kabinet maakt nu voor de periode 2019 tot en met 2024 structureel nog € 1 miljoen
per jaar vrij op de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid om de
directe kosten van het opruimen van drugsdumpingen te kunnen (co)financieren. Met
de beschikbaar gestelde middelen zullen nu de particuliere grondeigenaren volledig
worden gecompenseerd voor de directe opruimkosten van drugsdumpingen op hun grond
en worden ook gemeenten voor een gedeelte gecompenseerd voor de financiële gevolgen
van drugsdumpingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.