Schriftelijke vragen : De twee vliegtuigongelukken met de Boeing 737 MAX
Vragen van het lid RemcoDijkstra (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de twee vliegtuigongelukken met de Boeing 737 MAX (ingezonden 18 maart 2019).
Vraag 1
Waarom hebben de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de European Union Aviation
Safety Agency (EASA) ervoor gekozen om het luchtruim per direct te sluiten en geen
rekening te houden met vliegtuigen die al onderweg waren naar Schiphol, dit in tegenstelling
tot autoriteiten in andere landen?
Vraag 2
Waarom is er geen notificatie ingesteld of een bericht waardoor luchtvaartmaatschappij
TUI had kunnen anticiperen?
Vraag 3
In welke mate was er sprake van acuut gevaar dat deze vliegende toestellen die onderweg
waren vanuit Egypte en Gambia direct halverwege een vliegveld moesten vinden? Was
het echt nodig om de vlucht af te breken, met alle ellende voor passagiers van dien,
of had men veilig door kunnen vliegen naar Schiphol? Of was er sprake van dat elders
het luchtruim al dicht was waardoor dat lastig zou zijn geweest?
Vraag 4
Deelt u de mening van TUI dat er hier sprake is van overmacht?
Vraag 5
Hoe snel en accuraat schakelt de ILT in deze, zeker als vliegtuigen in de lucht zijn?
Vindt de communicatie plaats met een luchtvaartmaatschappij als iedere minuut relevant
is? In hoeverre wordt actuele en consistente informatie afgegeven door de overheid
aan partijen waardoor er geen misverstanden kunnen ontstaan?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het de leden Amhaouch
(CDA) en Paternotte (D66), ingezonden 14 maart 2019 (vraagnummer 2019Z05086).
Indieners
-
Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
R.J. (Remco) Dijkstra, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.