Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Berg, Kuik en Agnes Mulder over het verdwijnen van de spoedeisende zorg in Hoogeveen en Stadskanaal
Vragen van de leden Van den Berg, Kuik en AgnesMulder (allen CDA) aan de Minister voor Medische Zorg over het verdwijnen van de spoedeisende zorg in Hoogeveen en Stadskanaal (ingezonden 14 februari 2019).
Antwoord van Minister Bruins (Medische Zorg) (ontvangen 20 maart 2019)
Vraag 1
Heeft u er kennis van genomen dat de spoedeisende hulp in Stadskanaal en Hoogeveen
gaan verdwijnen?1
Antwoord 1
Zoals ik in mijn Kamerbrief van 12 februari jongstleden (Kamerstuk 31 016, nr. 192) heb aangegeven, heeft een «kernteam» bestaande uit de ziekenhuizen Ommelander Ziekenhuis
Groningen, Treant en Wilhelmina Ziekenhuis Assen, Huisartsenzorg Drenthe (HZD), en
zorgverzekeraars Menzis en Zilveren Kruis zich gebogen over de toekomst van het ziekenhuislandschap
in Drenthe en Zuidoost-Groningen en op 11 februari jl. hun gezamenlijk plan voor de
regio openbaar gemaakt. Onderdeel van dit plan is onder meer dat de complexe ziekenhuiszorg
wordt geconcentreerd in Assen, Emmen en Scheemda. In Stadskanaal en Hoogeveen kunnen
patiënten terecht voor alle planbare zorg: poliklinische zorg, diagnostiek, dagbehandeling
en kortdurende opnames op weekdagen. Voor eenvoudige spoedvragen (zoals verwondingen,
eenvoudige fracturen, diverse sportletsels en röntgenfoto’s) kunnen patiënten overdag
en in de avond, doordeweeks en in het weekend, terecht bij spoedposten in Hoogeveen
en Stadskanaal; daar zal geen 24/7 SEH meer zijn.
Zoals ik ook in mijn brief van 12 februari jl. heb aangegeven is dit plan dat het
kernteam heeft gepresenteerd nadrukkelijk een plan, en geen besluit. Hoewel de betrokken
partijen begrijpen dat eenieder graag snel duidelijkheid wil krijgen over de toekomst
van de zorg in de regio, wil men ook ruimte geven voor dialoog. Deze zomer wil het
kernteam tot een definitief besluit komen over de toekomst van de ziekenhuiszorg in
de regio. De uitvoering van het plan zal naar verwachting enkele jaren gaan duren.
Het is de bedoeling na de zomer van 2019 de eerste stappen te zetten.
Vraag 2
Kunt u het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een bereikbaarheidsanalyse
Spoedeisende Hulp (SEH’s) bij sluiting van de spoedeisende hulp in Stadskanaal en/of
Hoogeveen laten uitvoeren, op dezelfde wijze als de analyse die onlangs is gemaakt
bij een (mogelijke) sluiting van Bronovo en/of Haaglanden Medisch Centrum (HMC) Westeinde?2
Antwoord 2
Ik heb het RIVM een dergelijke analyse laten maken. Zoals ik in mijn Kamerbrief van
12 februari jl. heb geschreven heeft het RIVM mij laten weten dat bij sluiting van
de SEH’s in Hoogeveen en Stadskanaal de SEH’s in Assen, Emmen en Scheemda nog steeds
binnen de daarvoor geldende norm voor de spreiding en beschikbaarheid van SEH’s (de
«45 minuten-norm») bereikbaar zijn. Ook ontstaan er geen nieuwe «gevoelige ziekenhuizen».
Ter informatie stuur ik de Kamer hierbij de analyse van het RIVM toe.3
Vraag 3
Klopt het dat met de sluiting van de twee SEH’s de aanrijtijd van ambulances in Oost-Groningen
en Drenthe oploopt naar 14 tot 17 minuten? Op welke wijze wordt gegarandeerd dat in
deze regio de aanrijtijd beneden de norm van 15 minuten aanrijtijd blijft?
Antwoord 3
De komende maanden zal het plan nader worden uitgewerkt. Dan zal ook blijken wat de
gevolgen van de sluiting van deze SEH’s voor de ambulancediensten UMCG Ambulancezorg
(Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Drenthe) en Ambulancezorg Groningen (Regionale
Ambulance Voorziening (RAV) Groningen) precies zijn. Belangrijk is dat in dit proces
de kwaliteit en continuïteit van de acute zorg in de regio worden geborgd; er actief
op sturen dat de aanrijtijden – conform vigerende regels – binnen de 15 minuten-norm
blijven maakt daar onderdeel van uit, maar er is meer dat van belang is.
Ik heb van de ambulancediensten begrepen dat zij intern met een onderzoek bezig zijn
om te achterhalen welke effecten een sluiting van de SEH’s op de genoemde locaties
heeft op de responstijden (aanrijtijden), het aantal benodigde ambulances en medewerkers
en de locaties van de ambulanceposten.
Daarnaast zal de «regiegroep» – het kernteam, aangevuld met een aantal belangrijke
stakeholders uit de acute zorg, waaronder de Regionale Ambulance Voorzieningen (RAV’s),
zie mijn brief van 12 februari jongstleden – de dialoog met alle betrokken partijen
in de acute zorgketen voeren en onder meer (in lijn met de Concept algemene maatregel
van bestuur beschikbaarheid acute zorg) een continuïteitsplan acute zorg opstellen.
De IGJ en NZa zullen het proces de komende maanden volgen en de borging van de kwaliteit
respectievelijk continuïteit van de zorg toetsen.
Vraag 4
Op welke wijze is het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) Ambulancezorg
betrokken bij het toekomstplan voor zorg in de regio Drenthe en Zuidoost-Groningen?
Antwoord 4
UMCG Ambulancezorg en Ambulancezorg Groningen (de RAV’s van Drenthe en Groningen)
zitten om tafel in het regieteam (zie ook mijn antwoord op vraag4. De RAV’s hebben mij laten weten dat de partijen constructieve gesprekken met elkaar
voeren en goed in beeld brengen wat de effecten op de diensten die zij moeten leveren
aan de patiënten zijn, als het zorglandschap gaat veranderen.
Vraag 5
Kunt u ingaan op de zorgen die UMCG Ambulancezorg in een brief aan de ziekenhuizen
en zorgverzekeraars heeft geuit, en dan vooral de zorgen over de te hoge snelheid
waarmee veranderingen worden doorgevoerd?5
Antwoord 5
De brief van UMCG Ambulancezorg waar u aan refereert is geschreven vóór het plan van
het kernteam tot stand is gekomen. Naar aanleiding van deze brief heeft het kernteam
de RAV’s in Groningen en Drenthe uitgenodigd om mee te denken bij de uitwerking van
het plan en deel te nemen in het regieteam.
Zoals ik al heb aangegeven gaat de uitvoering van het plan enkele jaren duren en zullen
de eerste stappen pas gezet worden na de zomer. Afgesproken is dat die eerste stappen
ook pas gezet worden als de ambulancediensten de kans hebben gehad om de zorg en de
diensten die zij leveren daarop aan te passen. Zie in dit verband ook mijn antwoord
op vraag 3, waarin ik heb aangegeven dat er een continuïteitsplan voor de acute zorg
moet worden opgesteld, en dat de IGJ en NZa het proces de komende maanden zullen volgen
en de borging van de kwaliteit respectievelijk continuïteit van de zorg zullen toetsen.
Vraag 6
Klopt het dat het kernteam dat heeft samengewerkt met adviesbureau Gupta voor het
plan voor de zorg in de regio Drenthe en Zuidoost-Groningen bestaat uit zorgverzekeraars,
huisartsen en ziekenhuizen?6
Antwoord 6
Zie mijn antwoord op vraag 1.
Vraag 7
Deelt u de mening dat ook regionale bestuurders betrokken hadden moeten worden bij
het ontwikkelen van een toekomstplan voor de zorg in de regio? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Op basis van de informatie waar ik over beschik ben ik van oordeel dat het kernteam
alle partijen in de regio, waaronder ook de gemeenten, goed bij dit traject betrekt.
Het kernteam is mede op basis van gesprekken met hen tot het onderhavige plan gekomen
en gaat, zoals ik ook in mijn brief van 12 februari jl. heb aangegeven, de komende
maanden nader in gesprek met medewerkers, patiënten, zorgaanbieders, overheden en
inwoners over het plan dat het heeft ontwikkeld. In dit proces wil het kernteam alle
ruimte geven voor dialoog. Men wil niet alleen informeren, maar consulteren. Men wil
luisteren naar de zorgen en behoeftes van eenieder, opdat deze kunnen worden meegenomen
in het besluitvormingsproces. Hierbij wil het kernteam de Concept algemene maatregel
van bestuur beschikbaarheid acute zorg (Kamerstuk 29 247, nr. 264) volgen. Zie verder ook mijn brief van 12 februari jl.
Vraag 8
Op welke wijze worden de ziekenhuizen in Assen, Emmen en Scheemda anders ingericht
om het grotere aantal patiënten op te kunnen vangen?
Antwoord 8
Deze ziekenhuizen worden passend ingericht om het aantal patiënten dat verwacht wordt
op te kunnen vangen. Dit zal de komende maanden nader worden uitgewerkt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B.J. Bruins, minister voor Medische Zorg
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.