Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Lodders over het bericht dat de bezwaarschriften box 3 inkomstenbelasting 2018 wordt aangewezen als massaal bezwaar
Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over het bericht dat de bezwaarschriften box 3 inkomstenbelasting 2018 wordt aangewezen als massaal bezwaar (ingezonden 25 april 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 21 mei 2019).
Vraag 1
Hoeveel belastingplichtigen hebben sinds 2013 (uitgesplitst per jaar) bezwaar – over
de box 3-heffing in hun aanslag inkomstenbelasting – ingediend bij de Belastingdienst
in het kader van de huidige massaal bezwaarprocedure en welk percentage van deze bezwaarschriften
is rechtsgeldig?
Antwoord 1
In het kader van de massaalbezwaarprocedure is over het belastingjaar 2013 in 14.205
gevallen bezwaar gemaakt tegen de box 3-heffing in de aanslag inkomstenbelasting;
over 2014 in 10.060 gevallen, over 2015 in 2.468, over 2016 in 1.186 en over 2017
in 60.745 gevallen. Over het belastingjaar 2018 zijn nog geen aantallen bekend. Nagenoeg
alle bezwaarschriften voldeden aan de eisen van ontvankelijkheid. Slechts een gering
aantal bezwaarschiften was te vroeg ingediend of was om andere redenen (nog) niet
ontvankelijk.
Vraag 2
Hoeveel box 3-belastingplichtigen hebben zich naar aanleiding van uw besluit van 26 juni
20151 dat belastingplichtigen, die uitsluitend de collectieve rechtsvraag aan de orde willen
stellen, geen bezwaar meer hoeven te maken, gevoegd in deze collectieve zaak?
Antwoord 2
Na ommekomst van het besluit van 26 juni 2015 heeft een aantal belastingplichtigen
nog bezwaar gemaakt. Deze groep bezwaarschriften is verdisconteerd in de bij het antwoord
op vraag 1 genoemde aantallen. Het indienen van een bezwaarschrift was echter ingevolge
het besluit niet meer noodzakelijk voor bezwaren tegen aanslagen over de jaren tot
en met het belastingjaar 2016. Dit verklaart waarom die aantallen over 2015 en 2016
lager zijn dan over 2013 en 2014. Overigens betekent toepassing van de toenmalige
regeling van artikel 25a van de AWR, zoals deze bepaling luidde op 26 juni 2015, onder
meer dat als de Belastingdienst in hoogste nationale instantie niet geheel in het
gelijk wordt gesteld, ook de aanslagen worden herzien van de belastingplichtige die
geen bezwaarschriften heeft ingediend. Voorwaarde daarvoor is dat de betreffende aanslagen
op het moment van de dagtekening van het besluit nog niet onherroepelijk vaststaan.2
Vraag 3
Hoe verklaart u de wetswijziging in de massale bezwaarprocedures op grond waarvan
belastingplichtigen nu wel individueel en tijdig bezwaar moeten maken tegen hun aanslag
inkomstenbelasting?
Antwoord 3
De wijzigingen in de massaalbezwaarprocedure met ingang van 1 januari 2016 maakten
deel uit van het wetsvoorstel «Overige fiscale maatregelen 2016». Met betrekking tot
de bepaling dat belastingplichtigen nu individueel en tijdig bezwaar moeten maken
is in de memorie van toelichting het navolgende vermeld: «De huidige massaal bezwaarprocedure
bepaalt voorts dat als massaal aangewezen bezwaren steeds worden geacht ontvankelijk
te zijn. Dit betekent dat belanghebbenden bij een massaal bezwaar gunstiger worden
behandeld dan het geval is bij de gebruikelijke individuele afdoening, omdat bij een
massaal bezwaar niet-tijdig ingediende bezwaarschriften toch worden behandeld. Het
kabinet meent dat er geen rechtvaardiging is voor deze gunstigere behandeling. Als
voorwaarde om mee te doen aan een massaal bezwaar wordt daarom opgenomen dat het bezwaar
tijdig is ingediend. Is dat niet het geval, dan verklaart de inspecteur het bezwaar
bij individuele uitspraak kennelijk niet-ontvankelijk."3
Vraag 4
Hoeveel belastingplichtigen hebben bij de aangifte inkomstenbelasting 2017 aangegeven
dat hun box 3-vermogen alleen bestaat uit bank- en/of spaartegoeden?
Antwoord 4
Nog niet alle aangiften inkomstenbelasting 2017 zijn ingediend. Er worden nog ruim
200.000 aangiften inkomstenbelasting 2017 verwacht (circa 2% van het totaal aantal),
waarvan ongeveer 40.000 aangiften met box 3-vermogen. In de tot nu toe over belastingjaar
2017 ingediende aangiften heeft zo’n 40% van het aantal belastingplichtigen (circa
1,1 miljoen van de circa 2,8 miljoen) met box 3-vermogen uitsluitend spaargeld.
Vraag 5
Vindt u de wetswijziging in de massale bezwaarprocedures, waardoor belastingplichtigen
nu wel individueel en tijdig bezwaar moeten maken tegen hun aanslag inkomstenbelasting,
een inperking van de rechten van individuele belastingplichtigen? Vindt u dit rechtvaardig?
Zo ja waarom? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Zoals in het antwoord op vraag 3 is vermeld, is de genoemde wetswijziging bedoeld
om de behandeling van belastingplichtigen bij een massaal bezwaar gelijk te trekken
met de behandeling van belanghebbenden bij de gebruikelijke individuele afdoening.
Dit betekent dat een ieder die het niet met zijn aanslag eens is individueel, tijdig
en correct bezwaar moet maken, ongeacht of er al dan niet sprake is van aanwijzing
als massaal bezwaar. Uit het oogpunt van gelijke behandeling acht ik dit rechtvaardig.
Overigens wordt veel ruchtbaarheid (ik verwijs naar het antwoord op vraag 7) gegeven
aan het feit dat er een massaalbezwaarprocedure loopt, waardoor een belastingplichtige
hiervan op de hoogte kan zijn. Vervolgens kan de belastingplichtige zijn deelname
aan de massaalbezwaarprocedure laagdrempelig veiligstellen. Zo kan met betrekking
tot de huidige massaalbezwaarprocedure ten aanzien van de box 3-heffing in de definitieve
aanslag inkomstenbelasting 2018 de motivering van het bezwaarschrift beperkt blijven
tot het argument dat «de box 3-heffing een inbreuk op het eigendomsrecht is». Eventueel
kan een belanghebbende eerst binnen de bezwaartermijn een zogenoemd pro forma bezwaarschrift
indienen, waarna de inspecteur hem aanvullend vier weken zal geven om het bezwaarschrift
alsnog te motiveren.
Vraag 6
Hoe verhoudt deze wetswijziging zich tot uw antwoorden op de schriftelijke vragen
van het lid Lodders (VVD) over het bericht «Rechtsbescherming belastingbetalers verdient
verbetering»4?
In mijn beantwoording op de schriftelijke vragen van mevrouw Lodders over het bericht
«Rechtsbescherming belastingbetalers verdient verbetering» heb ik reeds opgemerkt
dat de rechten van belastingbetalers in Nederland goed zijn geborgd. Dat is ook bij
de huidige massaalbezwaarprocedure, met de eis van een tijdig en individueel ingediend
(pro forma) bezwaarschrift, het geval. Voor het overige verwijs ik naar het antwoord
op vraag 5.
Vraag 7
Welke (communicatie)inspanningen heeft de Belastingdienst sinds begin juni 2018 ondernomen
om het belastingplichtigen eenvoudig te maken om tijdig en individueel bezwaar aan
te tekenen tegen box 3-heffing in de aangifte 2017? Acht u dit voldoende? Zo ja, waarom?
Zo nee, wat gaat u doen om het voor belastingplichtigen eenvoudiger te maken om tijdig
en individueel bezwaar aan te tekenen tegen de box 3-heffing in de aangifte inkomstenbelasting
2018?
Antwoord 7
Een belastingplichtige die bezwaar wil maken tegen de box3-heffing 2017 moet dat zowel
tijdig als individueel doen. Om ervoor te zorgen dat dit voldoende bekend én eenvoudig
is, heeft de Belastingdienst het volgende ondernomen. Ten eerste is het mogelijk gemaakt
eenvoudig online bezwaar te maken tegen de box 3-heffing 2017. Ook is een nieuwsbericht
op de website van de Belastingdienst geplaatst. Daarnaast zijn de gebruikelijke kanalen
(sociale media en klantendienst) voor het verspreiden van deze boodschap ingezet.
Één en ander heeft in de pers brede aandacht gekregen. Tot slot heeft de Belastingdienst
fiscaal dienstverleners en hun koepels ingelicht. Met deze aanpak is volgens mij voldoende
verzekerd dat belastingplichtigen op de hoogte zijn en dat degenen die dat willen,
eenvoudig tijdig en individueel bezwaar kunnen maken.
Voor 2018 zijn vergelijkbare inspanningen gedaan en is het weer mogelijk online bezwaar
te maken tegen de box 3-heffing 2018.
Vraag 8
Bent u voornemens om ook de massaal bezwaarprocedure op te nemen in het voorstel –
dat de Kamer binnen twee maanden ontvangt – voor een extern onderzoek naar mogelijkheden
tot verbetering van de praktische rechtsbescherming van de burger in belasting- dan
wel toeslagzaken (conform de aangenomen motie van het lid Omtzigt5)?
Antwoord 8
Over de wijze waarop ik invulling wil gaan geven aan deze motie wordt u nader geïnformeerd.
Vraag 9
Heeft de Belastingdienst/belastinginspecteur de bevoegdheid om bezwaar aan te houden
van die belastingplichtigen in een massaal bezwaarprocedure die, na het uitprocederen
van de collectieve rechtsvraag over de box 3-heffing in de aanslag inkomstenbelasting
2017 en 2018, alsnog een beroep willen doen op individuele feiten en omstandigheden?
Antwoord 9
Als in een bezwaarschrift zowel de rechtsvraag waarop de massaalbezwaarprocedure ziet
als andere elementen zijn opgenomen wordt het bezwaarschrift gesplitst, en worden
de andere elementen in beginsel afgedaan binnen de termijnen zoals genoemd in artikel
7:10 van de Algemene wet bestuursrecht.
Aanhouding van de uitspraak kan slechts plaatsvinden onder de voorwaarden, genoemd
in § 10 van het Besluit Fiscaal Bestuursrecht. Ik merk daarbij op dat bij individuele
feiten en omstandigheden de mogelijkheid van aanhouden afstuit op lid 2 van deze paragraaf
(«Het moet gaan om een rechtsvraag waarin de individuele omstandigheden van belanghebbenden
geen rol spelen»).
Vraag 10
Wilt u de vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Snel, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.