Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Becker over het bericht '1600 kinderen verdwenen uit de asielopvang'
Vragen van het lid Becker (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «1.600 kinderen verdwenen uit de asielopvang» (ingezonden 6 juni 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 3 juli
            2019).
         
Vraag 1
            
Kent u het artikel «1.600 kinderen verdwenen uit de asielopvang»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2, 5, 6, 8
            
Klopt het genoemde aantal en kunt u inzicht geven in de landen van herkomst van de
               betreffende minderjarige vreemdelingen?
            
Herkent u het beeld dat geschetst wordt in het artikel dat het dikwijls gaat om veiligelanders
               uit bijvoorbeeld Marokko die hier via de asielopvang in de criminaliteit belanden
               en van de radar verdwijnen?
            
Heeft u indicaties dat hierbij sprake is van mogelijke mensenhandel- of mensensmokkelnetwerken,
               die de Nederlandse asielopvang misbruiken om jongeren op illegale wijze in Nederland,
               dan wel in Europa, te kunnen inzetten voor hun praktijken? Zo ja, welke inzet pleegt
               u om deze netwerken keihard aan te pakken?
            
Bent u bereid te onderzoeken wat de achtergrond is van de verdwijningen en welke maatregelen,
               eventueel in internationaal verband, zo nodig kunnen worden genomen, zoals u ook heeft
               toegezegd ten aanzien van de verdwijningen van Vietnamese kinderen uit de beschermde
               opvang?
            
Antwoord 2, 5, 6, 8
            
Zoals ik bij brief van vandaag aan uw Kamer heb gemeld, herken ik het door de NRC
               genoemde aantal. Het betreft het aantal amv’s dat volgens cijfers van het COA en van
               Nidos met onbekende bestemming is vertrokken uit amv-opvanglocaties tussen 2015 en
               april 2019. De cijfers van het COA en Nidos heb ik echter nog niet kunnen verifiëren
               en bevatten wellicht nog onderlinge dubbeltellingen of andere onzuiverheden.
            
Bij brief van 24 april 2019 heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd dat de komende
               maanden twee gerelateerde onderzoeken worden uitgevoerd. Allereerst wordt een analyse
               uitgevoerd van de gegevens die bij de samenwerkingspartners binnen de migratieketen
               beschikbaar zijn over het vertrek met onbekende bestemming van amv’s uit de opvang.
               Deze analyse zal een beter beeld geven van de problematiek (zoals de landen van herkomst
               van de betrokken jongeren) en de daarbij horende aantallen. In de analyse wordt ook
               gebruik gemaakt van data over Dublin-claims op Nederland.
            
Daarnaast voert het EMM een fenomeenonderzoek uit dat twee onderzoeksrichtingen kent.
               Enerzijds is dit de onderzoeksrichting waar in de vraag aan wordt gerefereerd, te
               weten naar de omvang van- en de omstandigheden waarin vreemdelingen met de Vietnamese
               nationaliteit met onbekende bestemming uit de beschermde opvang zijn vertrokken in
               de periode 2015 tot 2019. Anderzijds doet het EMM onderzoek doen naar de betrokkenheid
               van vreemdelingen met de Vietnamese nationaliteit bij signalen van- en opsporingsonderzoeken
               naar mensenhandel en mensensmokkel in Nederland in de periode 2015 tot 2019.
            
De uitkomsten van deze twee onderzoeken verwacht ik in het najaar. Afhankelijk van
               de bevindingen daarvan zal gekeken worden welke aanvullende maatregelen, ook in internationaal
               verband, genomen moeten worden om het vertrek met onbekende bestemming van amv’s zoveel
               mogelijk te voorkomen. Daarnaast zal bezien worden of de bevindingen aanleiding geven
               om de maatregelen in de beschermde opvang aan te scherpen of anderszins te wijzigen.
            
Vraag 3, 4
            
Kunt u aangeven hoe het mogelijk is dat minderjarige vreemdelingen uit een locatie
               van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA-locatie) verdwijnen en hoe het daarnaast
               kan dat minderjarige vreemdelingen die onder voogdij van Nidos staan toch van de radar
               verdwijnen?
            
Welke maatregelen zijn reeds getroffen om dergelijke verdwijningen te voorkomen en
               om, als dit toch gebeurt, inzicht te krijgen in de oorzaak en de mogelijke bestemming?
            
Antwoord 3, 4
            
Over de oorzaak van het vertrek met onbekende bestemming van amv’s uit de opvang en
               de verschillende maatregelen die worden genomen om dit tegen te gaan, heeft mijn voorganger
               uw Kamer reeds geïnformeerd, bijvoorbeeld in de beantwoording van Kamervragen van
               de leden Bouali en Groothuizen van 12 november 2018. Amv’s worden opgevangen in kleinschalige
               opvang, waar medewerkers zich dagelijks inspannen om voor de bewoners een zo veilig
               mogelijke omgeving te creëren. Amv’s die aangeven te willen vertrekken worden geïnformeerd
               over de verschillende perspectieven die er zijn en worden gewezen op risico’s van
               illegaal verblijf, zoals mensenhandel en seksueel geweld.
            
Vermeende slachtoffers van mensenhandel worden opgevangen in de beschermde opvang,
               waar extra beschermingsmaatregelen worden genomen. Opvang in zowel de reguliere amv-opvanglocaties
               als in de beschermde opvang vindt echter plaats in een open setting. De bestaande
               maatregelen kunnen dan ook niet wegnemen dat als amv’s dit echt willen, zij de opvang
               kunnen verlaten. Voor zover vraag 4 ziet op het krijgen van inzicht in de mogelijke
               bestemming verwijs ik naar de beantwoording van vraag 2, 5, 6 en 8.
            
Vraag 7
            
Welke mogelijkheden heeft u om minderjarige vreemdelingen die uit een veilig land
               komen en overlast veroorzaken of crimineel gedrag vertonen in detentie te zetten als
               er zicht is op uitzetting?
            
Antwoord 7
            
Bewaring van minderjarige vreemdelingen is nog meer dan bij meerderjarige vreemdelingen
               een middel dat met terughoudendheid moet worden toegepast. Bewaring blijft een legitiem
               middel, mits dit wordt uitgevoerd in een locatie die is ingericht op de specifieke
               behoeftes van het kind, zoals de gesloten gezinslocatie in Zeist. Ik wijs er ook op
               dat vreemdelingenbewaring geen maatregel van jeugdtoezicht is, maar een maatregel
               die tot doel heeft om de terugkeer veilig te stellen. In aanvulling op de wettelijke
               vereisten voor bewaring dat lichtere middelen niet effectief kunnen worden toegepast
               en dat reëel perspectief op terugkeer bestaat, zijn in het beleid een aantal aanvullende
               voorwaarden opgenomen voor bewaring van minderjarigen. Deze zijn:
            
• De alleenstaande minderjarige vreemdeling is verdacht van- of veroordeeld voor een
                     misdrijf, of;
                  
• Het vertrek van de alleenstaande minderjarige vreemdeling kan uiterlijk binnen veertien
                     dagen gerealiseerd worden, of;
                  
• De alleenstaande minderjarige vreemdeling is eerder met onbekende bestemming vertrokken
                     uit de opvang of heeft zich niet gehouden aan een opgelegde meldplicht of vrijheidsbeperkende
                     maatregel.
                  
Deze gronden gaan er van uit dat de vreemdeling ofwel door middel van het strafrecht
               of wel door een eerder onderduiken al in contact was met de overheid. Voor de situatie
               waarin de vreemdeling voor het eerst in Nederland door de politie of de Koninklijke
               Marechaussee wordt aangetroffen, en er een sterke aanwijzing bestaat dat hij of zij
               zich aan het toezicht zal onttrekken, laat het beleid geen ruimte.
            
Ik ben daarom voornemens aan deze gronden een vierde omstandigheid toe te
voegen, die zal zien op vreemdelingen die in het toezicht worden aangetroffen. Ik
               zal uw Kamer in de komende periode nader informeren over deze beleidswijziging.
            
Vraag 9
            
Wilt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg vreemdelingen- en asielbeleid
               op 12 juni 2019?
            
Antwoord 9
            
Omdat het algemeen overleg is verplaatst naar na het zomerreces, heb ik ernaar gestreefd
               om deze vragen binnen de normale beantwoordingstermijn voor Kamervragen te beantwoorden.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.