Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kröger over het bericht 'Een woonwijk tussen dijk en rivier? 'Dan kun je net zo goed op ijs bouwen'
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Een woonwijk tussen dijk en rivier? «Dan kun je net zo goed op ijs bouwen»» (ingezonden 5 april 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
24 april 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Een woonwijk tussen dijk en rivier? «Dan kun je net zo goed op
ijs bouwen»» van EenVandaag?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft Professor Vellinga niet ook gelijk – in aanvulling op uw reactie in het wetgevingsoverleg
Water op 26 november 2018, waarin u aangaf dat het plan voor de buitendijkse woningen
binnen alle veiligheidsnormen valt – als hij stelt dat de veiligheidsnormen voor buitendijkse
woningen niet meer aan de eisen van deze tijd voldoen?
Antwoord 2
Het Rijk is verantwoordelijk voor de kaders voor buitendijkse ontwikkelingen in het
rivierbed. Zoals ik in mijn brief naar aanleiding van het WGO Water (Kamerstuk 35 000 J, nr. 30) heb gemeld worden initiatieven die in het rivierbed worden uitgevoerd getoetst aan
de Beleidsregels grote rivieren (Bgr) en moeten zij voldoen aan titel 2.4 Grote rivieren
van het Barro. Doelen zijn het waarborgen van de afvoer- en bergingscapaciteit van
de rivieren en het vrijhouden van buitendijkse ruimte voor toekomstige rivierverruimende
maatregelen. Het initiatief in de uiterwaarden bij Arnhem voldoet aan de gestelde
kaders en levert per saldo meer ruimte voor de rivier op.
Voor activiteiten en bebouwing (zoals woningen) in buitendijks gebied gelden geen
wettelijke veiligheidsnormen voor bescherming tegen hoogwater. De gemeente is verantwoordelijk
voor de beoordeling van de veiligheidssituatie in buitendijks gebied, de noodzaak
van eventuele aanvullende maatregelen om onevenredige schade te voorkomen en draagt
zorg voor een situatie die voldoende veilig is voor de toekomstige bewoners. De gemeente
is tevens verantwoordelijk voor afstemming met de veiligheidsregio over evacuatieroutes.
Bewoners en gebruikers van buitendijkse gebieden zijn zelf verantwoordelijk voor het
treffen van maatregelen om de gevolgen van overstromingen te beperken en dragen zelf
risico voor waterschade.
Vraag 3
Bent u het eens met Professor Vellinga en de Deltacommissaris als zij stellen dat
de norm voor de Rijn naar 22.000 kuub per seconde moet? Is dat niet iets wat in ieder
geval onderzocht zou moeten onderzoeken, voordat bouwen in of aan de uiterwaarden
kan worden toegestaan? Wat zou een dergelijke hoeveelheid water doen met de reeds
bestaande bebouwing en gebieden die nu nog als veilig gelden?
Antwoord 3
Nee. Bij de nieuwe waterveiligheidsnormen wordt, in lijn met het advies van de Deltacommissaris,
uitgegaan van een maximale afvoer van de Rijn van 18.000m3/s bij Lobith, waarbij rekening
wordt gehouden met klimaatverandering. Dit is gebaseerd op diverse studies naar de
(maximale) afvoer en eerder gedeeld met uw Kamer (Kamerstuk 31 710, nr. 44). De maximale afvoer is in 2016 bevestigd door het Expertise Netwerk Waterveiligheid
(ENW) en recente berekeningen door Deltares.
Alle primaire keringen die het binnendijkse gebied beschermen worden beoordeeld en
ontworpen met de laatste inzichten over de afvoer van de Rijn. Voor buitendijks gebied
verwijs ik naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Zijn de gevolgen van de buitendijkse veranderingen bij Arnhem ook onderzocht op de
effecten boven- en benedenstrooms en op andere wateren die met de Rijn in verbinding
staan? Wie is verantwoordelijk voor het geheel, boven- en benedenstrooms en de gevolgen
van de verschillende plannen?
Antwoord 4
Het Rijk is verantwoordelijk voor het waarborgen van de afvoer- en bergingscapaciteit
van de rivieren. De gevolgen van de buitendijkse ontwikkeling op de waterstand bij
een extreme afvoer (en daarmee de waterveiligheid) zijn in beeld gebracht door de
initiatiefnemer en beoordeeld door Rijkswaterstaat. De conclusie van de beoordeling
is dat het plan tot netto circa 10 cm waterstandsverlaging leidt, met doorwerking
in de bovenstroomse richting tot op het Pannerdensch kanaal. Er zijn geen effecten
op de waterstand benedenstrooms van het plangebied en in andere riviertakken die met
de (Neder)-Rijn in verbinding staan.
Vraag 5
Is het bouwplan van Arnhem meegenomen in de verplichtte klimaatstresstest van de gemeente?
Antwoord 5
Nee, dat is niet gebeurd. Arnhem heeft de stresstest al enige tijd geleden uitgevoerd
(tussen 2010 en 2015). In die stresstest is het bouwplan Stadsblokken-Meinerswijk
niet meegenomen, omdat het buitendijks ligt. Alleen binnendijkse gebieden zijn meegenomen
in de stresstest.
Het project heeft wel een uitgebreide watertoets doorlopen in samenwerking met, en
getoetst door alle waterpartijen; Waterschap Rivierenland, de Veiligheidsregio en
Rijkswaterstaat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.