Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Westerveld en Özütok over het bericht ‘Gemeente Enschede voorkomt faillissement BVO FC Twente met miljoenensteun’
Vragen van de leden Westerveld en Özütok (beiden GroenLinks) aan de Ministers voor Medische Zorg en van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «gemeente Enschede voorkomt faillissement BVO FC Twente met miljoenensteun» (ingezonden 10 april 2019).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
28 mei 2019) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 2562.
Vraag 1
Kent u het bericht «gemeente Enschede voorkomt faillissement BVO FC Twente met miljoenensteun»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe beoordeelt het kabinet het feit dat de overheid een commerciële en professionele
sportclub miljoenen euro’s financiële steun geeft?
Antwoord 2
Het is in het kader van de autonomie van decentrale overheden, zoals verankerd in
Grondwet en organieke wetten, aan de gemeente zelf om te bepalen welk beleid zij hanteert
met betrekking tot een commerciële en professionele sportclub.
Vraag 3
Wat is de inhoud van het steunplan van de gemeente Enschede aan BVO FC Twente?
Hoeveel gemeenschapsgeld is in de afgelopen jaren naar BVO FC Twente gegaan en staat
de komende jaren op de planning?
Antwoord 3
Met (financieel) betrokken partijen heeft FC Twente een herstructureringsplan opgesteld
dat gericht is op een langjarig financieel gezond FC Twente. Naast bijdragen van onder
andere de ABN AMRO bank, de club zelf en nieuwe investeerders draagt de gemeente Enschede
ook bij aan het herstructureringsplan. De bijdrage van de gemeente bestaat uit een
kwijtschelding van 5 miljoen euro en de omzetting van een groot deel (bijna 9 miljoen
euro) van de gemeentelening in een achtergestelde lening. Meer informatie over het
steunplan is opgenomen in het raadsbesluit van de gemeente Enschede van 8 april 2019
(het raadsvoorstel en onderliggen stukken is te vinden op https://ris2.ibabs.eu/Agenda/Details/enschede/6dd45bf0–679b-4426–881d-c311987a3b73). Op de verstrekte lening aan FC Twente is niet eerder afgeboekt. Door het nu genomen
raadsbesluit wordt voor de eerste keer daadwerkelijk verlies geleden op de verstrekte
financiering waaronder begrepen de omzetting in een achtergestelde lening. Met de
afboeking wordt verondersteld dat de gemeente verder geen bijdragen doet en hiermee
een faillissement van de club is afgewend en FC Twente de resterende schulden kan
voldoen.
Vraag 4
Wat is precies het juridisch kader waarbinnen de overheid een commercieel bedrijf
financieel kan ondersteunen?
Vraag 5
Voldoet het besluit in deze casus aan de Europese en nationale wetgeving ter voorkoming
van ongeoorloofde staatssteun? Zo ja, kunt u dit nader toelichten? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4 en 5
Als een decentrale overheid een commercieel bedrijf financieel wil ondersteunen, dient
dat onder meer te gebeuren binnen de kaders van de Europese staatssteunregels en de
Wet financiering decentrale overheden (Wet fido). Staatssteun is in principe verboden,
omdat hiermee de eerlijke concurrentie kan worden verstoord. Echter, de Europese Commissie
kan staatssteun onder bepaalde voorwaarden goedkeuren. Op grond van de Wet fido kunnen
gemeenten voor de uitoefening van hun publieke taak onder meer leningen verstrekken
en garanties verlenen. De publieke taak zelf wordt in de Wet fido niet nader omschreven.
Wat de publieke taak is, wordt door de gemeente zelf bepaald. Hiermee wordt in lijn
met de hiervoor genoemde wetgeving recht gedaan aan de gemeentelijke autonomie ten
aanzien van de afbakening van de eigen publieke taak.
Het correct naleven van de staatssteunregels, inclusief het oordeel of er al dan niet
sprake is van staatssteun, is primair aan de gemeente zelf. In dit geval stelt de
gemeente zich op het standpunt dat er geen sprake is van staatssteun.
Het Rijk bevordert en faciliteert de goede naleving van de staatssteunregels, onder
meer door het geven van voorlichting en het onderhouden van contacten met de Europese
Commissie. Als er naar het oordeel van de steunverlenende overheid (mogelijk) sprake
is van (meldingsplichtige) staatssteun, dan moet die in beginsel door middel van een
meldingsprocedure worden voorgelegd aan de Europese Commissie. De Commissie beoordeelt
of er inderdaad sprake is van staatssteun, en zo ja, of en onder welke voorwaarden
die is toegestaan. Meldingsprocedures van decentrale overheden worden gecoördineerd
door mijn ministerie.
Vraag 6
Deelt u de mening dat het moeilijk uit te leggen is aan inwoners van de gemeente Enschede
dat de gemeente moet bezuinigen op het sociaal domein, maar wel geld geeft aan een
commercieel bedrijf? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het is niet aan mij om te oordelen over de inzet van middelen door de gemeente.
Vraag 7
Zijn er werknemers van BVO FC Twente die een salaris hebben dat boven de norm uit
de Wet Normering Topinkomens (WNT) ligt? Zo ja, hoeveel?
Vraag 8
Deelt u de mening dat overheden geen steun zouden moeten verlenen aan professionele
sportclubs die werknemers in dienst hebben die meer verdienen dan de norm uit de WNT?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7 en 8
De regels van de WNT zijn niet van toepassing op FC Twente, aangezien FC Twente niet
een gesubsidieerde instelling is in de zin van de WNT. Hierbij moet sprake zijn van
minimaal 500.000 euro subsidie per jaar gedurende 3 jaren die hiermee minimaal 50%
van de inkomsten van de organisatie uitmaakt.
Een oordeel hierover is dan ook niet aan mij.
Vraag 9
Hoe vaak is het voorgekomen dat gemeenten commerciële sportclubs hebben geholpen met
het afwenden van een faillissement? Hoe vaak is er onderzoek ingesteld door de Europese
Commissie over de vraag of er sprake was van ongeoorloofde staatssteun? Om welke sportorganisaties
ging dit?
Vraag 10
Zijn er op dit moment andere gemeenten die financiële steun verlenen of van plan zijn
te gaan verlenen aan professionele sportclubs? Zo ja, welke gemeenten en welke clubs
zijn dit?
Antwoord 9 en 10
Ik beschik niet over gegevens met betrekking tot het aantal keer dat gemeenten commerciële
sportclubs hebben geholpen met het afwenden van een faillissement. Het is mij evenmin
bekend of andere gemeenten het voornemen hebben om financiële steun te verlenen of
op dit moment steun verlenen aan professionele sportclubs. Pas als er sprake is van
staatssteun die ter goedkeuring moet worden aangemeld bij de Europese Commissie, heeft
mijn ministerie een rol.
De Europese Commissie heeft in de periode 2011–2016 onderzocht of Nederlandse gemeenten
staatssteun hadden verleend aan een aantal betaald voetbalorganisaties. Het ging om
Vitesse, PSV, Willem II, NEC, MVV Maastricht en FC Den Bosch. De Europese Commissie
stelde vast dat aan Vitesse en PSV geen staatssteun was verleend. De steun aan Willem
II, NEC, MVV Maastricht en FC Den Bosch is als zijnde herstructureringssteun door
de Europese Commissie goedgekeurd.
Vraag 11
Bent u bereid om in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) tot
een handreiking te komen hoe gemeenten om zouden moeten gaan met de financiële steun
aan professionele sportclubs? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
In het verleden is in samenwerking met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn
en Sport, de VNG, het IPO en de KNVB een «Nationaal referentiekader steun aan betaald
voetbal» tot stand gekomen. Dit referentiekader biedt de decentrale overheden een
leidraad in de besluitvorming rond het inzetten van publieke middelen voor financiële
steun aan betaald voetbalorganisaties (BVO’s). Hoewel het referentiekader gericht
is op BVO’s, is de tekst ook relevant voor andere vormen van professionele sport.
Meer recent is de publicatie van de «Factsheet staatssteun aan BVO’s» van het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Hierin is onder meer opgenomen wat
gemeenten kunnen doen om financiële steun aan BVO’s in overeenstemming met de staatssteunregels
te verlenen.
Via onderstaande links zijn genoemde documenten te raadplegen:
– https://europadecentraal.nl/wp-content/uploads/2013/01/Referentiekader-…
– https://europadecentraal.nl/publicatie/sport-en-staatssteun-publicaties…
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.