Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over Vermillion die bij Woerden naar olie wil boren
Vragen van lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over Vermillion die bij Woerden naar olie wil boren (ingezonden 12 februari 2019).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 8 maart 2019).
Vraag 1
Kent u het artikel «Vermilion heeft plannen voor tweede boorput»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is de benodigde vergunningsaanvraag voor deze boorput al verricht? Zo ja, wanneer?
Gaat u deze vergunning verlenen?
Antwoord 2
In 1986 heeft NAM een proefboring verricht in het Papekopveld bij Woerden. NAM heeft
toen aardolie en aardgas aangetroffen, maar kwam tot de conclusie dat het vanuit economisch
perspectief niet aantrekkelijk was om dit te winnen. NAM heeft de opsporingsvergunning
– ofwel concessie – daarna overgedragen aan Northern Petroleum Nederland (NPN). NPN
heeft in 2005 een evaluatie van het Papekopveld uitgevoerd en achtte op basis daarvan,
mede door de gestegen olieprijs, de ontwikkeling van het veld economisch aantrekkelijk.
In 2006 heeft NPN een winningsvergunning voor het Papekopveld verkregen en in 2009
is het winningsplan goedgekeurd. Het winningsplan van NPN ging uit van een gefaseerde
ontwikkeling van het veld, die primair op de winning van aardolie was gericht. NPN
heeft haar plan echter niet verwezenlijkt en in 2014 zijn de vergunningen overgenomen
door Vermilion Oil & Gas Netherlands (Vermilion).
Het winningsplan voor het Papekopveld is te vinden op www.nlog.nl. Zoals bij de beantwoording van eerdere vragen van leden van de SP, ChristenUnie
en GroenLinks is aangegeven, moet Vermilion – als ze het Papekopveld in productie
wil nemen – een geactualiseerd winningsplan indienen waar ik goedkeuring aan moet
verlenen en moet Vermilion een omgevingsvergunning aanvragen voor de bovengrondse
installaties (Kamerstuk 33 529, nrs. 146 en 203 en Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016–2017, nr. 2145). Vermilion heeft op dit moment bij mij geen geactualiseerd winningsplan ingediend
of een omgevingsvergunning aangevraagd voor de winning van aardolie of aardgas in
het Papekopveld.
Vraag 3 en 4
Op welke plekken in Nederland wordt op deze manier al olie gewonnen? Waar gebeurt
dit in Europa? Waar gebeurt dit wereldwijd?
Wat zijn de ervaringen van omwonenden van deze winningslocaties in Nederland, Europa
en de wereld?
Antwoord 3 en 4
Met de productie van aardolie kan er aardgas mee komen. Met de in het artikel bedoelde
techniek wordt dit aardgas weer geïnjecteerd in hetzelfde veld om de druk in het reservoir
op peil te houden en daarmee de oliewinning te optimaliseren; in het artikel lijkt
gesproken te worden over een ander gasveld, maar dat is niet logisch. Het artikel
suggereert dat dit een relatief nieuwe techniek is die elders in Nederland ook wordt
toegepast. Ik heb echter van TNO begrepen dat deze techniek niet nieuw is en al decennia
wereldwijd wordt toegepast (Noorwegen, Engeland, Denemarken, USA, Canada, Midden-Oosten
etc.). In Nederland wordt nergens olie gewonnen met behulp van gasinjectie. Vermilion
heeft mij niet kenbaar gemaakt deze manier van oliewinning uit het veld te willen
toepassen. Een overzicht van ervaringen van omwonenden bij alle locaties in de wereld
zal een uitgebreid onderzoek vergen, wat gezien het gebrek aan signalen dat Vermilion
deze techniek zal toepassen, niet gerechtvaardigd is.
Vraag 5
Wat zijn de gevolgen voor de bodem, voor het leven onder en boven de grond en wat
zijn de gevolgen voor het drinkwater?
Antwoord 5
Bij een concreet winningsplan toets ik of het in het winningsplan aangeduide gebied
geschikt wordt geacht voor de in het winningsplan vermelde activiteit. Bij die toets
wordt de veiligheid voor omwonenden en het voorkomen van schade aan bouwwerken in
het gebied meegenomen, evenals ander gebruik van de ondergrond en de gevolgen voor
natuur en milieu. Zo wordt, afgaande op de ligging van het gasveld ten opzicht van
Natura 2000-gebieden en beschermingsgebieden voor drinkwaterwinning, beoordeeld of
de aardgaswinning effecten heeft op deze gebieden. Zie ook mijn eerdere beantwoording
op Kamervragen van het lid Dik-Faber (Aanhangsel Handelingen II 2017–2018, nr. 2648).
Vraag 6
Hoe zit het bij een Canadees bedrijf werkzaam in Nederland met de verantwoordelijkheid
voor schade? Bouwt Vermillion een fonds op waarmee oplossingen voor eventuele nadelige
gevolgen betaald kunnen worden? Bent u bereid dit dwingend aan Vermillion voor te
schrijven?
Antwoord 6
In mijn beantwoording van de Kamervragen van het lid Dik-Faber (Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2017–2018, nr. 2648) ben ik uitgebreid ingegaan op de financiële situatie van Vermilion. Vermilion moet
financieel in staat zijn om de activiteiten die zijn opgenomen in de opsporings- en
winningsvergunningen naar behoren te verrichten en om eventuele financiële verplichtingen
uit aansprakelijkheden door de mijnbouwactiviteiten te kunnen dragen. De creditrating
van de moedermaatschappij kan een rol spelen bij de beoordeling van de financiële
capaciteit van een mijnbouwonderneming om aan wettelijke en financiële verplichtingen
te voldoen, maar een mijnbouwonderneming kan ook op andere manieren aantonen voldoende
financieel draagkrachtig te zijn. De wijze waarop Vermilion in Nederland mijnbouwactiviteiten
verricht en van plan is toekomstige activiteiten te verrichten, geeft mij geen aanleiding
om te twijfelen aan de financiële draagkracht van Vermilion.
Mocht Vermilion – wat ik gebaseerd op de financiële positie niet verwacht – door onvoorziene
omstandigheden niet meer in staat zijn om aan de verplichtingen tot schadevergoeding
te voldoen, dan kan een burger bij wie schade is opgetreden, op basis van de Mijnbouwwet
(artikel 135) een beroep doen op het Waarborgfonds mijnbouwschade.
Op dit moment werk ik aan een landelijk schadeprotocol en het instellen van een commissie
voor de afhandeling van mijnbouwschade buiten het Groningse gasveld en Norg. Hier
heb ik uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg van 7 februari 2019 over geïnformeerd.
Dit landelijke schadeprotocol en de afhandeling van eventuele schade zal ook gaan
gelden voor de activiteiten die Vermilion uitvoert.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.