Verslag van een schriftelijk overleg : Herdruk Verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda informele Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad) van 16 april 2019
21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Nr. 310 HERDRUK1
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 15 april 2019
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en
opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de
brief van 29 maart 2019 inzake de geannoteerde agenda van de informele Onderwijs-,
Jeugd-, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad) van 16 april 2019 (Kamerstuk 21 501-34, nr. 309).
De vragen en opmerkingen zijn op 4 april 2019 aan Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap voorgelegd. Bij brief van 10 april 2019 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Tellegen
Adjunct-griffier van de commissie, Alberts
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde
agenda van de informele Onderwijs-, Jeugd-, Cultuur- en Sportraad (OJCS-Raad) van
16 april 2019.
Nederland verwelkomt het voorstel voor behoud van een gezamenlijk EU-programma dat
de culturele en creatieve sectoren in Europa ondersteunt (blz. 8). De leden vragen
een appreciatie van het krachtenveld in de Raad ten aanzien van de oprichting van
een programmacomité met als doel lidstaten een duidelijke rol te geven in de implementatie
van het programma. Kunt u een inschatting geven van de kansrijkheid van een dergelijk
programmacomité in de trilogen met het Europees Parlement, zo vragen deze leden.
De leden vragen voorts welke aanpassingen gedaan (moeten) worden om onevenredig zware
administratieve lasten te verminderen.
Inbreng van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie vragen naar de stand van zaken rondom Europese regels om
woekerhandel in concertkaarten tegen te gaan. De Minister heeft immers aangegeven
zich hier in Europees verband hard voor te maken. Hoe heeft zij dit gedaan, wat is
de huidige stand van zaken en wanneer verwacht zij resultaten?
De leden vragen in hoeverre het culturele programma steunt op de bevordering van «Europese
waarden». Zij lezen: «Het belangrijkste doel van het programma Creative Europe is
het bevorderen, versterken en beschermen van de Europese cultuur en taaldiversiteit,
cultureel erfgoed en creativiteit, evenals het concurrentie-vermogen van Europa’s
culturele en creatieve sectoren.» Waarom wordt dit niet aan de lidstaten zelf overgelaten,
zo vragen deze leden. Waarom is besloten het budget voor dit programma te verhogen?
Wat is de mening van de Minister hierover, zo willen zij weten.
Hoe ziet een programma voor «inclusief/weerbaar/duurzaam Europees erfgoed» eruit?
Waarom zijn de lidstaten niet verantwoordelijk voor de bescherming van hun erfgoed,
zo vragen de voornoemde leden. Zij merken daarbij op dat kennisuitwisseling en samenwerking
tussen de lidstaten uiteraard wel nuttig kan zijn.
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ik heb met interesse kennisgenomen van de vragen van het CDA en de SP en dank de fracties
voor hun inbreng. In mijn beantwoording van de vragen is dezelfde volgorde aangehouden
als in de vraagstelling. Waar mogelijk zijn vragen in samenhang beantwoord.
De leden van de CDA-fractie vragen een appreciatie van het krachtenveld in de Raad
ten aanzien van de oprichting van een programmacomité met als doel lidstaten een duidelijke
rol te geven in de implementatie van het programma. Kunt u een inschatting geven van
de kansrijkheid van een dergelijk programmacomité in de trilogen met het Europees
Parlement, zo vragen deze leden.
In december 2018 is er overeenstemming bereikt over een gedeeltelijke algemene oriëntatie
van de Raad over het voorstel van de Europese Commissie voor het Creative Europe programma
2021–2027. Op 28 maart jl. heeft het Europees Parlement haar onderhandelingspositie
over het Creative Europe-voorstel goedgekeurd. In de algemene oriëntatie van de Raad
is (net als in het huidige programma) een programmacomité opgenomen, met daarbij een
verwijzing naar Verordening (EU) Nr. 182/2011 tot vaststelling van de algemene voorschriften en beginselen die van toepassing zijn
op de wijze waarop de lidstaten de uitoefening van de uitvoeringsbevoegdheden door
de Commissie controleren. De Raad wil hiermee een stevige rol voor de lidstaten verankeren bij de implementatie
van het nieuwe Creative Europe-programma. Het Europees Parlement heeft in haar onderhandelingspositie
het programmacomité niet opgenomen. De Raad hecht er sterk aan dat het programmacomité
in het nieuwe Creative Europe programma wordt opgenomen. Nederland kan niet vooruitlopen
op de uitkomsten van de triloog. Het is nog niet bekend wanneer de trilogen zullen
starten.
De leden van de CDA fractie vragen voorts welke aanpassingen gedaan (moeten) worden
om onevenredig zware administratieve lasten te verminderen.
Nederland zal bij de uitvoering van het nieuwe Creative Europe programma aandacht
blijven vragen voor het zo laag mogelijk houden van administratieve lasten, zoals
het verder stroomlijnen van aanvraagprocedures. Het is ook daarom van belang dat het
programmacomité, waarin de lidstaten zijn vertegenwoordigd, in het nieuwe programma
zal worden opgenomen.
De leden van de SP-fractie vragen naar de stand van zaken rondom Europese regels om
woekerhandel in concertkaarten tegen te gaan. De Minister heeft immers aangegeven
zich hier in Europees verband hard voor te maken. Hoe heeft zij dit gedaan, wat is
de huidige stand van zaken en wanneer verwacht zij resultaten?
Tijdens de Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sportraad (OJCS-Raad) in november 2018 is
het onderwerp door Denemarken onder het punt Diversen aan de orde gesteld. Ik heb
daarop de Europese Commissie opgeroepen de grootte van de problematiek in kaart te
brengen.
Zoals u weet heeft het Europees Parlement daarnaast recent een voorstel gedaan over
de doorverkoop van tickets in het kader van de lopende discussie aangaande de herziening
van de richtlijn oneerlijke handelspraktijken. Dit voorstel is momenteel nog onderwerp
van onderhandeling.
De leden van de SP fractie vragen in hoeverre het culturele programma steunt op de
bevordering van «Europese waarden». Zij lezen dat «Het belangrijkste doel van het
programma Creative Europe is het bevorderen, versterken en beschermen van de Europese
cultuur en taaldiversiteit, cultureel erfgoed en creativiteit, evenals het concurrentie-vermogen
van Europa’s culturele en creatieve sectoren.» Waarom wordt dit niet aan de lidstaten
zelf overgelaten, zo vragen deze leden. Waarom is besloten het budget voor dit programma
te verhogen? Wat is de mening van de Minister hierover, zo willen zij weten.
Naast nationaal beleid kan samenwerking op EU-niveau bijdragen aan het versterken
van de culturele en creatieve sector. De Europese culturele en creatieve sectoren
staan voor vergelijkbare uitdagingen, bijvoorbeeld door de opkomst van nieuwe technologieën.
De lidstaten staan sterker als ze op EU-niveau samenwerken om deze uitdagingen gezamenlijk
aan te gaan. Daarnaast biedt het Creative Europe-programma ondersteuning aan samenwerking
binnen de EU tussen landen, regio’s en steden. Het investeren in de internationale
promotie en distributie van Europese filmproducties is daarbij belangrijk, daarmee
wordt het publieksbereik vergroot.
De Europese Commissie heeft een voorstel gedaan voor een verhoging van het budget
van het Creative Europe programma voor de periode 2021–2027. De MFK budgettaire aspecten
rondom het programma Creative Europe worden meegenomen in de integrale onderhandelingen
over het MFK 2021–2027. Nederland hecht eraan dat besprekingen over het programma
Creative Europe niet vooruitlopen op de integrale besluitvorming betreffende het MFK.
Voor de kabinetsinzet voor de MFK-onderhandelingen verwijs ik u naar de Kabinetsappreciatie
van het Commissievoorstel van 1 juni jl.
De leden van de SP vragen hoe een programma voor «inclusief/weerbaar/duurzaam Europees
erfgoed» eruit ziet? Waarom zijn de lidstaten niet verantwoordelijk voor de bescherming
van hun erfgoed, zo vragen de voornoemde leden. Zij merken daarbij op dat kennisuitwisseling
en samenwerking tussen de lidstaten uiteraard wel nuttig kan zijn.
De bescherming van het erfgoed is in eerste instantie een nationale taak. In de geannoteerde
agenda over de informele OJCS-Raad verwees ik daarom ook naar de Nederlandse beleidsbrief
«Erfgoed Telt».
Daarnaast is in het Verdrag van de Europese Unie is in art. 3.3 afgesproken dat de
Unie haar culturele en taal diversiteit zal respecteren, en zal zorgen dat het Europese
culturele erfgoed beschermd en versterkt wordt. Het Europees Jaar van het Cultureel
Erfgoed en het huidige kader voor actie geven uitvoering aan deze afspraak, waarbij
kennisuitwisseling en het versterken van de samenwerking centraal staan.
Het Europees kader voor actie voor het cultureel erfgoed («European Framework for
Action on Cultural Heritage») is aan het eind van het Europees Jaar gepubliceerd2. Het is, net als het Jaar zelf, naast een intensivering, vooral het samenbrengen
van activiteiten die vanuit diverse onderdelen van de Europese Commissie of de Europese
programma’s voorzien zijn.
De acties voor «inclusief/weerbaar/duurzaam Europees erfgoed» zien er als volgt uit:
– Cultureel erfgoed voor een inclusief Europa stelt acties voor om deelname en toegang voor erfgoed in de landen te verbeteren,
met als doel aan een inclusiever Europa te werken. In dit thema gaat het om erfgoed
beter toegankelijk te maken, ook digitaal. Specifieke doelgroep hierin zijn schoolkinderen
en jongeren. Hieronder vallen de Europese erfgoeddagen (in Nederland de Open Monumentendag)
en het programma voor het Europees Erfgoed label. Voor beide zal aan zichtbaarheid
en impact worden gewerkt door het netwerk van de sites te versterken. Voor kinderen
en jongeren worden o.a. via Erasmus+ activiteiten ontwikkeld.
– Cultureel erfgoed voor een weerbaar Europa richt zich op het beschermen van erfgoed in gevaar, dan wel door menselijke acties
en klimaatverandering, dan wel door conflict, dan wel door slecht beheer. Hieronder
valt een studie over hoe illegaal cultuurgoederen naar Europa komen en welke technische
mogelijkheden bestaan om dit tegen te gaan. Ook wordt gewerkt aan het bevorderen van
de restauratiekwaliteit als Europese fondsen ingezet worden voor het behoud en beheer
van erfgoed, door het ontwikkelen van Europese criteria. Een bijeenkomst van het Roemeens
voorzitterschap richt zich hierop. Andere acties gaan in op het managen van risico’s
en het weerbaar maken van erfgoed tegen de gevolgen van natuurrampen en effecten van
klimaatverandering.
– Cultureel erfgoed voor een duurzaam Europa wil slimme oplossingen voor een coherente en een duurzame toekomst. Dit thema sluit
aan op de VN-agenda voor duurzame ontwikkeling en ziet op het verbeteren van steden
en regio’s door cultureel erfgoed, het stimuleren van hergebruik van cultureel erfgoed
en het vinden van een balans tussen toegankelijkheid en duurzaam toerisme. Hieronder
vallen activiteiten als een via Horizon 2020 gefinancierde taskforce die aan steden
advies zal geven over hoe het hergebruik van erfgoed, als onderdeel van de circulaire
economie, te financieren en te beheren valt. Ook valt onder dit thema een programma
voor slim toerisme: in 2019 zullen Helsinki en Lyon de titel voeren van de Europese
hoofdstad van slim toerisme. Het doel is aan Europese steden een platform te bieden
voor samenwerking en het delen van goede voorbeelden. Binnenkort verschijnt de Nederlandse
vertaling hiervan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
O.C. Tellegen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
M. Alberts, adjunct-griffier