Motie : Motie van de leden Rog en Kuik over mogelijke nadere afspraken over de burgerschapsopdracht
35 000 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2019
Nr. 201
MOTIE VAN DE LEDEN ROG EN KUIK
Voorgesteld tijdens het Notaoverleg van 17 juni 2019
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat mbo-scholen met het ondertekenen van de Burgerschapsagenda dit onderwijs
naar een hoger plan willen tillen en voorzien is dat de tussenevaluatie eind 2019
naar de Tweede Kamer wordt gestuurd;
overwegende dat in de Staat van het Onderwijs wordt gesteld dat de kwaliteit van het
burgerschapsonderwijs in het mbo sterk docentafhankelijk is en de hoogte van het resultaat
niet meetelt in de diplomabeslissing, waardoor volgens de inspectie er geen zicht
is op de kwaliteit van de burgerschapscompetenties waarmee mbo-studenten de opleiding
verlaten;
verzoekt de regering, om de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) en de Nederlandse
Vereniging van Leraren Maatschappijleer (NVLM) te betrekken bij de evaluatie die eind
2019 naar de Kamer komt;
verzoekt de regering tevens, daarbij te beschouwen of het wenselijk is nadere afspraken
te maken over eindtermen, bevoegdheid van docenten en minimale urennormen voor het
uitvoeren van de burgerschapsopdracht,
en gaat over tot de orde van de dag.
Rog
Kuik
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.R.J. Rog, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
A. Kuik, Tweede Kamerlid