Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Gijs van Dijk over kinderen in armoede naar nul
Vragen van het lid Gijs vanDijk (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over kinderen in armoede naar nul (ingezonden 27 maart 2019).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
19 april 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Een nieuwe alliantie moet het aantal kinderen in armoede
naar nul brengen»?1
Antwoord 1
Ja hiermee ben ik bekend.
Vraag 2
Wat vindt u van het initiatief Alliantie kinderarmoede? In hoeverre bent u aangesloten
bij dit initiatief?
Antwoord 2
Ik vind dit initiatief een mooi voorbeeld van samenwerking tussen private, publieke
en maatschappelijke partijen gericht op het bestrijden van armoede onder kinderen.
Armoede onder kinderen is een groot maatschappelijk probleem dat vraagt om brede maatschappelijke
inspanning en samenwerking. De alliantie kan het bestaande beleid van gemeenten en
de vier samenwerkende armoedepartijen (Stichting Jarige Job, Nationaal fonds kinderhulp,
Jeugdfonds sport en cultuur en Stichting Leergeld) aanvullen en versterken door concrete
acties en verrassende vormen van samenwerking. Samenwerking die wellicht via andere
wegen niet zo snel tot stand zou komen.
Ik volg de acties met belangstelling.
Vraag 3
Gaat u zich aansluiten bij de doelstelling van de Alliantie kinderarmoede om in 2030
geen kinderarmoede meer te laten bestaan? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om
deze doelstelling te laten halen?
Antwoord 3
Ook ik wil graag dat kinderarmoede in Nederland naar nul gaat. Op 1 april jl. heb
ik mijn ambities op het gebied van kinderarmoede aan uw Kamer gestuurd.2 Samen met private- en maatschappelijke partners en gemeenten zetten we de schouders
eronder om álle kinderen mee te laten doen, ongeacht de financiële thuissituatie.
Hierdoor kunnen kinderen zich breder ontwikkelen en wordt de kans op sociale uitsluiting
kleiner. Extra aandacht gaat daarbij uit naar werkende armen met kinderen. Deze groep
wordt nog onvoldoende bereikt. Daarnaast zet het kabinet in op een verdere daling
van het aantal arme huishoudens met kinderen de komende jaren. Onder meer door werken
lonender te maken, de belasting te verlagen en de kinderopvangtoeslag te verhogen.
Ook komt er periodiek kwalitatief inzicht in de brede kansarmoede onder kinderen op
de verschillende levensdomeinen zoals zorg, onderwijs en veiligheid. Evenals een periodiek
kwalitatief overzicht van goede voorbeelden en initiatieven van gemeenten en andere
lokale en nationale organisaties gericht op het voorkomen van armoede onder kinderen
en de negatieve gevolgen daarvan voor kinderen. Elke twee jaar zal ik een breed beeld
geven van kinderarmoede aan de hand van de in de brief gepresenteerde ambities. Ik
zal hierover het gesprek aangaan met kinderen, de betrokken bewindspersonen, de VNG
en andere relevante partijen.
Vraag 4
Hoe gaat u zich verder inzetten bij de andere doelstelling van dit initiatief dat
er in 2030 geen nieuwe gezinnen meer in armoede vervallen?
Antwoord 4
De oorzaken en gevolgen van armoede zijn divers en complex. Ik heb daarom continue
aandacht voor mensen in armoede en in het bijzonder voor kinderen die opgroeien in
een gezin met een laag inkomen. Zie de reactie op het antwoord op vraag 3 hoe ik samen
met gemeenten en mijn collega’s in het kabinet op gestructureerde wijze werk aan de
bestrijding van armoede en de gevolgen daarvan.
Vraag 5
Bent u bereid, in samenwerking met betrokken ministers, een deltaplan armoedebestrijding
te starten?
Antwoord 5
Ik verwijs u hiervoor naar de ambities kinderarmoede die ik op 1 april aan uw Kamer
heb verstuurd, waarin de ambities en wat nodig is voor het realiseren daarvan, zijn
uitgewerkt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.