Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Sjoerdsma en Van Helvert over verschillende reisadviezen
Vragen van de leden Sjoerdsma (D66) en Van Helvert (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over verschillende reisadviezen (ingezonden 29 april 2019).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 14 mei 2019).
Vraag 1 t/m 3
Klopt het dat lidstaten van de Europese Unie (EU) nog steeds verschillende reisadviezen
afgeven voor dezelfde landen? Zo ja, vindt u dit wenselijk?
Bent u het er mee eens dat het wenselijk zou zijn om één Europees reisadvies te hebben,
omdat 28 verschillende reisadviezen verwarrend kunnen zijn voor reizigers, vakantiegangers
en reisorganisaties?
Kunt u aangeven voor welke populaire reisbestemmingen buiten Europa EU-lidstaten verschillende
reisadviezen afgeven? Kunt u aangeven waarom Europese reisadviezen in de nasleep van
de aanslagen in Sri Lanka van elkaar verschilden?
Antwoord 1 t/m 3
Het klopt dat Europese landen nog steeds verschillende reisadviezen afgeven voor dezelfde
landen. Dit kan inderdaad verwarrend zijn voor reizigers en reisorganisaties. Dit
punt hoor ik ook vaak terug vanuit de reiswereld en ik erken dit probleem. Ik sta
daarom positief tegenover één gezamenlijk Europees reisadvies.
In de praktijk zie ik overigens dat grote verschillen tussen de reisadviezen van EU-lidstaten
weinig voorkomen. In de kern waarschuwen de lidstaten in hun adviezen voor dezelfde
veiligheidsrisico’s. Dat geldt ook voor de populaire reisbestemmingen buiten Europa.
Voor Sri Lanka zitten de huidige reisadviezen van Frankrijk, Duitsland, het Verenigd
Koninkrijk, België en Nederland op dezelfde lijn: reis alleen naar het land als dat
noodzakelijk is.
De oorzaak van het feit dat er verschil zit tussen de reisadviezen van Europese landen
is tweeledig. Ten eerste is het uitbrengen van reisadviezen een nationale bevoegdheid
van alle EU lidstaten, en geen EU-competentie. De lidstaten die reisadviezen uitbrengen,
doen dat op basis van hun eigen wet- en regelgeving, inschattingen, inlichtingen en
risico-afwegingen. De risico’s voor de inwoners van het ene land kunnen soms bijvoorbeeld
anders zijn dan voor inwoners van een ander land. Het ene land strijdt bijvoorbeeld
actiever tegen IS dan het andere land, waardoor gerichte risico’s kunnen verschillen.
Ten tweede gebruiken de lidstaten verschillende formats, classificaties en bewoordingen
bij de invulling van hun reisadviezen. Bovendien hebben zij andere procedures en consequenties
die door reizigers en reizigersorganisaties worden verbonden aan reisadviezen. Hierdoor
ontstaan automatisch verschillen tussen reisadviezen en de consequenties.
Vraag 4
Kunt u aangeven of er binnen andere EU-lidstaten de wens bestaat om tot een gemeenschappelijk
reisadvies te komen?
Antwoord 4
Over het algemeen wordt het belang van gelijkluidende reisadviezen binnen de EU zeker
erkend. De problemen en verwarring die verschillende adviezen kunnen opleveren voor
burgers en reisorganisaties, staan bij de meeste landen goed op het netvlies. Daarom
vindt bij een crisis direct afstemming plaats tussen de landen over de inhoud van
het reisadvies. Dit gebeurt lokaal, via telefonisch overleg tussen de hoofdkwartieren
en via een gezamenlijk online EU-platform (COOL). Nederland maakt zich binnen de EU
sterk voor verdere intensivering van deze samenwerking.
U kunt zich echter voorstellen dat er v.w.b. de praktische uitvoering een aantal haken
en ogen kleven aan het komen tot één gezamenlijk reisadvies. De afstemmingsprocedure
voordat een advies gepubliceerd kan worden, zal
bijvoorbeeld (veel) meer tijd in beslag nemen. En juist bij crises is het van belang
een reisadvies snel aan te passen, zodat Nederlanders op de hoogte zijn van de actuele
veiligheidsrisico’s in het buitenland.
Een andere lastige factor is dat niet alle lidstaten reisadviezen hebben, en dat sommige
lidstaten maar voor een beperkt aantal landen reisadviezen opstellen. Tot slot ligt
de wettelijke bevoegdheid ten aanzien van het opstellen van reisadviezen nog immer
op nationaal niveau. Dit betekent dat de Minister van BZ politiek verantwoordelijk
is voor de inhoud van de reisadviezen van de Nederlandse overheid. Het is onduidelijk
waar deze verantwoordelijkheid zich bevindt in geval van een gezamenlijk Europees
reisadvies.
Derhalve bestaat er binnen de EU momenteel nog weinig draagvlak voor één Europees
reisadvies.
Vraag 5
Op welke wijze hebt u zich de afgelopen jaren ingezet voor betere harmonisatie van
Europese reisadviezen? Welke stappen wilt u daar de komende tijd zetten?
Antwoord 5
BZ heeft binnen de EU regelmatig aandacht gevraagd voor het belang van meer uniformiteit
tussen de reisadviezen en het verbeteren van de onderlinge samenwerking op dit gebied.
Naast het opbrengen van dit punt binnen de consulaire EU werkgroepen (zoals de COCON),
heeft BZ er ook voor gezorgd dat organisaties uit de Nederlandse reisbranche spreektijd
kregen op belangrijke EU bijeenkomsten omtrent het reisadvies en dit punt konden benadrukken.
Verder heeft BZ tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU in 2016 aandacht
gevraagd voor deze vragen, en is sterk ingezet op het bevorderen van de lokale samenwerking
tussen de lidstaten op het gebied van crisisvoorbereiding.
Dit heeft geresulteerd in de wereldwijde uitrol van het Joint EU Consular Crisis Preparedness Framework; een document waarin lokaal afspraken worden vastgelegd over de samenwerking bij
crises. Onderdeel van dit plan is ook een risicoanalyse, waarbij gezamenlijk gekeken
wordt naar de bestaande veiligheidsrisico’s en dreigingen in het land.
Ik ben bereid het belang van eensgezinde reisadviezen verder te blijven benadrukken
binnen de EU. Bij de verscheidene EU-voorzitterschappen zal dit punt onverkort worden
gemaakt, onder meer bij het huidige Roemeense voorzitterschap.
Ook bij de samenstelling van de nieuwe Europese Commissie zal Nederland aandacht vragen
voor dit onderwerp. De veiligheid van Nederlanders staat voor mij echter altijd voorop.
Ik wil daarom strenge criteria koppelen aan de eventuele invoering van een gezamenlijk
reisadvies. Daarbij denk ik aan snelheid, kwaliteit en absolute absentie van politieke
overwegingen.
Vraag 6
Heeft u zich al ingezet om tot een gezamenlijk Europees reisadvies te komen? Zo ja,
kunt u aangeven waarom dit tot op heden niet is gelukt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nederland heeft in EU-verband aandacht gevraagd voor een gezamenlijk Europees reisadvies.
Daarbij zijn de onder vraag 4 geschetste uitdagingen ook steeds genoemd, die ook door
andere lidstaten worden onderkend.
Nederland staat positief tegenover één gezamenlijk Europees reisadvies. Nederland
zal op weg daarnaartoe actief blijven werken aan meer Europese samenwerking en afstemming
waar het gaat om de vorm en inhoud van de reisadviezen, zowel in EU-verband als in
nauwe bilaterale samenwerking met partners in Europa. De Europese burgers en de professionele
reiswereld hebben hier belang bij. We blijven hier de komende tijd binnen de Europa
dan ook op inzetten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.