Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hul en Moorlag over het bericht ‘Kritiek op Booking.com om aanbieden van bedden in Israëlische nederzettingen’
Vragen van de leden Van den Hul en Moorlag (beiden PvdA) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Kritiek op Booking.com om aanbieden van bedden in Israëlische nederzettingen» (ingezonden 1 februari 2019).
Antwoord van Minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking), mede
namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Economische Zaken
en Klimaat (ontvangen 13 maart 2019).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Kritiek op Booking.com om aanbieden van bedden in Israëlische nederzettingen» (NRC, 29 januari 2019) en
het rapport van Amnesty International van 30 januari 2010 «Destination: Occupation»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat de nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever volgens internationaal
recht illegaal zijn?
Antwoord 2
Op grond van het internationaal recht erkennen Nederland en de EU de Israëlische soevereiniteit
over de sinds juni 1967 door Israël bezette gebieden niet, en beschouwen zij deze
gebieden niet als een onderdeel van het Israëlische grondgebied. Nederland en de EU
beschouwen Israëlische nederzettingen in bezet gebied als strijdig met internationaal
recht en een obstakel voor het bereiken van een twee-statenoplossing. Dit standpunt
is ook vastgelegd in EU-Raadsconclusies en is in lijn met VN Veiligheidsraad-resolutie
2334 (2016).
Vraag 3, 4
Deelt u de mening zoals verwoord in het rapport van Amnesty International dat Booking.com met het huidige beleid bijdraagt aan mensenrechtenschendingen jegens Palestijnen?
Zo nee, waarom niet?
Bent u van mening dat de huidige werkwijze van Booking.com voldoet aan de UN Guiding Principles on Business and Human Rights? Zo ja, waarom?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4
Bedrijven hebben een eigen maatschappelijke verantwoordelijkheid mensenrechten te
respecteren. Het kabinet verwacht dan ook van alle Nederlandse bedrijven dat zij internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemen door invulling te geven aan internationale
normen zoals die zijn neergelegd in de OESO Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen
(OESO-richtlijnen), waar de UN Guiding Principles on Business and Human Rights onderdeel van uitmaken. Het is vervolgens aan Nederlandse bedrijven zelf om te bepalen
welke activiteiten zij ontplooien en met welke partners zij samenwerken. Het kabinet
verwacht van Nederlandse bedrijven dat zij in kaart brengen hoe zij via hun bedrijfsactiviteiten
en hun ketenpartners verbonden zijn met risico’s op mensenrechtenschendingen en deze
risico’s aanpakken en voorkomen. Hierover moeten bedrijven tot een afgewogen besluit
komen waarover zij bereid zijn publiekelijk verantwoording af te leggen.
Het kabinet doet geen uitspraak over specifieke casussen. Partijen kunnen een melding
doen van vermeende schendingen van de OESO-richtlijnen door bedrijven bij het Nationaal
Contactpunt voor de OESO-richtlijnen (NCP).
Vraag 5
Heeft u contact gehad met (één van de) vier mensenrechtenorganisaties die de Nederlandse
website Booking.com in een brief hebben opgeroepen geen hotelkamers en appartementen in Israëlische nederzettingen
aan te bieden? Zo nee, op welke termijn denkt u dat te doen? Zo ja, bent u bereid
deze organisaties te ondersteunen in hun contact met Booking.com?
Antwoord 5
Het kabinet onderhoudt regelmatig contact met diverse mensenrechtenorganisaties, waaronder
ook (sommige van) de organisaties in kwestie. De organisaties hebben zelf contact
met booking.com gehad, dat ook gereageerd heeft op de vragen die deze organisaties
gesteld hebben. Daar is ondersteuning vanuit het kabinet niet voor nodig.
Vraag 6
Welke sanctie instrumenten heeft u om bedrijven die misleidende informatie verstrekken
aan te pakken?
Antwoord 6
Het kabinet vindt het belangrijk dat consumenten op basis van volledige en juiste
informatie hun beslissing kunnen nemen. De regels over oneerlijke handelspraktijken
(afdeling 3a van titel 3 van boek 6 van het Burgerlijk Wetboek) gebieden handelaren
om transparant en volledig te zijn in de informatieverstrekking. Ook is het handelaren
op grond van deze wetgeving niet toegestaan om consumenten te misleiden over bestemming
van een reis. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is belast met het toezicht op
deze regels.
Vraag 7
Kunt u zich voorstellen dat niet voor iedereen vanzelfsprekend duidelijk is dat accommodaties
met als locatieaanduiding «West Bank, Israël» of Kfar Adumim en Ofra, zich in bezet
gebied bevinden? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om de bewustwording omtrent illegale
Israëlische nederzettingen en de schending van het internationaal recht onder de aandacht
te brengen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Booking.com heeft in reactie op de rapporten van Amnesty International en Human Rights Watch te kennen gegeven voortaan de aanduiding «Israeli settlement» te gebruiken ten aanzien
van accommodaties in Israëlische nederzettingen. Het is van belang dat dit consequent
wordt door gevoerd om, in lijn met VN Veiligheidsraad-resolutie 2334 (2016), het onderscheid
tussen Israël en de bezette gebieden te verduidelijken en helderheid te verschaffen
richting consumenten. Het is immers goed voorstelbaar dat locatieaanduidingen niet
altijd vanzelfsprekend en duidelijk zijn. Dit sluit aan bij het standpunt van het
kabinet. Zie ook de antwoorden op de vragen 3, 4 en 6.
Vraag 8
Bent u bereid Booking.com, met het hoofdkantoor in Nederland, aan te spreken op haar rol in het vergroten van
het toerisme naar de illegale nederzettingen en Booking.com er op te wijzen dat er sprake is van misleiding van klanten door niet duidelijk aan
te geven dat het betreffende aanbod zich bevindt in Israëlische nederzettingen? Zo
ja, op welke termijn gaat u dat doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Zie antwoord op vraag 3, 4, 6 en 7. Het is aan bedrijven zelf om te bepalen welke
activiteiten zij ontplooien en daar verantwoording over af te leggen, en Booking.com
heeft al te kennen gegeven voortaan de aanduiding «Israeli settlement» te gebruiken
ten aanzien van accommodaties in Israëlische nederzettingen. Indien een bedrijf vragen
heeft over het Nederlandse beleid omtrent Internationaal Maatschappelijk Verantwoord
Ondernemen (IMVO) kan het daarover met het Ministerie van Buitenlandse Zaken in gesprek
gaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.