Verslag (initiatief)wetsvoorstel (nader) : Verslag
35 166 Raming der voor de Tweede Kamer in 2020 benodigde uitgaven, alsmede aanwijzing en raming van de ontvangsten
Nr. 4 VERSLAG
Vastgesteld 29 maart 2019
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek
van de Raming van de Tweede Kamer voor het jaar 2020 (Kamerstuk 35 166, nrs. 1–3), heeft de eer als volgt Verslag uit te brengen van haar bevindingen. Over de paragrafen
in het Verslag die niet zijn ingevuld, hebben de Leden geen direct aan de betreffende
paragraaf geadresseerde vragen gesteld of opmerkingen gemaakt.
Onder het voorbehoud dat het presidium de gestelde vragen tijdig en genoegzaam zal
hebben beantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging over de Raming voldoende
voorbereid.
Inhoudsopgave
blz.
1.
Geleidende brief
2
1.1
Terugblik Raming 2019
2
1.2
Vooruitblik Raming 2020
2
1.2.1
Renovatie Binnenhof en tijdelijke huisvesting Tweede Kamer
2
1.2.2
Werkwijze van de Kamer
3
1.2.3
Reorganisatie Kamerorganisatie
4
1.2.4
Informatiepositie Kamer
4
1.2.5
Werkbeleving en sociale veiligheid
6
1.2.6
Betrokkenheid burgers bij Kamer (transparantie Kamerwerk)
6
2.
Begrotingstoelichting
7
2.1
Algemeen
7
2.1.1
Algemene uitgangspunten
7
2.1.2
Financiële uitgangspunten
7
2.1.3
Opbouw
7
3.
Artikel 2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het
Europees Parlement
7
4.
Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer
7
5.
Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
8
6.
Staat van de Kamer 2018
8
1. Geleidende brief
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het voorliggende
wetsvoorstel. Zij hebben daarover nog een aantal vragen en opmerkingen.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Raming
voor het jaar 2020. Naar aanleiding daarvan hebben deze leden de volgende vragen aan
het presidium.
De leden van de CDA-fractie constateren, dat de Staatscommissie parlementair stelsel
(commissie-Remkes) in haar eindrapport «Lage drempels, hoge dijken» een aantal aanbevelingen
doet die gericht zijn aan de Tweede Kamer zelf. Deze leden vragen, op welke wijze
deze aanbevelingen door het presidium worden opgepakt.
De leden van de CDA-fractie onderschrijven dat 2020 een bijzonder jaar is, omdat het
dan precies 75 jaar geleden is dat er een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Deze
leden vragen in dit verband aandacht voor het proces van herstel van onze parlementaire
democratie, dat recent door Carla Hoetink is belicht in haar dissertatie Macht der gewoonte: regels en rituelen in de Tweede Kamer na 1945.
1.1 Terugblik Raming 2019
1.2 Vooruitblik Raming 2020
1.2.1 Renovatie Binnenhof en tijdelijke huisvesting Tweede Kamer
De leden van de VVD-fractie constateren dat de Bouwbegeleidingscommissie (BBC) aangewezen
is als adviescommissie voor het Presidium op het terrein van huisvestingsaangelegenheden.
Naast de BBC wordt er gesproken over betrokkenheid van het programmabureau Renovatie
en Tijdelijke Huisvesting en de verantwoordelijke Kamercommissie voor Binnenlandse
Zaken. De leden van de VVD-fractie vragen zich af hoe de samenwerking tussen al deze
instanties op dit moment verloopt. Ook vragen de leden zich af of er meer gezegd kan
worden over de samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf (RVB). Komt de herziene governance
binnen de TK het proces van de renovatie ten goede? Zijn de taken en bevoegdheden
nu helemaal duidelijk? In aanvulling daarop: hoe staat het met de voorbereiding van
de verhuizing naar B67? Is de discussie over de herinrichtingskosten opgelost met
het RVB en komen hier nog extra kosten uit voor de Kamer en hoe komen die terug op
de begroting?
De leden van de SP-fractie lezen over de renovatie van het Binnenhof: «De Tweede Kamer
hecht aan een sobere en doelmatige renovatie waarbij tekortkomingen worden verholpen,
noodzakelijk aanpassingen worden gerealiseerd en onnodige ingrepen worden vermeden».
Daar zijn de leden van de SP-fractie het helemaal mee eens. Maar hoe kan het nou dat
hierover toch gedoe is ontstaan, en er forse kostenoverschrijdingen dreigen? De risico’s
ten aanzien van de tijdelijke huisvesting («extra investeringen waar geen rekening
mee is gehouden») worden benoemd in de begrotingstoelichting op de raming, maar waar
zullen deze kosten terecht gaan komen en welke gevolgen kan dit hebben? Daarnaast
is toegezegd dat alle kosten van de verbouwing en de verhuizingen in het geraamde
bedrag van € 475 mln. zat. Er is nu discussie over aanvullende verhuis- en inrichtingskosten.
Klopt het dat ook deze kosten al waren toch al opgenomen in het oorspronkelijke bedrag?
1.2.2 Werkwijze van de Kamer
De leden van de VVD-fractie constateren dat er ook in 2018 weer een enorme stijging
in het aantal moties, schriftelijke vragen en hoofdelijke stemmingen heeft plaatsgevonden.
Er is een werkgroep Herziening Reglement van Orde onder leiding van het lid Van der
Staaij opgericht. Deze zal rond het zomerreces van 2019 met aanbevelingen om het parlementaire
proces te versterken en waar nodig te moderniseren. De leden van de VVD-fractie vragen
zich af de werkgroep op schema loopt en of zij de aanbevelingen inderdaad nog voor
het zomerreces kunnen verwachten.
Tevens constateren de leden van de VVD-fractie dat er een explosieve stijging heeft
plaatsgevonden van het aantal aangevraagde meerderheidsdebatten, spoeddebatten en
dertigledendebatten. Het aantal meerderheidsdebatten is tussen 1 januari 2018 en 1 januari
2019 meer dan verdrievoudigd. Het aantal dertigledendebatten is tussen 1 januari 2018
en 1 januari 2019 meer dan verdubbeld. De leden van de VVD-fractie achten het wenselijk
dat partijen zich zo snel mogelijk eerder buigen over de vraag of het democratische
systeem op deze manier niet vastloopt.
De leden van de VVD-fractie hebben een vraag over de aanpassing van een van de grote
commissiezalen met als doel het duale karakter van onze democratie beter tot uitdrukking
te brengen. De leden constateren dat de aanpassing van deze zaal teniet gedaan is,
en dat deze weer tot de oude stijl is teruggebracht. In de brief wordt gesteld dat
de komende tijd gekeken wordt of de aangepaste zaal nog verder verbeterd kan worden.
Hoe verhoudt dat zich tot het geschrevene in deze brief? Zijn er plannen om verder
te experimenteren met bijvoorbeeld verschillende manieren van debatteren, ook als
de Tweede Kamer tijdelijk verhuist?
Wat betreft de nieuw geïntroduceerde en geïmplementeerde werkwijze voor de vaste Kamer
commissies (KVKO);wordt geconstateerd dat men positief is over het werken met een
jaarplanning. Wel is er behoefte aan meer focus. De leden van de VVD-fractie constateren
dat de succesratio van de nieuwe werkwijze aanzienlijk verschilt per commissie. Hoe
wordt ingezet op het bewerkstelligen van één en dezelfde manier van werken binnen
de commissies door bijvoorbeeld het delen van best practices?
De leden van de SP-fractie constateren dat er een lange lijst is van debatten, zowel
meerderheidsdebatten als dertigledendebatten. Daardoor neemt de effectiviteit van
het aanvragen van een debat af, omdat het heel erg lang kan duren voordat een aangevraagd
debat ingepland kan worden. Hoe ziet het presidium dit? Is dit een probleem? Zijn
er geen mogelijkheden om hier nu al iets aan te doen, vooruitlopend op de uitkomsten
van de werkgroep onder leiding van dhr. Van der Staaij? Deze leden lezen dat debatten
die plaatsvinden in commissiezalen ook volwaardige debatten zijn. Hoe kan de Kamer
dit duidelijker tot uiting brengen?
In dat kader vragen de leden van de SP-fractie ook aandacht voor de inrichting van
commissiezalen. De Troelstrazaal is aangepast, daar kan staand gedebatteerd worden.
Waarom is deze nieuwe opstelling al snel weer ontmanteld? Hoe kan dit? Krijgt deze
nieuwe debatopstelling navolging?
De leden van de SP-fractie constateren tot hun vreugde dat tegenwoordig geregeld fractievoorzitters
vragen stellen in het Vragenuur, ook aan de Minister-President. Dat maakt het Vragenuur
soms net wat attractiever en interessanter. Ook kan het bespreken van politiek actuele
onderwerpen de noodzaak verminderen om hierover nog debatten aan te vragen. Ziet het
presidium deze voordelen ook?
De leden van de SP-fractie constateren voorts dat op stemmingslijsten geregeld brieven
staan van de vaste commissie voor Europese Zaken, waarvan uit de stemmingslijst niet
duidelijk wordt waar het over gaat. Bijvoorbeeld het beëindigen van een parlementair
behandelvoorbehoud. Zou het niet handig zijn om voortaan in èèn zin het onderwerp
op de stemmingslijst weer te geven, zodat duidelijk wordt waarover wordt gestemd?
1.2.3 Reorganisatie Kamerorganisatie
De leden van de VVD-fractie vragen zich af wat de status is van de reorganisatie van
de ambtelijke organisatie. Hoe staat het met de herijking van het bedrijf van de Kamer?
Wat is de tussenbalans van de doorlichting van alle diensten? En hoe zit het met de
inhuur van externen? Neemt het aantal toe of juist af? Wat is hier het beleid?
De leden van de SP-fractie complimenteren het presidium met het terugdringen van de
kosten voor externe inhuur. De Roemernorm wordt inmiddels ruimschoots gehaald. Wordt
er voor gezorgd dat dit de komende jaren ook zo zal blijven?
1.2.4 Informatiepositie Kamer
De VVD-leden constateren dat de media steeds vaker nog voor de Tweede Kamer wordt
geïnformeerd over kabinetsbesluiten. De VVD-fractie vraagt zich af of er stappen worden
ondernomen om dit te voorkomen.
De leden van de CDA-fractie zijn het er van harte mee eens, dat de informatiepositie
van de Kamer een voorwerp van aanhoudende zorg is. Deze leden vinden het dan ook terecht,
dat het presidium aankondigt, dat de aandacht voor de informatiepositie van het parlement
ook het komende jaar centraal blijft staan en dat de aandacht voor de informatiepositie
van het parlement een belangrijke prioriteit is en blijft.
De leden van de CDA-fractie menen, dat het gezien het belang van de problematiek zinvol
is te herhalen wat zij hebben ingebracht in het verslag over de Raming voor 2019:
«De leden van de CDA-fractie kunnen zich goed vinden in de vasthoudendheid waarmee
het presidium de informatiepositie van de Tweede Kamer en de transparantie van het
Kamerwerk ook voor 2019 centraal stelt. Daar is des te meer reden toe nu het hacken
van netwerken een internationale sport lijkt te zijn geworden en zo onze informatiestromen
bedreigt. Daarnaast vraagt ook de problematiek van het nepnieuws aandacht, aangezien
deze trend niet alleen de kiezer op het verkeerde been kan zetten, maar ook tot ondeugdelijke
besluitvorming van regering en parlement kan leiden en zo het vertrouwen van de kiezer
nog meer kan ondermijnen. Overigens zijn deze leden van mening, dat dit nepprobleem
nog in het niet valt bij de gevolgen van informatie-overload. Het ondoenlijk worden
van het kunnen vinden en kennisnemen van gewone relevante informatie, maakt dat grotere
transparantie – zonder flankerend beleid – in plaats van de zaken overzichtelijk te
maken alleen maar leidt tot het transparant maken van onhanteerbaarheid van de beschikbare
informatie. De leden van de CDA-fractie zouden – in lijn met wat zij al sedert 1980
bij eerdere ramingen hebben opgemerkt – gaarne vernemen welke mogelijkheden het presidium
ziet voor zulk noodzakelijk flankerend beleid.»
De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat de beperkte herschikking van personeel
naar aanleiding van de aanbevelingen van de Klankbordgroep Versterking Kennis- en
Onderzoekspositie (KVKO) het probleem van informatie-overload niet zal kunnen oplossen.
Deze leden vragen het presidium aan te geven of er op dit vlak niet ook innovaties
beschikbaar of op komst zijn waarmee de Tweede Kamer op zijn minst zou kunnen experimenteren.
De moties-Van der Molen/Omtzigt (TK 28 362, nrs. 16 en 17), die op 27 november 2018 door de Kamer zijn aangenomen, raken ook direct de informatiepositie
van de Kamer. Bij brief van 19 december 2018 (TK 34 892, nr. 16) meldde het presidium, dat een informatieprotocol ontwikkeld was waarin de begrippen
adequaat en tijdig worden omschreven. Aan dit document werd de laatste hand gelegd,
waarna het aan de Kamer en de regering zou worden gezonden.
In de geleidende brief lezen de leden van de CDA-fractie nu, dat het presidium een
werkgroep (van Kamerleden en ambtenaren) de opdracht heeft gegeven om de uitwerking
van deze moties nader te verkennen en zo nodig voorstellen te doen tot wijziging van
de werkwijze en/of de Regeling vertrouwelijke stukken. Wat is de stand van zaken,
zo vragen deze leden.
In het Verslag over de Raming voor 2019 hebben de leden van de CDA-fractie geconstateerd
dat het kabinet in communicatie met de Kamer soms volstaat met het verwijzen naar
internetpublicaties en de Kamer helemaal niet meer voorziet van een document, of dit
slechts in beperkte vorm doet. Heeft de regering deze handelwijze inmiddels laten
varen en zijn de inmiddels ontstane hiaten hersteld, zo vragen deze leden.
Bij brief van 19 december 2018 (TK 34 892, nr. 16) deed het presidium de toezegging, dat in Parlis standaard informatie zou worden
aangeboden over de appreciatie van moties door de regering. De leden van de CDA-fractie
vragen wat de stand van zaken is met betrekking tot deze toezegging. Overigens waarderen
deze leden het, dat de fracties als dagelijks gebruiker van de Kamerinformatiesystemen
regelmatig betrokken worden bij de verdere ontwikkeling van Parlis.
In het wetgevingsoverleg over de Raming voor 2019 heeft de Voorzitter toegezegd de
Kamer te informeren over de mogelijkheden van een openbare toezeggingenregistratie
(TK 34 892, nr. 15). De leden van de CDA-fractie herinneren in dit verband aan de motie-Amhaouch/Schouten
(TK 34 444, nr. 13), die vroeg om een motievolgsysteem. De leden van de CDA-fractie zijn van mening,
dat de Kamer moet kunnen beschikken over een volwaardig motievolgsysteem dat zowel
politici als burgers in staat stelt te volgen wat er van de uitspraken van de Kamer
geworden is. In 2017 hebben deze leden bij de behandeling van de Raming vrij precies
beschreven aan welke eisen zo’n systeem zou moeten voldoen. Deze leden vragen het
presidium wat de stand van zaken is met betrekking tot de tweede fase van de realisatie
van het motievolgsysteem, die zou bestaan uit een doorontwikkeling van de website
van de Kamer, waarmee ook de buitenwereld over de informatie in Parlis kan beschikken.
Deze leden vragen, of het presidium met deze tweede fase de toegezegde doorontwikkeling
voltooid acht. Deze leden constateren, dat de Tweede Kamer zich «volgend» opstelt.
Als de Minister een brief stuurt naar aanleiding van een motie, dan wordt die in Parlis
gekoppeld aan de betreffende motie, maar als de Minister daarin een toezegging doet,
wie volgt die dan?
De leden van de CDA-fractie vragen, wat de stand van zaken is met betrekking tot het
registreren en opvolgen van toezeggingen. In dit verband verwijzen deze leden naar
het openbare toezeggingensysteem van de Eerste Kamer.
Overigens stellen deze leden het op prijs, dat de Tweede Kamer tegenwoordig een overzicht
op de website heeft van te laat beantwoorde Kamervragen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de verschillende ministeries uiteenlopende
opvattingen hebben over wat adequate informatie aan de Kamer over de uitvoering van
een motie is. Dit blijkt naar het oordeel van deze leden uit de bijlagen bij de memorie
van toelichting op de begroting. Deze leden vragen het presidium bij de regering aan
te dringen op verbetering van de informatie in de bijlage bij de memorie van toelichting
op de begroting, waarbij het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap als voorbeeld
moge dienen.
1.2.5 Werkbeleving en sociale veiligheid
De leden van de VVD-fractie nemen waar dat de brief van de Voorzitter ingaat op de
onderwerpen van werkbeleving en sociale veiligheid en vragen zich af wat de visie
van de Voorzitter is op de onderlinge omgang binnen de Kamer wat betreft ongewenst
gedrag als het gaat om het filmen van andere collega’s, bedreigingen, etc.
De leden van de CDA-fractie onderschrijven de stelling van het Presidium, dat het
belangrijk is dat de Kamer een plek is waar medewerkers hun werk op een prettige en
veilige manier kunnen uitvoeren. Deze leden waarderen het daarom, dat er in 2018 een
werkbelevingsonderzoek onder medewerkers van de Kamer is uitgevoerd, dat betrekking
had op zowel werkbeleving als op ongewenste omgangsvormen. Deze leden vragen op welke
termijn het plan van aanpak wordt uitgevoerd, dat op basis van de uitkomsten van het
werkbelevingsonderzoek is opgesteld. In de geleidende brief ontbreekt een route-tijd-tabel.
De leden van de CDA-fractie hechten eraan, dat het presidium naar aanleiding van de
motie-Biskop (TK 32 531, nr. 14) ook in 2019 en 2020 ruimte biedt voor maatschappelijke stage. In dit verband vragen
deze leden ook naar de mogelijkheden voor invulling van de maatschappelijke diensttijd
in de Tweede Kamer.
1.2.6 Betrokkenheid burgers bij Kamer (transparantie Kamerwerk)
De leden van de VVD-fractie hebben een vraag over de doelen met betrekking tot het
aantal bezoekers aan de Kamer. Er wordt als doel gesteld om meer mensen de Kamer te
laten bezoeken, vooral in aanloop naar de tijdelijke sluiting van de Kamer. De leden
vragen zich af wat de verwachting is voor het totaal aantal bezoekers in de komende
periode. Tevens nemen de leden kennis van het doel alle scholieren minstens één bezoek
aan de Kamer te laten brengen. Hoeveel scholieren zou de Kamer theoretisch gezien
jaarlijks moeten ontvangen? Wordt er bijvoorbeeld gedoeld op een bezoek van alle scholieren
uit een bepaalde groep/klas per jaar?
In het verlengde van hun vragen over de informatiepositie van de Kamer, vragen de
leden van de CDA-fractie ook aandacht voor de informatiepositie van burgers, bedrijven,
organisaties en belangenbehartigers. Deze leden zijn van mening, dat de positie van
deze groepen nog teveel wordt verengd tot bezoekers die een kijkje in de keuken van
de Tweede Kamer mogen nemen. Het werk van de Tweede Kamer is echter slechts één schakel,
terwijl de samenleving de Tweede Kamer wel aanspreekt op het inzichtelijk maken van
de politiek en de besluitvormingsprocessen. Deze leden zijn van mening, dat het beschikbaar
maken van data een belangrijke stap is, maar dat daarmee individuele burgers nog niet
geholpen zijn. Zij weten nog steeds niet wanneer ze, bij welke actor (departementen,
de Raad van State, EU, enz.) in de keten, zich kunnen melden om invloed te kunnen
uitoefenen. De leden van de CDA-fractie hebben onder andere bij de behandeling van
de Archiefwet en de Wet open overheid aangegeven dat openbaarmaking op zichzelf alleen
de gegevensstroom vergroot maar niet per se bijdraagt aan toegankelijkheid en begrijpelijkheid
en daarmee echte transparantie. Deze leden vragen het presidium, of hierin een rol
voor de Tweede Kamer zelf is weggelegd.
Het presidium stelt dat, met de renovatie van het Binnenhof in aantocht, het doel
is om meer mensen de Kamer te laten bezoeken, dus voor we onze deuren tijdelijk sluiten.
De leden van de CDA-fractie vragen, wat precies bedoeld wordt met het «tijdelijk sluiten
van onze deuren». Deze leden vernemen graag, welke doelen het presidium zich stelt
met betrekking tot het bezoek aan de tijdelijke locatie op de Bezuidenhoutseweg.
Het presidium stelt, dat burgers ook «formeel» worden betrokken bij het Kamerwerk,
bijvoorbeeld door de V100, internetconsultaties en webinars door Kamercommissies.
De leden van de CDA-fractie vragen in welke gevallen gebruik is gemaakt van internetconsultatie
en welke resultaten dat heeft opgeleverd.
2. Begrotingstoelichting
2.1 Algemeen
2.1.1 Algemene uitgangspunten
2.1.2 Financiële uitgangspunten
2.1.3 Opbouw
3. Artikel 2: Uitgaven t.b.v. leden en oud-leden Tweede Kamer, alsmede leden van het
Europees Parlement
4. Artikel 3: Wetgeving en controle Tweede Kamer
Over de versterking van de fysieke veiligheid moeten plannen nog worden uitgewerkt.
(zie par. G.) Hierover heeft de VVD-fractie een aantal vragen. Op basis van welke
risicoanalyse worden deze plannen nu verder uitgewerkt, met andere woorden: is de
Tweede Kamer op dit moment voorbereid op een grote calamiteit en/of crisis? Zijn er
aan een nieuw veiligheidsplan extra kosten verbonden en zo ja, hoe vindt dat nog zijn
weerslag in de begroting van de TK? Tot slot, hoe staat het nieuwe veiligheidsplan
in relatie tot de verhuizing? Worden de tijdelijke huisvesting en de veiligheidsvraagstukken
aldaar ook meegenomen in dit plan?
De leden van de CDA-fractie onderschrijven het besluit van het presidium om het Samenwerkingsverband
Beeldleveranties Tweede Kamer (convenant NOS, RTL, RPO, TK) te beëindigen (zie par.
H). Deze leden delen de opvatting van het presidium, dat het wenselijk is om een gelijk
speelveld te creëren voor alle mediapartijen – en niet alleen de partijen die nu deel
uitmaken van het Samenwerkingsverband – met als doel de Kamerwerkzaamheden voor een
zo breed mogelijk publiek zichtbaar en inzichtelijk te maken. Wat is de stand van
zaken met betrekking tot de uitvoering van bedoeld besluit van het presidium op 24 april
2018? Welke afspraken zijn hierover gemaakt met de mediapartijen (vastgelegd in een
regiestatuut en met een adviespositie van het Genootschap van Hoofdredacteuren)?
De leden van de SP-fractie lezen met instemming dat veel zaken belangrijk zijn: de
informatiepositie van de Kamer, de informatiebeveiliging, een veilig werkklimaat voor
iedereen. Dat veel mensen en vooral scholieren de Tweede Kamer bezoeken, etc. Tegelijkertijd
is te lezen dat binnen de apparaatskosten gezocht wordt naar besparingsmogelijkheden.
€ 1 mln. is reeds ingeboekt. Waarom? Waar zullen die naar verwachting terecht komen,
wat zijn de mogelijkheden?
5. Artikel 4: Wetgeving en controle Eerste en Tweede Kamer
6. Staat van de Kamer 2018
De leden van de CDA-fractie stellen het op prijs dat opnieuw een literatuuroverzicht
is toegevoegd aan de Staat van de Tweede Kamer. Deze leden waarderen het ook, dat
het overzicht is voorzien van een duiding van de inhoud. Naar de mening van deze leden
bieden de opeenvolgende jaarlijkse literatuuroverzichten een goed overzicht van het
externe onderzoek naar het functioneren van de Kamer.
De leden van de SP-fractie constateren dat in 2018 een record aantal buitenlandse
werkbezoeken is afgelegd (27). Hoe zinvol zijn al die buitenlandse werkbezoeken en
worden deze steeds kritisch vooraf overwogen en naderhand geëvalueerd?
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.