Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Karabulut over een gelekt document van de OPCW over een chemische aanval in Syrië
Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over een gelekt document van de OPCW over een chemische aanval in Syrië (ingezonden 7 juni 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 2 juli 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Leaked OPCW report raises new questions about 2018 chemical attack
in Douma, Syria»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat het gelekte document ingaat tegen de officiële lezing van de Organisatie
voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) over wat er vorig jaar in Douma is gebeurd?
Antwoord 2
Het klopt dat er een OPCW-intern rapport bestaat over de gifgasaanval in Douma op
7 april 2018 met bevindingen die deels afwijken van de bevindingen die door de Fact Finding Mission (FFM) van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) zijn opgenomen
in het officiële OPCW-FFM rapport (d.d. 1 maart 2019)2 over de aanval.
Vraag 3
Kunt u aangeven op welke onderdelen van de officiële lezing wordt afgeweken? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
De OPCW-FFM concludeert op basis van alle getuigenverklaringen, milieuen biomedische
monsters, toxicologische en ballistische analyses van deskundigen en aanvullende digitale
informatie van getuigen, dat er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat een giftige
chemische stof als wapen is ingezet in Douma in april 2018.
In het FFM-rapport over de gifgasaanval wordt geconstateerd dat cilinders met chloor
door het dak zijn gevallen. Volgens het interne rapport bestaat er een grotere waarschijnlijkheid
dat deze cilinders op hun uiteindelijke plaatsen zouden zijn neergelegd.
Vraag 4
Kunt u aangeven wat de precieze status is van het gelekte document?
Antwoord 4
De OPCW heeft het bestaan van het interne rapport erkend. In reactie op vragen hierover
stelde de OPCW directeur-generaal op 28 mei3 dat de FFM altijd alle informatie, analyses en standpunten in overweging neemt om
tot een conclusie te komen. Zo is ook de informatie in dit interne rapport onderzocht,
gewogen en besproken. Drie onafhankelijke ballistische onderzoeken kwamen echter tot
de conclusie zoals deze in het FFM-rapport is weergegeven.
De DG benadrukte nog eens achter de onpartijdige en professionele conclusies van de
FFM te staan. Ook voor Nederland is er geen aanleiding om aan de conclusie van het
officiële OPCW-Douma rapport te twijfelen.
Vraag 5
Klopt het dat het document werd achtergehouden? Zo nee, wat zijn dan de feiten?
Antwoord 5
De OPCW directeur-generaal heeft aangegeven dat de expert die het betreffende rapport
heeft opgesteld geen deel uitmaakte van de FFM. De expert kreeg opdracht om de FFM
tijdelijk bij te staan met het verzamelen van informatie op enkele locaties in Douma.
Het Technische Secretariaat van de OPCW heeft bevestigd dat bij het opstellen van
het FFM-rapport rekening is gehouden met alle verzamelde informatie, bewijzen en standpunten.
In maart 2019 vernam de OPCW directeur-generaal de eerste indicatie van het bestaan
van het interne rapport. De DG heeft de betreffende expert geadviseerd zijn beoordeling
te delen met het OPCW Investigation and Identification Team (IIT) dat verantwoordelijk is voor het identificeren van de daders van het gebruik
van chemische wapens in Syrië, zodat het document door het IIT kan worden gebruikt
voor hun onderzoek. Attributie valt immers buiten het mandaat van de FFM.
Nederland heeft geen reden om aan te nemen dat belangrijke relevante informatie niet
zou zijn meegewogen in de conclusies van het Douma-rapport.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u de handelwijze van de OPCW met betrekking tot het nu bekende document?
Antwoord 6
Zie ook het antwoord op vraag 5.
Nederland heeft het volste vertrouwen in de expertise en werkwijze van de Fact Finding Mission en het Technische Secretariaat van de OPCW.
Het is nu van belang dat het onderzoeks- en identificatieteam (ITT) verder gaat met
de taak om de verantwoordelijken voor dergelijke aanvallen in Syrië te identificeren.
Straffeloosheid voor deze afschuwelijke misdrijven is niet acceptabel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.