Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het bericht 'Vuurwerk afgestoken bij ArenA ondanks verbod'
Vragen van het lid Van Dam (CDA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Vuurwerk afgestoken bij ArenA ondanks verbod» (ingezonden 14 mei 2019).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 18 juni 2019)
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2912.
Vraag 1
Kent u het artikel «Vuurwerk afgestoken bij ArenA ondanks verbod»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt de berichtgeving dat er veel politie aanwezig was terwijl vuurwerk werd afgestoken,
maar dat deze dienders niet hebben ingegrepen? Zo ja, kunt u aangeven waarom de politie
niet heeft ingegrepen?
Antwoord 2
Bij elk politieoptreden wordt een afweging gemaakt tussen het belang van direct en
zichtbaar optreden en het risico op escalatie. Er zijn situaties waarin er niet direct
opgetreden kan worden tegen vuurwerk. Dat is bijvoorbeeld het geval als er in een
menigte vuurwerk wordt afgestoken waardoor direct aanhouden niet mogelijk is of als
politieoptreden leidt tot escalatie (openbare ordeverstoringen). In die gevallen wordt
gepoogd om de daders op een later tijdstip aan te houden. De burgemeester van Amsterdam
heeft mij laten weten dat in deze specifieke situatie is besloten om niet direct op
te treden tegen het afsteken van vuurwerk in de menigte, vanwege de kans op escalatie
met gevaar voor omstanders tot gevolg.
Vraag 3
Kent u het programma «Samen sterk tegen vuurwerk» dat de clubs, de KNVB, de politie,
het openbaar ministerie, de gemeenten en het Ministerie van Justitie en Veiligheid
gezamenlijk hebben opgepakt? Vallen wedstrijden in het kader van de Champions League
ook onder dit programma? Hoe kan het dat ondanks dit programma in zo massale mate
in en rond de ArenA gebruik is gemaakt van vuurwerk, inclusief fakkels en toortsen?
Antwoord 3
Ja, het Projectplan Aanpak Vuurwerk in het Voetbal is op 20 december 2018 gelanceerd
en tot stand gekomen in overleg met clubs, supporters, de KNVB, gemeenten, OM en mijn
ministerie. Het streven is om de associatie tussen vuurwerk en voetbal uit te bannen.
De kern van dit plan bestaat uit een verander- communicatie- en handhavingsstrategie.
Aan het gebruik van vuurwerk in stadions door supporters kleven significante gezondheids-
en veiligheidsrisico’s en het gebruik is op grond van onder andere de huisregels verboden.
Buiten het stadion is (afgezien van de jaarwisseling) het afsteken van vuurwerk zonder
vergunning verboden; dit geldt alleen niet voor de categorie F1-vuurwerk (kindervuurwerk).
Ook wedstrijden in internationaal verband vallen onder dit regime.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe club, KNVB en politie, indien er vuurwerk is afgestoken bij een
voetbalwedstrijd, te werk gaan? Is daar een protocol voor ontwikkeld? Is er eenduidig
beleid om te zorgen dat raddraaiers worden opgepakt of wordt per wedstrijd bekeken
of de politie moet ingrijpen? Indien het laatste het geval is, kunt u aangeven op
basis waarvan de politie besluit of zij al dan niet moet ingrijpen? Wordt na een wedstrijd
actief opgespoord wie vuurwerk hebben afgestoken?
Antwoord 4
In het Kader voor Beleid Voetbal en Veiligheid is de taakverdeling tussen de verschillende
partijen rond een voetbalwedstrijd vastgelegd.2 De betaald voetbal organisatie is verantwoordelijk voor de veiligheidssituatie in
het stadion en het bijbehorende terrein. De politie is verantwoordelijk voor de openbare
orde en veiligheid en is in beginsel niet aanwezig in het stadion.
Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen vuurwerk in de openbare ruimte en vuurwerk
dat in het stadion (of het stadiongebied) wordt afgestoken. In het stadion geldt de
volgende procedure bij nationale wedstrijden waarbij sprake is van grote hoeveelheden
vuurwerk:
– Stilleggen wedstrijd.
– Indien geen effect: nogmaals stilleggen en spelers en arbitrage verlaten het veld.
Stadionomroeper verzoekt het publiek om te stoppen met het afsteken van vuurwerk.
– Indien geen effect: wedstrijd andermaal stilleggen en spelers en arbitrage verlaten
het veld (2e keer).
– Er vindt afstemming plaats in de lokale driehoek waarbij besproken wordt welke gevolgen
er zijn van het definitief staken van de wedstrijd.
Volgens de richtlijn stadionverboden van de KNVB kan aan de dader van vuurwerkgerelateerde
incidenten een stadionverbod van maximaal 60 maanden worden opgelegd.
Politie en OM zijn verantwoordelijk voor de handhaving op vuurwerk buiten het stadiongebied.
OM en politie geven hoge prioriteit aan de opsporing en vervolging van de daders van
voetbal gerelateerde delicten.
Vraag 5
Bent u van mening dat het belangrijk is dat de politie, ook bij gelegenheden als deze,
handhavend optreedt als het gaat om het vuurwerkverbod? Zo ja, wat vindt u ervan dat
de politie blijkbaar niet heeft opgetreden toen er vuurwerk werd afgestoken bij de
ArenA?
Antwoord 5
Ja. De politie treedt handhavend op als het gaat om het vuurwerkverbod. De politie
maakt altijd een lokale inschatting van de situatie, om te beoordelen welke aanpak
in die specifieke situatie het beste is, onder andere met betrekking tot de openbare
orde. Zoals in het antwoord op vraag 2 aangegeven zijn er situaties denkbaar waarin
er niet direct opgetreden kan worden. In dit geval is er een afweging gemaakt tussen
het belang van direct optreden (aanhouden van de daders) en de kans op escalatie.
Daarbij is de keuze gemaakt om niet direct op te treden omdat dit tot escalatie kon
leiden. Dit doet politie onder het gezag van de burgemeester.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.