Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het bericht 'Koppen rollen door crisis Politieacademie'
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Koppen rollen door crisis Politieacademie» (ingezonden 14 mei 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 26 juni 2019).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2944.
Vraag 1
Kent u het bericht «Koppen rollen door crisis Politieacademie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich uw brief van 22 maart 2019 waarin u het rapport «Samen werken aan
goed politieonderwijs en -onderzoek» aan de Kamer heeft aangeboden?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Kunt u aangeven in welke mate en in welk opzicht het door ABD Topconsult (pagina 15
en 16 van het rapport) geconstateerde gebrek aan integraliteit in de besturing van
de Politieacademie ten grondslag heeft gelegen aan of beïnvloedend is geweest op de
ontstane situatie in de top van de Politieacademie? In hoeverre gaat een nieuwe leiding
van de Politieacademie met diezelfde problemen te maken krijgen? Welke veranderingen,
bijvoorbeeld als het gaat om de mandaatregeling, worden er op korte termijn doorgevoerd
om opnieuw deze problemen te voorkomen? Of is enkel sprake geweest van een incomptabilité
de humeur?
Antwoord 3
Het geconstateerde gebrek aan integraliteit is inderdaad beïnvloedend geweest op de
ontstane situatie binnen het directieteam van de Politieacademie.
De verbetervoorstellen zoals deze zijn beschreven in het rapport «Samen werken aan
goed politieonderwijs en -onderzoek» worden momenteel nader uitgewerkt. Prioriteit
heeft daarbij een nieuwe mandaatregeling waarbij de directeur van de Politieacademie
verantwoordelijk is voor zowel het primaire proces als de bedrijfsvoering en een adequate
wisselwerking tussen het Politiedienstencentrum (PDC) en de Politieacademie. Het streven
is om de nieuwe mandaatregeling deze zomer gereed te hebben.
Vraag 4
Klopt het dat de Politieacademie sinds enige jaren niet meer verantwoordelijk is voor
de werving en selectie van nieuwe politieagenten? Welke organisatie voert die taken
nu uit?
Antwoord 4
Sinds de wijziging van de Politiewet 2012 van 1 januari 2017 is de Politieacademie
niet meer verantwoordelijk voor de werving en selectie van nieuwe politieagenten.
Het Politiedienstencentrum voert die taken nu uit.
Vraag 5 en 6
Klopt het dat kandidaten die tijdens de werving afvallen, tegen die beslissing in
beroep kunnen gaan? Bij welke instantie kunnen zij in beroep gaan? Gebeurt dit in
de praktijk ook daadwerkelijk? Om hoeveel gevallen gaat dit, afgezet tegen het totaal
aantal personen dat betrokken wordt in een politieselectie?
In wat voor soort gevallen is een beoordeling van wervingsfunctionarissen te bediscussiëren?
Kun je een beslissing van een psycholoog ter discussie stellen en alsnog afdwingen
dat je aan de opleiding gaat deelnemen? Kun je een score op een sporttest ter discussie
stellen en alsnog afdwingen dat je aan de opleiding gaat deelnemen? In hoeverre wordt
de opleiding an sich als een selectie-instrument gezien?
Antwoord 5 en 6
Het besluit of iemand voldoet aan de selectienormen wordt ten allen tijde genomen
door een selectieteam van de politie. Kandidaten kunnen niet in beroep gaan tegen
deze beslissing. Kandidaten kunnen bij het hoofd van de afdeling van het betreffende
selectieteam wel bezwaar maken tegen hun behandeling tijdens de selectie of hoe de
procedure is verlopen. Er is een procedure waarin kandidaten kunnen aangeven en motiveren
het oneens te zijn met een selectiebeslissing waarna aanvullend onderzoek kan worden
gedaan. Dit aanvullende onderzoek kan leiden tot een heroverweging. Ik beschik niet
over cijfers over hoe vaak dit gebeurt. Een kandidaat kan onder voorwaarden een herkansing
krijgen op een selectieonderdeel zoals de sporttest, maar zal ook dan de norm zoals
verwoord in de regelgeving Aanstellingseisen Politie moeten behalen. Van het afdwingen
van toelating tot de politieopleiding is geen sprake. De opleiding is geen selectie-instrument,
selectie vindt plaats voordat de opleiding start.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.