Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over de marktstabiliteitsreserve en het annuleren van emissierechten bij sluiting van kolencentrales
Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het vernietigen van emissierechten en het waterbedeffect (ingezonden 27 februari 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 18 maart 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u tijdens het debat over het Klimaatakkoord op 5 februari 2019
het volgende zei: «Het enige nadeel van het niet meer bestaan van dat waterbedeffect,
is dat het benutten ervan dan ook tijdelijk niet gaat. Vroeger konden we CO2 besparen door rechten door de shredder te duwen. Nu ze al automatisch door de shredder
gaan, helpt dat niet meer»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het artikel «New EU ETS Phase 4 rules temporarily puncture waterbed»
uit Nature waarin staat omschreven hoe invoering van de «Market Stability Reserve»
(MSR) het waterbedeffect wel deels laat verdwijnen, maar uiteindelijk weer terug laat
komen?1 Deelt u het inzicht dat het waterbedeffect niet geheel is verdwenen en dat het waterbedeffect
halverwege fase 4 weer volledig terug is? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Ik ben bekend met het artikel uit Nature. Ik deel het inzicht dat het waterbedeffect
niet geheel voor de vierde fase is verdwenen. De mate waarin het waterbedeffect in
de tweede helft van de vierde handelsperiode (2021–2030) terugkeert, hangt met name
af van de ontwikkeling van het overschot aan emissierechten op de markt. Een overschot
van emissierechten op de markt leidt er toe dat vrijkomende emissieruimte niet direct
wordt gebruikt om elders emissies te doen toenemen en de MSR, zo lang het overschot
boven de drempelwaarde blijft, emissierechten op de markt blijft opnemen. Daarbij
is het goed denkbaar dat bij de herziening van de regels van de MSR in 2022, tot een
lagere drempelwaarde wordt besloten, waardoor voor een nog langere periode de MSR
emissierechten opneemt. Tenslotte kan de EU besluiten, zoals Nederland voorstaat,
haar broeikasgasreductiedoel voor 2030 te verhogen en dit te koppelen aan verdere
verhoging van het reductiedoel voor het ETS. Hierdoor kan vrijgekomen emissieruimte
ten gevolge van het waterbedeffect alsnog worden verwijderd.
Vraag 3
Deelt u het inzicht dat het daarom verstandig is om kolencentrales zo snel mogelijk
te sluiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Bij het bepalen van het tempo voor de uitfasering van het gebruik van kolen bij de
elektriciteitsproductie spelen meerdere overwegingen een rol. In de memorie van toelichting
bij het wetsvoorstel voor een verbod op het produceren van elektriciteit met behulp
van kolen, worden de door het kabinet gekozen overgangstermijnen waarna er geen kolen
meer gebruikt kunnen worden voor elektriciteitsproductie nader toegelicht. Het wetsvoorstel
en de memorie van toelichting zullen op korte termijn bij uw Kamer aanhangig worden
gemaakt.
Vraag 4
Deelt u het inzicht dat wanneer een emissierecht wordt geannuleerd dit uiteindelijk
voor minder emissierechten zorgt binnen de MSR, waarbij één geannuleerd recht in 2019
zorgt voor 0.24 minder «allowances» in de MSR in 2020? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Ik deel het inzicht dat het annuleren van emissierechten leidt tot de opname van minder
emissierechten in de MSR.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het annuleren van emissierechten om bovenstaande reden nog steeds
relevant is bij het sluiten van kolencentrales omdat dit uiteindelijk leidt tot een
lager emissieplafond? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De MSR, en het vernietigen van emissierechten in de MSR vanaf 2023, vermindert het
effect van het annuleren van emissierechten, zoals ook het artikel in Nature laat
zien. De mate waarin het annuleren van emissierechten een effect heeft, is afhankelijk
van de marktontwikkelingen, mogelijke nieuwe regels voor de MSR en eventuele ophoging
van het Europese reductiedoel voor 2030. Weliswaar kan door het annuleren van emissierechten
direct het emissieplafond worden verlaagd, maar aan het kopen of minder veilen van
emissierechten om deze vervolgens te kunnen annuleren, zijn aanzienlijke kosten verbonden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.