Schriftelijke vragen : De miljoenen waardedaling van huizen door windparken
Vragen van het lid Beckerman (SP), Moorlag (PvdA) en AgnesMulder (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de miljoenen waardedaling van huizen door windparken (ingezonden 19 april 2019).
Vraag 1
            
Kent u de uitzending van Argos van 13 april 2019 getiteld «De strijd om windpark N33»?1 Wat is hierop uw reactie?
Vraag 2
            
Erkent u de waardedaling van woningen rondom het Groningse windpark, zoals besproken
               in de uitzending? Zo nee, waarom niet? Zo ja, in hoeverre worden inwoners hiervoor
               gecompenseerd?
            
Vraag 3
            
Bent u bereid een nieuw, onafhankelijk onderzoek in te stellen naar de waardedaling
               van woningen rondom windparken? Deelt u de opvatting zoals geuit in de uitzending
               dat het zowel voor omwonenden van het windpark als voor de overheid effectiever en
               doelmatiger is om collectief, deskundig en onafhankelijk onderzoek te doen, in plaats
               van dat iedere eigenaar van een woning separaat een verzoek tot de vaststelling van
               planschade moet indienen en de gemeente ieder verzoek separaat moet beoordelen?
            
Vraag 4
            
Wat zijn de afstanden van turbines tot woningen waar projectontwikkelaars zich wettelijk
               aan moeten houden? Wat is er geregeld voor inwoners die nabij een windmolen wonen?
            
Vraag 5
            
Deelt u de mening dat het lastig is voor omwonenden om hun recht te halen? Kunt u
               uw antwoord toelichten?
            
Vraag 6
            
Wat is uw reactie op opmerkingen in de uitzending over de Rijkscoördinatieregeling
               die het voor omwonenden erg ingewikkeld maakt om inspraak te hebben en bezwaar te
               maken? Herkent u het beeld dat uit de uitzending komt naar voren dat mensen in de
               praktijk geen invloed hebben? Zo ja, bent u bereid hier iets aan te doen?
            
Vraag 7
            
Wat is uw reactie op de uitlatingen van de ambtenaar bij het Ministerie van Economische
               Zaken en Klimaat dat het gebrek aan draagvlak bewijst dat de Rijkscoördinatieregeling
               nodig is?
            
Vraag 8
            
Hoe ziet u dit in verband met de energietransitie in het geheel? Maakt u de afweging
               tussen waar het doel van de transitie voorop staat en waar winst voorop staat? Kunt
               u dat toelichten?
            
Vraag 9
            
Wat is uw oordeel over hetgeen in de uitzending aangekaart wordt dat in overgrote
               mate voordelen en winsten aan ontwikkelaars en grondeigenaren toevallen, afgezet tegen
               het gegeven dat omwonenden geen voordeel aan de ontwikkeling van een windpark kunnen
               ontlenen en louter kampen met nadelen en verlies aan waarde van woningen?
            
Vraag 10
            
Hoe gaat u in de toekomst weerstand bij omwonenden tegen windmolens wegnemen?
Vraag 11
            
In hoeverre bent u van oordeel dat de werking van de Rijkscoördinatieregeling (RCR)
               moet worden geëvalueerd en aangepast, gelet op het gegeven dat vooral windparken die
               worden gerealiseerd onder de werkingssfeer van de RCR op veel weerstand en verzet
               stuiten? Bent u bereid om de RCR onafhankelijk en op deskundige wijze te laten evalueren
               en aan te passen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 12
            
In hoeverre worden in het ontwerp Klimaatakkoord eisen gesteld aan participatie en
               compensatie van de omgeving van windparken?
            
Vraag 13
            
In hoeverre bent u bereid inwoners van Nederland die bij een windpark in de buurt
               wonen tegemoet te komen door ze mede-eigenaar te laten zijn van dat windpark en ze
               zodoende mee te laten delen in de winsten?
            
Vraag 14
            
Op welke wijze en op welke termijn gaat u dat effectueren in het licht van het ontwerp
               klimaatakkoord waarin is opgenomen dat in projecten voor tenminste 50 % moet kunnen
               worden geparticipeerd door inwoners en bij voorkeur omwonenden?
            
Vraag 15
            
Wat vindt u van de geheimhoudingsclausule die grote energiebedrijven opleggen bij
               degenen die hun land verkopen?
            
Vraag 16
            
Bent u ook van mening dat transparantie bijdraagt aan het beter berekenen van de subsidie
               door het Planbureau voor de leefomgeving (PBL) en aan draagvlak voor de energietransitie?
               Zo ja, hoe gaat u daarvoor zorgen?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat - 
              
                  Indiener
Sandra Beckerman, Kamerlid - 
              
                  Medeindiener
A.H. (Agnes) Mulder, Tweede Kamerlid - 
              
                  Medeindiener
W.J. Moorlag, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.