Nota van wijziging : Nota van wijziging (herdruk)
35 125 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering tot strafbaarstelling van verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied (strafbaarstelling verblijf in een door een terroristische organisatie gecontroleerd gebied)
Nr. 7 HERDRUK1 NOTA VAN WIJZIGING
Ontvangen 13 juni 2019
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel I, onderdeel B, worden aan het voorgestelde artikel 134b twee leden toegevoegd,
luidende:
3. Een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt
aan beide Kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt niet eerder in werking
dan zes weken na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin hij is geplaatst.
4. In afwijking van het eerste lid kunnen Onze Minister van Justitie en Veiligheid
en Onze Minister van Buitenlandse Zaken gezamenlijk, indien een spoedeisend belang
dit vereist, voor een termijn van ten hoogste drie maanden, een gebied aanwijzen als
een onder controle van een terroristische organisatie staand gebied. Het ontwerp van
een ministeriële regeling wordt ten minste zes weken voordat hij wordt vastgesteld,
overgelegd aan beide Kamers der Staten-Generaal.
Toelichting
In het verslag hebben leden van verschillende fracties vragen gesteld over het wijzigen
van grenzen van gebieden die door een terroristische organisatie worden gecontroleerd.
In gevallen waarin het wenselijk is om vanwege gewijzigde grenzen het verblijf zonder
toestemming binnen de nieuwe grenzen strafbaar te stellen, betekent dat dat de algemene
maatregel van bestuur (AMvB) waarbij het gebied is aangewezen, gewijzigd moet worden.
Dit kan bezwaarlijk zijn in gevallen waarin het noodzakelijk is snel een groter gebied
aan te wijzen, omdat er een groot en acuut risico bestaat dat Nederlanders of Nederlandse
ingezetenen daarnaar afreizen om deel te nemen aan de gewapende strijd. Hetzelfde
geldt in gevallen waarin er een nieuw gebied ontstaat, waarbij sprake is van een dergelijk
groot en acuut risico. Om die reden stel ik voor de mogelijkheid te creëren dat vooruitlopend
op (de aanpassing van) een AMvB, een gebied tijdelijk bij ministeriële regeling wordt
aangewezen als een dergelijk spoedeisend belang dit vereist (vierde lid). Het zal
gaan om een ministeriële regeling van de Minister van Justitie en Veiligheid en de
Minister van Buitenlandse Zaken gezamenlijk. Zo is verzekerd dat ook in deze gevallen
zowel het strafrechtelijk belang als internationale aspecten betrokken worden. Binnen
drie maanden na de inwerkingtreding van de ministeriële regeling zal een AMvB in werking
moeten zijn getreden waarin het gebied wordt aangewezen, anders vervalt de aanwijzing
van het gebied. Zo blijft gewaarborgd dat de hele regering betrokken wordt bij de
aanwijzing.
Een soortgelijke voorziening, waarbij vooruitlopend op een AMvB een ministeriële regeling
kan worden vastgesteld, is opgenomen in artikel 15 van de Wet ter voorkoming van witwassen
en financieren van terrorisme en artikel X, zevende lid, van de Verzamelwet Brexit
(Stb. 2019, 123).
Leden van verschillende fracties hebben verder vragen gesteld over de betrokkenheid
van het parlement bij de aanwijzing van het gebied. In het wetsvoorstel zoals dat
is ingediend bij de Tweede Kamer is hierin niet voorzien. Naar aanleiding van de gestelde
vragen stel ik in deze nota van wijziging voor dat de AMvB waarin het gebied wordt
aangewezen met de publicatie in het Staatsblad wordt voorgelegd aan de Tweede en Eerste
Kamer. Met de inwerkingtreding van de AMvB zal vervolgens zes weken worden gewacht.
Dit geeft de beide Kamers de gelegenheid om zich uit te laten over de aanwijzing van
het gebied en daarbij het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
te betrekken (derde lid). Ook bij de tijdelijke aanwijzing van het gebied bij ministeriële
regeling zal aan de Tweede en Eerste Kamer zes weken de gelegenheid worden geboden
om zich daarover uit te laten (vierde lid). Zo is voorzien in een met waarborgen omklede procedure die het mogelijk maakt in spoedeisende gevallen snel te handelen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid