Schriftelijke vragen : De samenwerking met Armenië
Vragen van de leden Omtzigt, Van Helvert (beiden CDA), Voordewind (ChristenUnie) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister-President over de samenwerking met Armenië (ingezonden 23 april 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u als Minister-President van Nederland voor het eerst in enige
decennia de nieuwe Minister-President van Armenië van harte heeft gefeliciteerd bij
zijn benoeming na de fluwelen revolutie en vrije en eerlijke verkiezingen?
Vraag 2
Bent u bereid om deze samenwerking op zowel economisch terrein als ontwikkeling van
een democratische rechtsorde en van een democratisch land in onze gezamenlijke kiesgroepen
in het IMF en de Wereldbank vorm te geven door een ambassade in Armenië te openen?
Vraag 3
Herinnert u zich dat u schreef dat u de samenwerking waardeert in het kader van het
EU-Armenia Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA), dat in november
2017 getekend is?
Vraag 4
Wanneer wordt het wetsvoorstel ter goedkeuring van dit verdrag voorgelegd aan de Staten-Generaal?
Is het wetsvoorstel al naar de Raad van State gestuurd? Zo nee, wat is de reden van
de vertraging?
Vraag 5
Klopt het dat Nederland een fysieke diplomatieke vertegenwoordiging heeft in alle
lidstaten van de Raad van Europa, behalve Armenië en Montenegro (en een paar microstaatjes)?
Indieners
-
Gericht aan
M. (Mark) Rutte, minister-president -
Gericht aan
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Indiener
P.H. Omtzigt, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
M.J.F. van Helvert, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
C.G. van der Staaij, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
J.S. Voordewind, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.