Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kooten-Arissen over de beelden van een paard met een brandend dekje in de Efteling
Vragen van het lid Van Kooten-Arissen (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de beelden van een paard met een brandend dekje in de Efteling (ingezonden 11 april 2019).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 21 mei
2019).
Vraag 1
Kent u de beelden van een show in de Efteling, waarbij een paard met een brandend
dekje door een arena gereden wordt?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wist u dat de paarden bij de Efteling gebruikt worden om, tegen hun instinct in, te
galopperen met een brandend dekje?
Antwoord 2
Dat was mij niet bekend.
Vraag 3
Erkent u dat een paard een vluchtdier is en zeer gevoelig is voor zaken die het dier
als een potentiële bedreiging ziet?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Erkent u dat het brandende vuur daarom, ondanks eventuele training, angst en stress
kan opleveren voor het paard?
Antwoord 4
Ja, dat is mogelijk. Echter, inspecties van de NVWA hebben geen overtredingen aangetoond.
Bij het betreffende paard zijn geen stress of verwondingen geconstateerd.
Vraag 5
Deelt u de mening dat de Efteling hiermee een onnodig risico neemt voor het welzijn
van het paard? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Het is de verantwoordelijkheid van iedere houder om het welzijn en de gezondheid van
zijn paarden te waarborgen. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft
in verband met deze voorstelling geen overtreding van de dierenwelzijnsregelgeving
vastgesteld.
Vraag 6
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de Efteling en hen hierop aan te spreken?
Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik ben mij ervan bewust dat het beeld van het paard met het brandende dekje veel emoties
en discussies heeft losgemaakt. Aangezien er geen overtreding is vastgesteld, wil
ik terughoudend zijn in het aanspreken van de Efteling op dit punt. Uiteraard zal
de NVWA, net als bij andere bedrijven waar dieren worden ingezet, inspecties blijven
uitvoeren bij de Efteling.
Vraag 7
Wanneer is het welzijn van de paarden in de Efteling voor het laatst gecontroleerd
door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en met welke frequentie worden
deze controles uitgevoerd?
Antwoord 7
Op 10 april 2019 is er een inspectie uitgevoerd bij de paarden in de Efteling naar
aanleiding van een bij de NVWA binnengekomen melding.
Vraag 8 en 9
Wordt daarbij door een onafhankelijke dierenarts gecontroleerd of de paarden brandwonden
oplopen ondanks het beschermende dekje? Zo ja, wat werd er geconstateerd? Zo nee,
waarom niet?
Controleert de NVWA ook of het paard stress of angst signalen laat zien tijdens de
show? Zo ja, wat werd er geconstateerd? Zo nee, kunt u dat toelichten?
Antwoord 8 en 9
De inspectie is uitgevoerd door een inspecteur samen met een dierenarts van de NVWA.
Er is gecontroleerd of de paarden brandwonden vertoonden en of het paard met het brandende
dekje voor, tijdens of na de show tekenen van stress vertoonde. Er zijn geen brandwonden
vastgesteld en er is geen stress bij de paarden geconstateerd. Het betreffende paard
was gedurende de hele tijd rustig, ontspannen, vertoonde ontspannen oren en gedrag
en had een constante rustige ademhaling.
De NVWA constateerde ook dat er meerdere lagen dekens worden gebruikt. De Efteling
geeft aan veiligheidsmaatregelen te hebben ter bescherming van de paarden, het publiek
en de ruiters.
Vraag 10
Beoordeelt u de gang van zaken in de Efteling in strijd met de Wet dieren artikel
1.3.3 en 2.1? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Bij de inspectie door de NVWA is geen overtreding van artikel 2.1 van de Wet dieren
geconstateerd. In artikel 1.3 Wet dieren erkent de wetgever de intrinsieke waarde
van het dier, met als basis de «vijf vrijheden», zoals het gevrijwaard zijn van dorst,
honger, stress, angst, etc. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het stellen
van regels door de overheid. Derhalve houdt de NVWA geen toezicht op de naleving van
artikel 1.3, derde lid van de Wet dieren. De «vijf vrijheden» komen tot uiting in
de onderliggende regelgeving, zoals het Besluit houders van dieren. De NVWA houdt
wel toezicht op de naleving van deze regelgeving.
Vraag 11
Erkent u dat een paard rond laten galopperen met een brandend dekje volledig tegen
het instinct van het paard in gaat en dat er onnodige risico’s worden genomen door
de kans op verwonding?
Antwoord 11
Ik verwijs u hiervoor naar mijn antwoorden op de vragen 3, 4 en 5.
Vraag 12
Deelt u de mening dat dit bovendien allemaal plaats vindt slechts ter vermaak van
mensen?
Antwoord 12
In dit geval werd de voorstelling met het paard gehouden ter vermaak. Op grond van
de Wet dieren en het Besluit houders van dieren is dit toegestaan.
Vraag 13
Deelt u de mening dat het niet meer van deze tijd is om paarden te gebruiken voor
entertainment?
Antwoord 13
Er bestaan veel situaties waarin paarden worden ingezet en waarbij sprake is van vermaak.
Dat is niet alleen het geval bij voorstellingen, maar ook bijvoorbeeld bij paardensport.
Veel mensen beleven plezier aan het zelf werken met paarden of aan het kijken naar
paarden. Ik deel uw mening daarom niet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.