Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Schonis over de berichten ‘Gewonden bij botsing cruiseschepen op de Nieuwe Maas’, ‘Cruiseschip geëvacueerd na botsing op de Waal’ en ‘Cruiseschip met 171 passagiers botst met tanker op Westerschelde: vijf gewonden’
Vragen van het lid Schonis (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de berichten «Gewonden bij botsing cruiseschepen op de Nieuwe Maas», «Cruiseschip geëvacueerd na botsing op de Waal» en «Cruiseschip met 171 passagiers botst met tanker op Westerschelde: vijf gewonden» (ingezonden 17 april 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
16 mei 2019).
Vraag 1
Kent u de berichten «Gewonden bij botsing cruiseschepen op de Nieuwe Maas»1 van 16 april 2019, «Cruiseschip met 171 passagiers botst met tanker op Westerschelde:
vijf gewonden»2 van 1 april 2019 en «Cruiseschip geëvacueerd na botsing op de Waal»3 van 20 maart 2019?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat het steeds drukker wordt in de binnenvaart en dat er een toename is
van riviercruiseschepen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Het wordt in de binnenvaart niet drukker. De vlootcapaciteit blijft ongeveer constant.
Door de schaalvergroting gaat dit gepaard met een afname van het aantal schepen.
Hoewel het aantal riviercruiseschepen wel toeneemt, is de groei voor heel Europa minder
dan 10 schepen per jaar op een totale vloot van 359 schepen in 2018. De gehele Europese
binnenvaartvloot bestaat uit meer dan 15.000 vaartuigen.
Het is wel zo dat er in het voorjaar relatief meer bewegingen met riviercruiseschepen
zijn. De doorgang naar de Donau is traditioneel een paar weken gesloten vanwege werkzaamheden
bij Frankfurt en de Keukenhof trekt veel bezoekers. Ongeveer een derde van het totaal
aantal bewegingen van deze schepen in Nederland vindt daarom in de maanden april en
mei plaats.
Vraag 3
Kunt u toelichten wat de oorzaken van deze ongelukken zijn? Zo nee, kunt u aangeven
wanneer de rapportages van de lopende onderzoeken beschikbaar zijn voor de Kamer?
Vraag 4
Deelt u de mening dat drie ongelukken met riviercruiseschepen in één maand tijd zorgwekkend
zijn in het licht van scheepverkeersveiligheid in Nederland? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3 en 4
Ik ben het met u eens dat drie ongelukken met riviercruiseschepen in één maand tijd
veel is, maar vooralsnog lijkt dit een toevalligheid waaraan geen conclusies over
de scheepvaartveiligheid verbonden kunnen worden. De drie recente ongevallen met passagiersschepen
lijken op zichzelf staande incidenten in verschillende situaties. Er zijn geen aanwijzingen
dat sprake is van structurele oorzaken of dat er een technische aanleiding is. De
Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) heeft informatie verzameld over de drie incidenten.
Naar het incident op de Westerschelde stelt de OVV een onderzoek in. Het rapport dat
daarover verschijnt wordt natuurlijk met de Kamer gedeeld.
Vraag 5
Welke bevoegdheden en/of middelen heeft u om de veiligheid van het scheepvaartverkeer
in het algemeen, en die van riviercruiseschepen in het bijzonder, te verbeteren?
Antwoord 5
Rijkswaterstaat heeft op geselecteerde punten van het vaarwegennet actief verkeersmanagement
ingezet, juist bij vaarwegkruispunten en daar waar veel scheepvaart elkaar ontmoet
en oploopt.
Voor de binnenvaart zijn internationale regels vastgelegd voor het varen, de samenstelling
en opleidingen van de bemanning en de technische eisen aan de schepen.
Alle schippers hebben opleidingen en documenten die internationaal erkend zijn. Het
programma voor de nieuwe opleidingen wordt nog verder geharmoniseerd door de implementatie
van de recente Europese richtlijn voor beroepskwalificaties. Deze richtlijn is in
januari 2018 in werking getreden. Op internationaal varende riviercruiseschepen is
ook speciaal gecertificeerd veiligheidspersoneel aanwezig.
Voor passagiersschepen bestaan er, naast de standaardeisen die voor ieder binnenvaartschip
gelden, aanvullende eisen in de technische voorschriften. Een werkgroep van het internationale
comité voor standaarden in de binnenvaart, CESNI, is momenteel bezig om de formulering
of interpretatie van de technische voorschriften in dit speciale hoofdstuk te verbeteren.
Verder geldt dat de binnenwateren in de EU verdeeld zijn in Zones 1 (hoogste golven)
tot en met 4 (kleinste wateren) en Zone R (= Rijn). De Westerschelde is Zone 2 en
Nederland heeft voor passagiersschepen die op Zone 2 wateren varen aanvullende eisen
gesteld op het gebied van stabiliteit, uitrusting, veiligheidsafstand en vrijboord.
Vraag 6
Deelt u de mening dat veiligheidsregio’s in gebieden waar riviercruiseschepen doorheen
varen in hun operationele planning rekening moeten houden met het feit dat riviercruiseschepen
veel passagiers aan boord hebben en dus in het geval van een calamiteit veel inzet
van de hulpdiensten vergen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe garandeert u dat veiligheidsregio’s
voldoende oefenen met calamiteiten met riviercruiseschepen?
Antwoord 6
De veiligheidsregio’s voorzien, onder hun eigen verantwoordelijkheid, in operationele
planvorming op meer dan 50 scenario’s in het regionale risicoprofiel. Eén daarvan
is «Vaarweg Incident Management» en hierbinnen is aanvaring één van de hoofdscenario's.
In de huidige planvorming wordt ingestoken op generieke voorbereiding, het snel opschalen
als een scenario daarom vraagt en de samenwerking met specifieke partners.
Daarnaast bereiden de veiligheidsregio’s zich breed (leiding, coördinatie, communicatie
en hulpverlening) voor op optreden bij grootschalige inzet met meerdere slachtoffers.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.