Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Agema over een ziekenhuis in Amsterdam dat statushouders wil inzetten bij de verpleging
Vragen van het lid Agema (PVV) aan de Minister voor Medische Zorg over een ziekenhuis in Amsterdam dat statushouders wil inzetten bij de verpleging (ingezonden 7 maart 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 27 maart 2019).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het formulier waarmee een recruitmentbureau statushouders zoekt
voor een Amsterdams ziekenhuis?1
Antwoord 1
Ziekenhuizen maken zelfstandig de keuze voor de wijze waarop zij nieuw personeel werven.
Met het huidige tekort aan zorgmedewerkers ligt er een grote opgave voor de werkgevers
in de zorgsector om voldoende nieuwe mensen aan te trekken en het huidig personeel
te behouden. Met het actieprogramma «Werken in de zorg» zet ik hier – samen met de
Minister en de Staatssecretaris van VWS – breed op in. Daarbij hebben wij ook oog
voor de waardevolle bijdrage die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt kunnen
leveren in de zorg. Om die reden worden ook acties ondernomen om mensen met een afstand
tot de arbeidsmarkt in te laten stromen op banen in de zorg. Het gaat hier bijvoorbeeld
om leerlingen van het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs, mensen met
een uitkering, en ook personen met een niet-westerse migratieachtergrond waaronder
statushouders. Mensen die in de regel niet zondermeer in beeld zijn bij werkgevers
maar over voldoende talenten bezitten die in de zorg goed inzetbaar zijn.
Vraag 2
Vindt u het de taak van een ziekenhuis om statushouders op te leiden?
Antwoord 2
Het is de taak van een ziekenhuis om nu en in de toekomst voldoende en goed opgeleid
personeel in dienst te hebben om aan hun zorgplicht te kunnen voldoen. In deze tijd
van arbeidsmarktkrapte is het begrijpelijk en ook heel goed dat ziekenhuizen breder
kijken en zich ook richten op het aantrekken van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt
en hen passende training aanbieden wanneer die bijdraagt aan de inzetbaarheid van
mensen.
Vraag 3
Hoeveel extra geld gaat er naar de taallessen, taalstages en begeleiding van deze
statushouders en wie betaalt dat?
Antwoord 3
De potentiële werknemer is zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de eisen om
het beroep te mogen uitoefenen. Voor deze specifieke functie wordt gevraagd naar de
beheersing van Nederlands het niveau B1 of hoger. Dit staat gelijk aan de taaleis
voor een BIG-registratie volgens het Gemeenschappelijk Europees Opleidingskader voor
verpleegkundigen.
Voor een BIG-registratie moet de statushouder de procedure volgen bij het BIG-register
die alle migrerende beroepsbeoefenaars moeten doorlopen.2 De kosten die hiervoor gemaakt moeten worden zijn voor de statushouder. VWS heeft
geen zicht op eventuele afspraken die werknemers en werkgevers hierover met elkaar
maken.
Vraag 4
Komen Nederlandse kandidaten ook in aanmerking voor een proefplaatsing met behoud
van uitkering? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ja, zie verder antwoord op vraag 1.
Vraag 5, 6
Deelt u de mening dat gewone Nederlanders niet mogen worden gediscrimineerd ten opzichte
van nieuwkomers voor opleidingsplaatsen? Zo nee, waarom niet?
Wanneer gaat u een einde maken aan de voorrangsregelingen voor statushouders?
Antwoord 5, 6
Ik wil extra benadrukken dat iedereen met de juiste competenties meer dan welkom is
om in de zorg te komen werken. Zo zet ik, samen met de Minister en de Staatssecretaris
van VWS, met het actieprogramma ook in op meer herintreders en zij-instromers door
het project «Sterk in je werk» en bied ik met SectorplanPlus ook ondersteuning voor
scholingsactiviteiten gericht op nieuwe medewerkers in de zorg.
In de huidige arbeidsmarkt in de zorg is elke op zijn taak berekende extra zorgverlener
meer dan welkom. Of dit nu een statushouder betreft of iemand met een Nederlands paspoort
is niet relevant. Van een voorrangsregeling is dan ook geen sprake. Wel vraagt dit
soms om gericht initiatief, want bepaalde groepen zijn niet altijd automatisch in
beeld bij de werkgevers of vragen net wat meer ondersteuning. Ik breng dit bij werkgevers
onder de aandacht. De krappe arbeidsmarkt biedt kansen voor iedereen in Nederland
die momenteel aan de kant staat. Deze kansen onbenut laten zou maatschappelijk ongewenst
zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.