Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Schonis over het bericht 'Rechter: Biro moet van het fietspad'
Vragen van het lid Schonis (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Rechter: Biro moet van het fietspad» (ingezonden 28 januari 2019).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
27 februari 2019).
Vraag 1
Kent u het artikel «Rechter: Biro moet van het fietspad»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u inmiddels het vonnis van de rechter op schrift gekregen, zoals aangegeven
in genoemd artikel, waarin de Biro gelijk wordt gesteld aan een brommobiel?
Antwoord 2
Nee, het vonnis van de politierechter is alleen mondeling gedaan en is dus niet op
schrift gesteld. Het is niet mogelijk het vonnis alsnog op schrift te krijgen.
Vraag 3
Worden de gemeenten die nodig zijn voor de uitvoering van dit vonnis bij het overleg
betrokken?
Antwoord 3
Dit vonnis hoeft niet door de gemeenten uitgevoerd te worden, want het vonnis richt
zich alleen op de gedaagde.
Vraag 4
Wordt de kwetsbare groep verkeersdeelnemers, namelijk gehandicapten, voor wie de Biro
als vervoermiddel is bedoeld, niet onevenredig getroffen door dit vonnis? Houdt u
hiermee rekening bij de uitvoering van het vonnis?
Antwoord 4
De Hoge Raad heeft in haar arrest HR, 31-05-1983, nr. 75365 aangegeven dat «een motorvoertuig
[pas] als ingericht voor het vervoer van een invalide [kan] worden aangemerkt wanneer
daaraan een bijzondere, aan het lichamelijk gebrek van de bestuurder aangepaste, voorziening
is aangebracht.» Voor gehandicapte Biro-Gebruikers die hun Biro hebben aangepast aan
hun lichamelijk gebrek geldt dit vonnis dus niet. De Biro is in de originele uitvoering
geen gehandicaptenvoertuig: hij is niet ingericht voor het vervoer van een gehandicapte.
Hierop kan gehandhaafd worden. Of dit daadwerkelijk gebeurt is een afweging in de
lokale driehoek van gemeente, OM en politie. Zoals aangegeven in het AO SPV van 30 januari
(Kamerstuk 29 398, nr. 672), wil ik wel samen met de Autoriteit Consument en Markt duidelijkheid verschaffen
aan consumenten en verkopers van dit soort licht elektrische voertuigen, omdat ik
constateer dat de informatie op websites en via andere verkoopkanalen niet altijd
juist en volledig is. Daarover wil ik in gesprek met maatschappelijke partners, wegbeheerders,
verkopers en zeker ook met Europese partners, aangezien dit soort voertuigen ook in
andere landen worden verkocht of gebruikt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.