Amendement (gewijzigd/nader/vervangend) : Gewijzigd amendement van het lid Smeulders c.s. ter vervanging van nr. 20 over het toepassen van de uitgebreide procedure
34 986 Aanvulling en wijziging van de Omgevingswet, intrekking van enkele wetten over de fysieke leefomgeving, wijziging van andere wetten en regeling van overgangsrecht voor de invoering van de Omgevingswet (Invoeringswet Omgevingswet)
Nr. 49 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID SMEULDERS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER
NR. 20
Ontvangen 4 maart 2019
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 1.1, onderdeel GJ, komt artikel 16.62, derde lid, te luiden:
3. Op de voorbereiding van de beslissing op een aanvraag om een omgevingsvergunning
of op een wijziging of intrekking daarvan kan het bevoegd gezag afdeling 3.4 van de
Algemene wet bestuursrecht niet bij besluit van toepassing verklaren, tenzij het gaat
om een beslissing als bedoeld in artikel 16.65, vierde lid.
II
In artikel 1.1, onderdeel GM, worden aan artikel 16.65 twee leden toegevoegd, luidende:
4. Het bevoegd gezag kan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht bij besluit
van toepassing verklaren op de voorbereiding van de beslissing op een aanvraag om
een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
a. als het gaat om een activiteit die aanzienlijke gevolgen heeft of kan hebben voor
de fysieke leefomgeving, en
b. waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden bedenkingen zullen hebben.
5. Als toepassing wordt gegeven aan het vierde lid, stelt het bevoegd gezag, voorafgaand
aan het nemen van het besluit, de aanvrager in de gelegenheid zijn zienswijze daarover
naar voren te brengen.
Toelichting
In artikel 16.62 van de wet is opgenomen dat de toepassing van de reguliere procedure
bij de voorbereiding van een beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning
het uitgangspunt is. Bevoegde gezagen kunnen op grond van artikel 16.62, derde lid,
van de wet niet afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht bij besluit van toepassing
verklaren. Dit betekent dat het bevoegd gezag geen zelfstandige bevoegdheid heeft
om, in gevallen waarin de reguliere procedure van toepassing is, bij besluit alsnog
eenzijdig afdeling 3.4 van de Awb toe te passen.
Voor een beperkt aantal activiteiten wordt op grond van artikel 16.65, eerste lid,
onder a, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene
wet bestuursrecht voorgeschreven. Het gaat dan met name om activiteiten waarvoor het
op grond van internationaalrechtelijke of Europeesrechtelijke verplichtingen noodzakelijk
is dat in de voorbereidingsprocedure een geformaliseerde mogelijkheid is opgenomen
tot het indienen van zienswijzen door een ieder. Er kunnen omstandigheden zijn waarin
de toepassing van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure voordelen biedt ten
opzichte van toepassing van de reguliere procedure. Bijvoorbeeld bij een grootschalig
project, waarvoor een complexe afweging is vereist en waarbij het op voorhand vast
staat dat meerdere belanghebbenden bedenkingen hebben. In het wetsvoorstel is – in
lijn met de motie van het lid Meijer voorgesteld dat voor die gevallen op verzoek
of met instemming van de aanvrager afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht
wordt toegepast. Deze mogelijkheid is opgenomen in artikel 16.65, eerste lid, onder
b, van het wetsvoorstel.
Dit amendement beoogt een regeling op te nemen waarmee het bevoegd gezag zelfstandig
kan besluiten om afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht toe te passen. In
voorgesteld artikel 16.65, vierde lid, wordt in de mogelijkheid voorzien om het bevoegd
gezag afdeling 3.4 van de Awb toe te laten passen op de voorbereiding van de beslissing
op de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit.
Die mogelijkheid is beperkt tot activiteiten die aanzienlijke gevolgen hebben of kunnen
hebben op de fysieke leefomgeving en waartegen naar verwachting verschillende belanghebbenden
bedenkingen hebben. De aard en omvang van de activiteiten waar het hier om gaat, brengt
mee dat het veelal zal gaan om een grotere groep belanghebbenden. Voordat het bevoegd
gezag gebruik maakt van deze mogelijkheid, stelt het de aanvrager in de gelegenheid
zijn zienswijze daarover naar voren te brengen.
Wetstechnisch wordt dit vormgegeven door aan artikel 16.65 een vierde en vijfde lid
toe te voegen.
Smeulders
Van Eijs
Ronnes
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.H.M. Smeulders, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
H.A.G. Ronnes, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
J.M. van Eijs, Tweede Kamerlid