Schriftelijke vragen : Het vergoeden van kosten voor het opruimen van drugsafval
Vragen van de leden Kuiken en Gijs vanDijk (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat en de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het vergoeden van kosten voor het opruimen van drugsafval (ingezonden 28 februari 2019).
Vraag 1
Kent u het bericht «Raad van State: onwetende grondeigenaren betalen niet voor opruimen
drugsafval»1 en de in het bericht genoemde uitspraak van de Raad van State?2
Vraag 2
Deelt u de mening dat de genoemde uitspraak eens te meer aantoont dat onschuldige
particulieren die geconfronteerd worden met drugsafval op hun grond niet de kosten
voor het opruimen daarvan zouden moeten betalen? Zo ja, welke gevolgen verbindt u
daaraan? Zo nee, hoe leest u die uitspraak dan?
Vraag 3
Verandert de genoemde uitspraak iets aan uw beleid ten aanzien van het van overheidswege
betalen van de kosten van het opruimen van drugsafval op de grond van particulieren?
Zo ja, wat dan? Zo nee, waarom niet en betekent dat in het licht van deze uitspraak
dat gemeenten alleen moeten opdraaien voor deze kosten?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Stoffer (SGP),
ingezonden 28 februari 2019 (vraagnummer 2019Z03934).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.H. Kuiken, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
G.J. (Gijs) van Dijk, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.