Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Lodders en Aukje de Vries over het bericht 'EBRD overweegt opnieuw miljoenenlening MHP'
Vragen van de leden Lodders en Aukje deVries (beiden VVD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Financiën over het bericht «EBRD overweegt opnieuw miljoenenlening MHP» (ingezonden 22 februari 2019).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 25 maart 2019).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «EBRD overweegt opnieuw miljoenenlening MHP»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2 en 4
Klopt het dat de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) voornemens
is het Oekraïense bedrijf MHP 100 miljoen euro te lenen voor de overname van een grote
pluimvee-integratie in Slovenië en een investering hierin? Zo ja, om welke redenen
is de EBRD daarover positief?
Kunt u aangeven onder welke voorwaarden EBRD een dergelijke lening overweegt te geven
aan MHP?
Antwoord 2 en 4
De European Bank for Reconstruction and Development (EBRD) bevestigt dat er een nieuw project van MHP in overweging wordt genomen. Het
project betreft een overname van een grote pluimvee-integratie in Slovenië, Perutnina
Ptuj D.D. MHP heeft een lening van EUR 100 miljoen aangevraagd om 90,69% van de aandelen
van de holding Perutnina Ptuj D.D. aan te kopen. Op de website van de EBRD heeft de
EBRD de samenvatting van het project gepubliceerd (het zogenaamde Project Summary Document (PSD).
2 Omdat het een overname betreft is de EBRD gebonden aan regels ten aanzien van de
omgang met marktgevoelige informatie (zoals vastgelegd in de «Public Information Policy»
3). Op dit moment is de verwachting dat de EBRD dit projectvoorstel in april zal bespreken
met de Raad van Bewindvoerders van de EBRD.
Vraag 3
Kunt u een overzicht verschaffen van alle door de EBRD verschafte leningen aan MHP?
Antwoord 3
De EBRD heeft tot nu toe vier leningen verstrekt aan het Oekraïense kippenbedrijf
MHP. Deze leningen hebben zich gericht op de bevordering van de weerbaarheid van de
agri-foodsector tegen effecten van klimaatverandering (zoals droogte), de efficiëntie
van Oekraïense landbouw en zuinig energieverbruik, en daarmee op de economische en
private sector ontwikkeling van het land en de integratie met de internationale markt.
Een overzicht van de afgegeven leningen:
wanneer
bedrag
Omschrijving
2010
USD 65 mln
Deze lening is gebruikt als werkkapitaal en voor de bouw van de eerste biogasfaciliteit
bij pluimvee boerderij Oril-Leader. Deze faciliteit gebruikt drijvend slib en kippenmest
om energie te produceren en was de eerste biogasfaciliteit in Oekraïne op dat moment.
2013
USD 100 mln
Dit betrof een lening voor de uitbreiding van de agrarische productiebasis in Oekraïne.
2015
EUR 85 mln
Deze lening heeft bijgedragen aan de verwerking van oliehoudende zaden door de lancering
van een nieuwe sojaverwerkingsfabriek, de modernisering van de landbouwuitrusting
voor landbouwmachines, en aan de continuïteit van de financiering van werkkapitaal
voor landbouwactiviteiten in Oekraïne.
2017
EUR 25 mln
Deze lening wordt gebruikt voor de bouw van een 10 MW biogasinstallatie in de Oekraïne,
die kippenmest en andere agrarische residuen van de pluimvee- en graanactiviteiten
zal gebruiken.
Zowel de lening uit 2010 als de lening uit 2013 zijn inmiddels geheel terugbetaald.
Op dit moment is het totale uitstaande obligo op MHP nog USD 22 miljoen van de derde
lening en nog EUR 25 miljoen van de in 2017 verstrekte lening voor de biogasfaciliteit.
Vraag 5
Hoe kijkt u aan tegen het punt van oneerlijke concurrentie, marktverstoring en staatssteun
in dit kader?
Antwoord 5
De EBRD kent uitgebreide richtlijnen voor de beoordeling van projecten voordat financiering
kan worden verstrekt. Binnen de gestelde kaders kunnen bedrijven een aanvraag doen
voor financiering. Een belangrijke voorwaarde voor financiering door de EBRD is dat
een project additioneel moet zijn aan de markt, en dat er dus geen sprake is van marktverstoring.
Het verstrekken van leningen door de EBRD is niet aan te merken als staatssteun, omdat
er geen sprake is van middelen (direct) afkomstig van een staat.
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat MHP vele miljoenen euro’s aan staatssteun heeft ontvangen? Zo
ja, hoeveel heeft MHP aan staatssteun ontvangen en in hoeverre houdt de EBRD daarmee
rekening c.q. moet ze daarmee rekening houden?
Antwoord 6
Zoals bij vraag 5 aangegeven is de lening van de EBRD niet aan te merken als staatssteun.
Vraag 7 en 8
Deelt u de zorgen over de mate en snelheid waarmee MHP, met producten die tegen oneerlijke
standaarden zijn geproduceerd, de Europese markt verovert en is hier sprake van marktverstoring?
Zo ja, wat bent u bereid hier, al dan niet met gelijkgestemde landen binnen de EU,
aan te doen?
Deelt u de zorg dat Nederlandse pluimveehouders nauwelijks op kunnen tegen de concurrentie
van een bedrijf dat lagere standaarden hanteert, veel staatssteun ontvangt en enorme
leningen krijgt? Zo ja, wat kan Nederland hier, al dan niet met gelijkgestemde landen,
aan doen?
Antwoord 7 en 8
Nederland hecht zeer aan het belang van een gelijk speelveld voor Oekraïense en Europese
landbouwproducten: ook voor de productie en afzet van pluimveevlees binnen de EU.
Indien zich een marktverstoring voordoet uit hoofde van een handels- of associatieakkoord
zoekt de Europese Commissie, mede op aandringen van lidstaten, naar een oplossing.
In de beantwoording van de Kamervragen van de leden Futselaar en Leijten (SP)4 is reeds aangegeven dat het kabinet, evenals een aantal andere lidstaten, de grote
hoeveelheid import van pluimveevlees uit Oekraïne voor het nul-tarief onder de GN-codes
0207 13 70 en 0207 14 70 onvoorzien en ongewenst vindt. Het kabinet ondersteunt de
inspanningen van de Europese Commissie om met Oekraïne tot een oplossing te komen
om deze export aan banden te leggen.
Zoals ook aangegeven in antwoorden op Kamervragen van het lid Van Raan (PvdD)5, is het belangrijk te benadrukken dat alle naar de EU geëxporteerde producten, dus
ook het pluimveevlees uit de Oekraïne, moeten voldoen aan Europese eisen op het gebied
van plant- en diergezondheid, voedselveiligheid en etikettering. In de EU geïmporteerde
producten hoeven in het algemeen niet te voldoen aan productie-eisen van de EU, als
houderijsystemen en dierenwelzijnsstandaarden, tenzij er met derde landen afspraken
over zijn gemaakt.
Onder de afspraken in het Associatieakkoord tussen de Europese Unie en Oekraïne is
een afspraak dat Oekraïne zich zal inspannen om zijn sanitaire en fytosanitaire (SPS)
wetgeving in overeenstemming te brengen met die van de EU, waaronder bestaande EU-regelgeving
op het terrein van dierenwelzijn. Tijdens de Europese Unie-Oekraïne Associatieraad
op 17 december 2018 heeft de Europese Commissie Oekraïne opgeroepen om de aanpassingen
van SPS- en dierenwelzijnswetgeving te bespoedigen. In de totstandkoming van de gezamenlijke
EU-positie voor deze Associatieraad heeft het kabinet hier specifiek op aangedrongen.
Vraag 9
Deelt u de mening dat de EBRD – naast het belang van integratie van voormalige communistische
landen in de wereldeconomie – ook rekening moet houden met de standaarden waartegen
een aanvrager produceert en welke invloed de activiteiten van de aanvrager hebben
op het gelijke speelveld in de EU? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze heeft
u dit betrokken bij uw afwegingen in de afgelopen vijf jaar bij de betreffende besluitvorming?
Antwoord 9
De EBRD richt zich op de ontwikkeling van de private sector in de operatielanden en
hanteert strikte kaders die ervoor moeten zorgen dat de EBRD geen activiteiten ondersteunt
die marktverstorend werken. Ook hanteert de EBRD strikte voorwaarden onder de Environmental en Social Policy waaraan projecten worden getoetst, om te zorgen dat deze voldoen aan gestelde milieu
en dierenwelzijnstandaarden.6
Vraag 10
Bent u bereid binnen de EBRD uw zorgen te uiten over de activiteiten van MHP, aangezien
Nederland zich eerder van stemming heeft onthouden bij een EBRD-lening voor MHP? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 10
Nederland heeft vanaf 2015, na de Motie Ouwehand en Thieme7, niet meer ingestemd met nieuwe financiering aan MHP vanuit de internationale financiële
instellingen. De vorige Minister van Financiën heeft n.a.v. deze motie een brief gestuurd
naar de Tweede Kamer waarin hij heeft aangegeven de Bewindvoerder te hebben geïnstrueerd
om geen nieuwe leningen aan MHP meer namens Nederland goed te keuren.8 Tijdens de besprekingen van de Raad van Bewindvoerders van de EBRD in 2015 en 2017
over nieuwe financiering aan MHP heeft Nederland daarom niet ingestemd, maar zich
onthouden van stem, en een kritisch geluid geuit en zorgpunten, over met name milieu
en dierenwelzijnstandaarden, aangekaart.
Wanneer nieuwe financiering vanuit de EBRD aan MHP voorgelegd zal worden aan de Raad
van Bewindvoerders van de EBRD zal de bewindvoerder namens Nederland deze zorgpunten
opnieuw opbrengen en in lijn met de motie niet instemmen met het afgeven van een nieuwe
lening.
In de EBRD gaat de goedkeuring van financiering echter op basis van de instemming
van de meerderheid en de projecten hebben in het verleden derhalve doorgang gevonden.
Vraag 11
Klopt het daarnaast dat de Europese Commissie op 22 februari 2019 met Oekraïne spreekt
over het gesloten associatieverdrag en bent u bereid de Europese Commissie op te roepen
om de zorg over de rol van MHP en diens marktverstorende activiteiten over te brengen
en te verkennen hoe goede afspraken gemaakt kunnen worden die een gelijk speelveld
beschermen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
De Raad heeft aan de Europese Commissie het mandaat verleend om onderhandelingen met
Oekraïne te starten over een beperkt deel van het Associatieverdrag. Doel is om de
onvoorziene export van kippenborst met een stuk vleugel tegen een nul tarief aan banden
te leggen. Dit product was niet opgenomen in het tarief quotum voor pluimveevlees,
en bedrijven hebben hier op een creatieve wijze gebruik van gemaakt. Om dit «gat»
in het tariefquotum te dichten wil de Europese Commissie de tarieflijnen van het product
toevoegen aan het oorspronkelijke quotum, waardoor het totale quotum verhoogd wordt.
De Europese Commissie heeft op 18 januari en op 22 februari jl. met Oekraïne over
de markttoegang van pluimveevlees gesproken. Het kabinet heeft meermaals in het Handelspolitieke
comité benadrukt dat het van belang is om spoedig een oplossing te vinden voor de
overmatige export van kippenvlees en zal dit blijven doen. Ik verwijs hiervoor ook
graag naar het antwoord op de Kamervragen van de leden Futselaar en Leijten (SP)9.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.