Schriftelijke vragen : Het bericht ‘Scriptie onvoldoende? Dan ook geen beloning voor docent’
Vragen van het lid Özdil (GroenLinks) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Scriptie onvoldoende? Dan ook geen beloning voor docent» (ingezonden 22 mei 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Scriptie onvoldoende? Dan ook geen beloning voor docent»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat wanneer een scriptie onvoldoende scoorde of niet werd afgemaakt,
geschiedenisdocenten aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) geen onderwijsuren kregen
toebedeeld voor de begeleiding van hun studenten?
Vraag 3
Kunt u de Kamer verzekeren dat regelingen waarbij onderwijsuren worden toebedeeld
op basis van het resultaat van een student, op dit moment op geen enkele andere hogeschool
of universiteit worden toegepast? Zo nee, bent u bereid maatregelen te nemen zodat
dergelijke regelingen niet meer kunnen worden toegepast?
Vraag 4
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat docenten betaald krijgen voor onderwijsuren
op basis van het rendement van een student in plaats van de daadwerkelijk gemaakte
uren?
Vraag 5
Bent u bereid om de gedupeerde docenten te compenseren? Zo ja, op welke wijze? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 6
Herkent u de signalen van het Promovendi Netwerk Nederland (PNN) dat docenten onder
druk worden gezet om studenten een voldoende te geven? Bent u bereid deze signalen
verder te onderzoeken? Zo ja, kunt u de Kamer hierover informeren? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 7
Deelt u de mening dat de huidige bekostigingssystematiek, waarin hogescholen en universiteiten
geen inschrijvingsbekostiging ontvangen voor studenten na de nominale inschrijfduur
van vijf jaar, bijdraagt aan perverse maatregelen zoals de eerder besproken regeling
aan de RUG? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat bent u voornemens te doen om deze onderliggende
oorzaak op te lossen?
Indieners
-
Gericht aan
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Indiener
Z. Özdil, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.