Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Groothuizen, Sjoerdsma, Kuiken en Voordewind over het bericht ‘VN: 1.500 migranten in levensgevaar in Libië’
Vragen van de leden Groothuizen, Sjoerdsma (beiden D66), Kuiken (PvdA) en Voordewind (ChristenUnie) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht «VN: 1.500 migranten in levensgevaar in Libië» (ingezonden 23 april 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Grapperhaus (Justitie
en Veiligheid), mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
(ontvangen 20 juni 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «VN: 1.500 migranten in levensgevaar in Libië»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 t/m 4 en 6
Hoe beoordeelt u het bericht dat ongeveer 1.500 migranten die vastzitten in detentiecentra
ten zuiden van Tripoli in levensgevaar verkeren door geweld?2
Hoe beoordeelt u het bericht dat de VN tot nu toe slechts 400 vluchtelingen en migranten
heeft kunnen verplaatsen uit de detentiecentra in het zuiden van Tripoli, Ain Zara
en Abu Selim, waar de gevechten plaatsvinden?3
Kunt u bevestigen dat er nog zeker 3.000 migranten zijn gedetineerd op plaatsen waar
wordt gevochten?4
Op welke wijze volgt Nederland de ontwikkelingen in Libië? Welke bevindingen zijn
daarbij gedaan? Welke maatregelen worden internationaal genomen teneinde migranten
die klem zitten door de gevechten te assisteren? Is daarbij speciaal oog voor de positie
van kinderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord vraag 2 t/m 4 en 6
Zoals gemeld in de brief van 11 april jl.5 baart de verslechterde situatie in Libië het kabinet grote zorgen. De situatie van
migranten en vluchtelingen in Libië, met name in de detentiecentra, was al zeer nijpend.
Sinds het uitbreken van het geweld vraagt Nederland in verschillende internationale
overleggen aandacht voor de verslechterde humanitaire situatie en onderstreept de
noodzaak voor effectieve samenwerking binnen de internationale gemeenschap. Tijdens
de Raad Buitenlandse Zaken op 8 april jl. bevestigde de Minister van Buitenlandse
Zaken de steun van Nederland aan de Europese inzet om gezamenlijk de VN inspanningen
zo goed mogelijk te willen ondersteunen. Nederland heeft tijdens de Raad Buitenlandse
Zaken van 13 mei opnieuw gesteld dat effectieve Europese inzet belangrijk is, een
politieke oplossing noodzakelijk blijft en mensenrechtenschenders verantwoordelijk
moeten worden gehouden voor hun daden.
Samen met Europese partners en de andere leden van de internationale gemeenschap volgt
het kabinet de ontwikkelingen in Libië nauwlettend. Naast het lot van de circa 80.000
binnenlands ontheemden die de gevechten rond Tripoli zijn ontvlucht, heeft de situatie
van de vluchtelingen en migranten die nog altijd in detentiecentra worden vastgehouden
de bijzondere aandacht van het kabinet. In dat verband wordt intensief contact met
UNHCR, IOM en andere (internationale) hulpverleners onderhouden.
Sinds de berichten waar u naar verwijst, is het deze organisaties, met steun van de
internationale gemeenschap inclusief Nederland, gelukt om een groot aantal vluchtelingen
en migranten uit de detentiecentra te evacueren. Na het uitbreken van de gevechten
begin april, heeft UNHCR samen met IOM en andere organisaties circa 1.200 vluchtelingen
en migranten vanuit detentiecentra die in de gevechtszone liggen, overgebracht naar
andere locaties. Daarvan zijn circa 770 vluchtelingen opgevangen in de door UNHCR
gerunde Gathering and Departure Faciliteit (GDF). Op dit moment verblijven circa 634 vluchtelingen in het GDF. Anderen zijn
overgebracht naar andere centra buiten de vuurlinie. Door de toenemende onveiligheid
van de detentiecentra en de inspanningen van IOM en UNHCR is de bezetting van het
GDF snel toegenomen. Daarom is het van belang te zorgen dat hen snel een uitweg wordt
geboden. Dit gebeurt op verschillende manieren, zoals het gebruik van het Emergency Transit Mechanisme(ETM) in Niger ten behoeve van de hervestiging en evacuaties naar andere landen. Hoewel
de luchthaven van Tripoli is aangevallen, is deze nog altijd in gebruik, ook voor
de evacuatie en vrijwillige terugkeer van asielzoekers en migranten. Daarbij is specifiek
aandacht voor de meest kwetsbare vluchtelingen en migranten zoals minderjarigen.
Onder deze zware omstandigheden heeft UNHCR op 19 april jl. circa 160 vluchtelingen
geëvacueerd naar Niger van waaruit een deel zal worden hervestigd. In het kader van
de Nederlandse steun aan het ETM heeft er in mei een IND missie plaatsgevonden om
circa 50 kandidaten te selecteren voor hervestiging naar Nederland. Om te zorgen dat
voldoende ruimte beschikbaar blijft voor verdere evacuaties zet het kabinet zich in
om te zorgen dat deze groep versneld Niger kan verlaten.
Daarnaast heeft UNHCR circa 300 vluchtelingen overgebracht naar Italië in het kader
van een humanitaire evacuatie. Hoeveel vluchtelingen en migranten op dit moment nog
vast zitten in detentiecentra die in de gevechtszone liggen is lastig vast te stellen,
ook als gevolg van veranderende gevechtslinies. Internationale organisaties gaan er
op dit moment vanuit dat nog circa 3.400 personen zich in detentiecentra van de Libische
autoriteiten in conflictzones bevinden.
Vraag 5 en 7
Heeft u kennisgenomen van het bericht dat het leger en de politie in Tripoli de gedetineerde
migranten dwingen deel te nemen aan het conflict?6 Kunt u dit bericht bevestigen? Zo ja, hoe beoordeelt u dit bericht?
Deelt u de mening dat het gedwongen inzetten van migranten bij de strijd mogelijk
een misdaad is? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen kunt u zetten teneinde deze
misdaden te laten onderzoeken en te laten berechten?
Antwoord 5 en 7
Deze berichten zijn tot op heden niet bevestigd door de internationale gemeenschap.
Het kabinet geeft steun aan de VN die actief bemiddelt tussen de Libische partijen.
Het is van groot belang om zo snel mogelijk te komen tot de-escalatie, een staakt-het-vuren
in conflictgebieden en een nieuwe politieke dialoog. Daarbij vraagt het kabinet samen
met onze partners blijvend aandacht voor respect voor het internationaal humanitair
recht en het afleggen van verantwoording, zodat mogelijke oorlogsmisdaden niet ongestraft
blijven. Het moge duidelijk zijn dat de gedwongen inzet van burgers in gevechten te
allen tijde een schending is van het internationaal humanitair recht.
Vraag 8
Bent u van plan in de Europese Unie te pleiten voor de evacuatie van deze vluchtelingen
en migranten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe beoordeelt u de steun voor een dergelijk
plan?
Antwoord 8
De EU steunt op verschillende manieren de inspanningen om te zorgen dat de situatie
van deze groep vluchtelingen en migranten verbetert en zij Libië kunnen verlaten.
Naar aanleiding van de oproep van UNHCR aan de gehele internationale gemeenschap zijn
meerdere landen, waaronder ook EU lidstaten, in actie gekomen. Naar aanleiding van
eerdere oproepen, is bekend dat meerdere EU lidstaten, waaronder ook Nederland, maatregelen
hebben getroffen om geplande hervestigingen van vluchtelingen via het Emergency Transit Mechanisme te versnellen. Ook buiten de Europese Unie bekijken meerdere landen hoe zij hier
aan kunnen bijdragen. Verder heeft de EU aanvullende steun beschikbaar gesteld aan
UNHCR, IOM, en andere VN-organisaties om hun belangrijk werk in Libië voort te kunnen
zetten en steunt de EU, de inspanningen van de VN om bij de strijdende partijen aan
te dringen op een staakt het vuren c.q. humanitaire pauze.
Vraag 9
Bent u bereid politieke en diplomatieke middelen in te zetten teneinde deze migranten
bij te staan? Zo ja, welke politieke en diplomatieke middelen ziet u voor zich? Zo
nee, kunt u uitleggen waarom u kiest deze middelen niet in te zetten?
Antwoord 9
Zoals hierboven aangegeven vraagt het kabinet in verschillende internationale overleggen
aandacht voor de verslechterde humanitaire situatie in Libië en die van de vluchtelingen
en migranten in de detentiecentra in het bijzonder. Op dit moment beziet het kabinet
de mogelijkheid om aanvullend financiële steun te geven aan organisaties die deze
groep in Libië op dit moment bijstaan, als ook initiatieven in andere landen om deze
groep mogelijk op te vangen. De organisaties moeten daarvoor wel voldoende capaciteit
hebben. Ook zal het kabinet bij belangrijke herkomstlanden aandringen op de (consulaire)
evacuatie van hun onderdanen zoals vaak gebruikelijk is in conflictsituaties. Waar
mogelijk zal Nederland deze steunen. Het kabinet volgt de ontwikkelingen rondom de
recente oproep van UNHCR en de lopende hervestigingsinspanningen via het ETM nauwgezet,
mede met het oog op de mogelijkheden om landen in de regio die geëvacueerde migranten
uit Libië opvangen te ondersteunen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.