Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Agema en Kops over het bericht dat een bejaard Nieuwegeins stel dat al vanwege huisuitzetting uit het leven wilde stappen vrijdag opnieuw op straat staat
Vragen van de leden Agema en Kops (beiden PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat een bejaard Nieuwegeins stel dat al vanwege huisuitzetting uit het leven wilde stappen vrijdag opnieuw op straat staat (ingezonden 12 april 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 27 mei 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Bejaard Nieuwegeins stel dat vanwege huisuitzetting
uit het leven wilde stappen vrijdag opnieuw op straat»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het heel verdrietig is dat deze zeventigers een gezamenlijke
zelfmoordpoging met pillen en gasflessen deden omdat ze dakloos werden?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het een grove schande is dat zeventigers op straat moeten leven
en dat statushouders nog altijd met voorrang een sociale huurwoning krijgen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 3
Nee, die mening deel ik niet. Hier wordt door de vraagstellers een verkeerde tegenstelling
opgeroepen met deze specifieke en trieste casus, met een heel eigen geschiedenis,
tussen verschillende groepen woningzoekenden. Het gaat hier ten eerste om mensen die
een huurwoning bewoonden, die zij na een vonnis van het gerechtshof tot ontruiming
op grond van voortdurende ernstige overlast, hebben moeten verlaten. Zoals u verder
weet is de automatische urgentiestatus voor statushouders geschrapt uit de Huisvestingswet
en is het een afweging op lokaal niveau om te bepalen of er al dan niet bij de toewijzing
van woningen voorrang aan statushouders wordt gegeven. Bovendien is het juist de bedoeling
dat statushouders snel uitstromen uit de asielopvang om een snelle(re) start met integratie
te bevorderen en kosten te besparen.
Vraag 4
Bent u bereid er nu eindelijk voor te zorgen dat er geen enkele woning meer naar statushouders
gaat? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee. In Nederland wordt geen onderscheid gemaakt op basis van nationaliteit. Onze
Grondwet begint met het recht op gelijke behandeling van gelijke gevallen.
Vraag 5
Vind u het nu ook niet verschrikkelijk jammer dat de financiering van bijna 80.000
verzorgingshuisplekken is gestopt, omdat deze mensen, beiden zeventigers en slecht
ter been er prima hadden kunnen wonen?
Antwoord 5
Het aantal ouderen dat naar een verzorgingshuis wil, neemt al decennia af. Met de
hervorming van de langdurige zorg heeft het vorige kabinet ingezet om de zorg dichterbij
huis te organiseren en de zorg ook voor de langere termijn betaalbaar te houden. Daarbij
past het dat mensen met relatief minder beperkingen, die zelfstandig thuis kunnen
blijven wonen, zelf verantwoordelijk zijn voor de kosten van het wonen. Overigens
heeft Actiz – de branche-organisatie voor aanbieders van verpleging en verzorging
– aangegeven dat het aantal locaties dat in de periode 2013–2015 is gesloten, in de
periode dat de toegang tot de institutionele zorg is beperkt, in orde van 150–200
locaties is. Dat komt overeenmet ca. 10.000 plaatsen.2
Vraag 6
Wat gaatu eraan doen om te voorkomen dat ouderen door het tekort aan seniorenwoningen
worden verplicht op straat te gaan leven?
Antwoord 6
Met de Nationale Woonagenda en het Programma Langer thuis wordt ingezet op een toename
van het aantal woningen in het algemeen en voor ouderen in het bijzonder. Hiermee
wil ik samen met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties enerzijds
voorkomen dat de woning waar ouderen in wonen ongeschikt is op het moment dat ouderen
worden geconfronteerd met beperkingen en anderzijds ervoor zorgen dat er meer woonvormen
komen die voldoen aan een vraag van geclusterd wonen. Deze woonvormen kunnen bijdragen
aan het voorkomen van eenzaamheid en kunnen bijdragen aan een gevoel van veiligheid,
omdat mensen een oogje in het zeil bij elkaar (kunnen) houden.
Vraag 7 en 8
Deelt u de mening zoals geuit in het artikel dat het om het even is of mensen hen
nou zien als kwade genius van een jarenlange burenruzie, als schrijnend geval of als
slachtoffers, dat het erom gaat dat een echtpaar van in de zeventig niet op straat
hoort te leven?
Wat gaat u ondernemen zodat meneer en mevrouw Van Hoff vrijdag niet opnieuw op straat
komen te staan? Kunt u ons vrijdag laten weten hoe het gelopen is?
Antwoord 7 en 8
Ik ben van mening dat niemand in Nederland op straat zou hoeven te leven.
Het echtpaar Van Hoff wordt begeleid door een organisatie voor maatschappelijke opvang
en begeleid wonen. Van lokaal betrokkenen en uit de media3 heb ik begrepen dat zij inmiddels in een tijdelijke woonoplossing onderdak hebben
gevonden. Het echtpaar is daarmee niet op straat komen te staan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.