Schriftelijke vragen : Het bericht 'Twee Amsterdammers aangehouden na reeks plofkraken'
Vragen van het leden Van Dam (CDA) en Laan-Geselschap (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Twee Amsterdammers aangehouden na reeks plofkraken» (ingezonden 1 maart 2019).
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Twee Amsterdammers aangehouden na reeks plofkraken»?1
Vraag 2
            
Kunt u aangeven hoe de aard en omvang van plofkraken zich in Nederland in de afgelopen
               vijf jaar ontwikkeld heeft? Klopt de stelling dat het aantal plofkraken in de afgelopen
               jaren aanzienlijk gedaald is, maar dat er momenteel weer sprake is van een stijging
               in het aantal plofkraken? Kunt u inzicht geven in de ophelderingscijfers van plofkraken
               in de afgelopen vijf jaar? Kunt u aangeven hoe plofkraken zich de afgelopen vijf jaar
               in Duitsland en België ontwikkeld hebben? Kunt tevens de ophelderingscijfers in Duitsland
               en België inzichtelijk maken?
            
Vraag 3
            
Is een relatie aan te geven tussen de locatie van een geldautomaat en de kans dat
               deze geraakt wordt door een plofkraak? Hebben criminelen het vooral voorzien op geldautomaten
               in winkelgebieden, of juist in woonwijken? Klopt de stelling dat bij plofkraken tegenwoordig
               steeds zwaardere explosieven worden gebruikt?
            
Vraag 4
            
Hoe proberen banken of de rijksoverheid plofkraken te voorkomen? Zijn hier afspraken
               over gemaakt tussen banken en de overheid? Hoe bent u voornemens plofkraken te voorkomen?
            
Vraag 5
            
Herinnert u zich uw antwoorden op de Kamervragen over «Politie heeft Utrechtse verdachten
               plofkraak Friesland in het vizier» alsmede over antwoorden op eerdere vragen en dan
               specifiek uw antwoord op vragen 2 en 4?2 Kunt u inmiddels aangeven hoe het met pilots in de eenheden Midden-Nederland en Rotterdam
               is verlopen, om daarmee te komen tot een effectievere aanpak van zware vermogenscriminaliteit?
               Kunt u daarnaast aangeven hoe het is afgelopen met de persoongerichte «top-600-aanpak»
               in Amsterdam in het kader van de plofkraken?
            
Vraag 6
            
Zijn er nog verschillen met het voorkomen van plofkraken in de huidige situatie en
               bij de uitrol van de nieuwe geldmaat? Hoe ziet de ontwikkeling van het aantal geldmaatautomaten
               er in de komende jaren uit? Wordt bij die uitrol ook rekening gehouden met eventuele
               risico’s op plofkraken? Wordt er bijvoorbeeld rekening gehouden met eventuele omwonende
               bij nieuwe geldmaten? Worden er bijvoorbeeld geldmaten geplaatst naast, of onder bestaande
               woningen? Worden daar afspraken over gemaakt?
            
Indieners
- 
              
                  Gericht aan
 F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- 
              
                  Indiener
 C.J.L. van Dam, Tweede Kamerlid
- 
              
                  Medeindiener
 A.J.M. Laan-Geselschap, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
