Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over het bericht dat jongeren vaak ten onrechte worden opgesloten in isoleercellen
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat jongeren vaak ten onrechte worden opgesloten in isoleercellen (ingezonden 8 februari 2019).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 maart
2019). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018–2019, nr. 1719.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Jongeren vaak ten onrechte opgesloten in isoleercel»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Bent u ook geschrokken van het feit dat de mentale gezondheid van jongeren ernstig
geschaad wordt door zinloze isolering als gevolg van een ernstig tekort aan jeugdzorgmedewerkers?
Zo ja, welke concrete nieuwe maatregelen gaat u nemen om dit personeelstekort op te
lossen?
Deelt u de mening van veel experts dat het isoleren van mensen vaak een negatief effect
op de onderliggende problematiek? Zo nee, hoe legt u dan uit dat juist in de isoleercel
zich de meeste agressie-incidenten voordoen? Zo ja, op welke manier brengt u dit in
de praktijk?2
Antwoord 2, 3
Om schadelijke en traumatiserende effecten van gedwongen afzonderen te voorkomen,
heb ik april vorig jaar – samen met gemeenten en jeugdhulpinstellingen, in het programma
Zorg voor de Jeugd – de ambitie neergelegd om te stoppen met gedwongen afzonderen.
Jeugdzorg Nederland is vorig jaar in samenwerking met alle jeugdzorgplusaanbieders
gestart met het opstellen van een uniforme, breed gedragen definitie en interpretatie
van gedwongen afzonderen. Eind mei zal door een nulmeting bekend zijn hoeveel jongeren
in de Jeugdzorgplus gedwongen worden afgezonderd. Ook werk ik samen met de sector
aan een plan voor passende zorg voor de meest kwetsbare jongeren; hierin is ook aandacht
voor het terugdringen van het aantal gedwongen afzonderingen.
Tevens is de IGJ een toezichtproject gestart waarin speciale aandacht is voor dit
onderwerp. In het eerste kwartaal van 2019 zullen alle gesloten jeugdhulp instellingen
bezocht worden, met als focus het terugdringen van repressieve en vrijheidsbeperkende
maatregelen. De rapportage hierover is in juni dit jaar voorzien. Mocht er een verband
bestaan tussen tekort aan jeugdzorgmedewerkers en het plaatsen in gedwongen afzondering,
dan zal dit in dit toezichtproject aan het licht komen. Ik neem het tekort aan jeugdzorgmedewerkers
serieus. Daarom hebben de Minister voor Medische Zorg, de Staatssecretaris van VWS
en ik in november 2018 de publiekscampagne «Ik Zorg» gelanceerd3.
Vraag 4
Op welke manieren zet u zich in om het aantal isoleerincidenten te verlagen? Bent
u op de hoogte van initiatieven die dit als doel hebben, waar bijvoorbeeld het «high
en intensive care-model» wordt toegepast? Zo ja, hoe ondersteunt u deze initiatieven?
Antwoord 4
Ik ben op de hoogte van dergelijke initiatieven. Op verzoek van uw Kamer heb ik budget
vrijgemaakt om initiatieven die werken volgens het high-intensive care en high-safety-model
en soortgelijke initiatieven te stimuleren om intensieve zorg met een andere manier
van beschermen te ontwikkelen voor kwetsbare jongeren4.
Vraag 5
Bent u het eens met de stelling dat repressie in strijd is met kinderrechten? Zo nee,
waarom bent u van mening dat het opsluiten van jongeren zonder geldige reden gerechtvaardigd
is?
Antwoord 5
Het opsluiten van jongeren zonder geldige reden is nooit gerechtvaardigd. Zoals de
in het artikel van de Nos.nl aangehaalde psycholoog en onderzoeker De Valk aangeeft,
kan het gebruik van de isoleercel in de gesloten jeugdhulp in de praktijk soms in
strijd zijn met kinderrechten. De vrijheidsbeperkende maatregelen die op grond van
de Jeugdwet toegepast worden, moeten altijd noodzakelijk zijn om de met de jeugdhulp
te bereiken doelen te kunnen bereiken. Het plaatsen van een jongere in een isoleercel
met als doel hem te straffen, valt daar niet onder en is daarom niet toelaatbaar.
Maar een tijdelijke plaatsing in afzondering kan wel noodzakelijk zijn als bijvoorbeeld
de veiligheid van hulpverleners of andere jongeren in de instelling in het geding
is. De Jeugdwet biedt daarvoor het juridische kader. De afzondering is bedoeld als
uiterste maatregel, die toegepast wordt als niet met minder ingrijpende maatregelen
kan worden volstaan, zoals een jongere uit de situatie te halen door met hem of haar
naar buiten te gaan. De Jeugdwet bepaalt niet dat afzondering moet plaatsvinden in
een specifieke ruimte. Het kan gaan om een speciale afzonderingsruimte, maar ook om
de eigen kamer van de jeugdige. In elke situatie zullen de betrokken professionals
een verantwoorde afweging moeten maken. Zij kunnen ook een interne overplaatsing of
overplaatsing naar een andere gesloten accommodatie overwegen. Daarnaast kan afgewogen
worden of het goed is dat tijdens de afzondering een medewerker bij de jeugdige blijft.
Vraag 6
Deelt u de mening dat jeugdzorginstellingen, net zoals verschillende ggz-instellingen
die laten zien dat het mogelijk is5, maatregelen moeten nemen om het aantal separaties naar nul te brengen? Zo ja, hoe
stimuleert u deze hoogst noodzakelijke doelstelling? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ja, ik ben van mening dat dit mogelijk is. Er moeten en worden maatregelen genomen
om het aantal plaatsingen in gedwongen afzondering naar nul te brengen. Hoe ik dit
stimuleer, geef ik aan in het antwoord op vraag 2 en 3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.