Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Moorlag en Ploumen over landbouwgif in Drenthe
Vragen van de leden Moorlag en Ploumen (beiden PvdA) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor Medische Zorg over landbouwgif in Drenthe (ingezonden 7 maart 2019).
Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen
22 maart 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Bij de buren van de lelieteler daalt een nevel van pesticiden
op de trampoline neer» en het bericht «Drentse burgers meten landbouwgif in bodem
en vinden 57 middelen»?1 2
Vraag 2
Vindt ook u het begrijpelijk dat burgers ongerust en bevreesd voor hun gezondheid
en welbevinden zijn als er in de bodem en groenten in hun tuin 57 bestrijdingsmiddelen
worden aangetroffen? Zo ja, waarom en wat gaat u doen om de vrees weg te nemen? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 3
Waarom moeten bewoners zelf zorgen voor onderzoek naar chemische stoffen in de bodem
en gewassen in hun buurt, in welke gevallen moet een overheidsinstelling die verantwoordelijkheid
nemen, welke instelling is dat en waarom was daar in dit geval geen sprake van?
Vraag 4
Acht u het mogelijk dat de uitbreiding van landbouwareaal voor de teelt van lelies
en andere bloemen in Drenthe voor meer gezondheidsrisico’s kan gaan zorgen? Zo ja,
betekent dit dat die groei beperkt moet gaan worden dan wel dat er strengere eisen
aan het gebruik van bestrijdingsmiddelen moeten worden gesteld en hoe gaat u daarvoor
zorgen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de zorgen van de in het artikel genoemde hoogleraar toxicologie van de Universiteit
Utrecht over het feit dat er een variëteit aan stoffen is gevonden, over de vermenging
van deze stoffen in de bodem en over de mogelijke risico’s van opstapeling van de
bestrijdingsmiddelen? Zo ja, waarom en welke gevolgen verbindt u daaraan? Zo nee,
waarom deelt u die zorgen niet?
Vraag 6
Deelt u de mening van de in het artikel genoemde hoogleraar dat «het de hoogste tijd
[is] dat er internationaal afspraken worden gemaakt over de milieulast van pesticiden
in de grond», waarbij er niet alleen naar individuele stoffen moet worden gekeken
maar ook «naar het stapeleffect van de verschillende gewasbeschermingsmiddelen die
gelijktijdig worden toegepast in de landbouw»? Zo ja, hoe gaat u zich hiervoor inzetten?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Deelt u ook de mening van de genoemde hoogleraar bodemdegradatie en landbeheer aan
de Wageningen Universiteit dat onderzocht moet worden welke risico’s omwonenden lopen
door de verspreiding van pesticiden? Zo ja, wilt u het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM) en/of de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) onderzoek laten doen
om vast stellen of en in welke mate er gevaren zijn voor de volksgezondheid en de
omwonenden, en de Kamer daarvan op de hoogte stellen? Zo nee, weet u al wat de korte-
en langetermijngezondheidseffecten van de aangetroffen stoffen kunnen zijn en wat
zijn die effecten dan?
Mededeling
Op 7 maart 2019 hebben de leden Moorlag en Ploumen (beiden PvdA) vragen gesteld over
«landbouwgif in Drenthe» met kenmerk 2019Z04453. Vanwege de voor de beantwoording benodigde interdepartementale afstemming kunnen
deze vragen niet binnen de gebruikelijke termijn van drie weken worden beantwoord.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden, voorafgaand aan het
AO Gewasbescherming.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.